Winterse perikelen

Het valt natuurlijk nog alleszins mee. Maar afgelopen week hadden we toch wal speldenprikjes ‘winter’. Op zich niet eens zo erg, eigenlijk was het een verademing om af en toe zon te hebben in plaats van semi-permanente horizontale regen. We waren bijna vergeten hoe mooi het er hier dan uit ziet!

 

Maar een beetje bar was het wel. Dat je op het composttoilet zit en dat het kopje om het ‘vloeibaar’ gedeelte weg te spoelen zit vastgevroren in de emmer water. De eerste ochtend kreeg ik het (met behulp van mijn hak) nog wel los uit het ijs, maar er kwam een moment dat alles stijf bevroren was. Gelukkig duurde het niet zo lang.

(Ons composttoilet heeft een separatie-systeem. ‘Vloeibaar’ wordt middels een slang aan de voorkant weggeleid naar een oude septic tank; ‘vast’ komt in een emmer en dient afgedekt te worden met een beetje zaagsel. Dat werkt werkelijk uitstekend  – ook in de zomer hadden we géén stank en géén vliegen. Die emmer leeg ik in een speciaal compostvat: deze compost gebruiken we niet in de moestuin, maar misschien bij de fruitbomen of zo.)

De kou op het toilet deed me ook denken aan een boek van Roald Dahl, over zijn traumatische kostschool-ervaringen. Hij beschreef daarin hoe kleine jongens de wc-bril moesten voorverwarmen voor de grote jongens. Dat vond ik destijds  wonderlijk: het voelt altijd een beetje vies als je op een warme bril gaat zitten. Maar nu begrijp ik het. Als de temperatuur in de wc namelijk gelijk is aan de buitentemperatuur (en dat was in die kostscholen geloof ik ook het geval) dan is he bij vrieskou nauwelijks te gebruiken. Zodra je met je blote billen op die ijskoude bril gaat zitten trekt als reactie daarop alles samen. Van de benodigde ontspanning om te doen wat je moet doen komt dan niets meer… Nu begrijp ik dus ook waarom je ook kon kiezen voor een wc-bril van piepschuim bij het separatie-systeem. Helaas kozen wij voor goed schoon te maken, maar ’s winters dus ijskoud plastic.

Verder valt het, dankzij het kacheltje, redelijk uit te houden. Alleen het hout gaat nogal hard. We hebben massa’s gekloofd en gezaagd hout, maar dat is van dit seizoen en dus nog niet droog. En we hebben ook massa’s droog en onbehandeld hout, maar dat zit nu nog in de boerderij verwerkt. Hopelijk redden we het net. En anders worden de balken en planken van de oude mijnheer die we hadden bewaard voor ruw timmerwerk alsnog brandhout.

En het is wennen aan de koude vloer. Voor het woongedeelte hebben we nu een warm wollen kleed gekocht.   En overdag draag ik met wol gevoerde laarzen. En bij voorkeur  wollen sokken. Ik had een hele voorraad, ooit met liefde gebreid door de oma van een aangetrouwd familielid. Helaas slijt ik nogal snel door de hielen heen. En sokken stoppen (of breien) valt niet  onder mijn talenten. Gelukkig stuurde mijn nicht uit Noorwegen me nog een paar toe als kerstcadeau.

Kortom, alles gaat goed, maar het moge duidelijk wezen dat wij reikhalzend naar de eerste lentedagen uitkijken.