Water is leven

Water – meestal hebben we er in Nederland teveel van, momenteel te weinig. En ook bij ons speelt het een belangrijke rol.

Bij het zoeken naar een plek om onze dromen waar te maken hebben we al gelet op de hoogteligging. We wonen in Amersfoort op 12 meter boven NAP en we willen per se minimaal een meter boven NAP blijven wonen. En liever hoger. Zeker na het kijken van de serie ‘Als de dijken breken’ begin dit jaar. 🙂 Dat is gelukt: het huis en erf liggen op 2,5 tot 3 m boven NAP, de ‘heuvel’ ligt nog 80 cm hoger en alleen waar we een poel willen graven zit je onder NAP. Maar daar moet dan ook een poel komen.

Een waterpoel is leuk, drinkwater vonden we ook belangrijk. Er was namelijk geen waterleiding naar het perceel toe. Blijkbaar vond de oude meneer dat te duur toen het destijds werd aangelegd. Hij had al ander water. En dat blijkt anders te zitten dan we eerst dachten.

Wij dachten oorspronkelijk, dat er twee waterputten op het terrein aanwezig waren. Maar nu het een poosje niet regent en ik er regelmatig emmertjes water uit put, komen ze toch wel snel droog te staan. Wat nader onderzoek wees uit dat er een heel systeem van slangen ligt. We weten het nog niet zeker, maar onze indruk is dat beide ‘putten’ de bovenbouw zijn van een ‘waterkelder’, ‘regenput’of ‘regenbak’, waar het regenwater van het dak in wordt opgevangen. Althans…werd, want het goot- en leidingwerk mist na die jaren leegstand wat cruciale onderdelen. Zo’n regenbak is een beproefd systeem, dat in hoger gelegen gebieden zonder stromend water (beekjes dus, geen leidingwater) al sinds de middeleeuwen een gangbare watervoorziening was. Geen grondwater in de put dus, maar regenwater.

Vanuit de regenbak pompte onze meneer het naar een metalen container die op de zolder staat. En vandaar liep het gewoon door zwaartekracht naar de kraan in de keuken. Helaas mist ook hier het systeem een aantal cruciale onderdelen (bijvoorbeeld de pomp), dus de enige manier om het water nu uit de bak te krijgen is met de hand emmertjes putten.

We gaan zeker weer regenwater opvangen voor de moestuin en om het toilet door te spoelen. Maar we wilden ook drinkwater. En dat bleek ingewikkelder dan verwacht.

Al in december, toen we bezig waren met de aankoop, heb ik geprobeerd uit te zoeken hoe dat in zijn werk gaat, wat voor soort aansluiting wij nodig zouden hebben en wat dat zou kosten. Dat kostte twee keer een ochtend telefoneren met drinkwaterbedrijf Vitens en een Klic-melding (van een paar tientjes), waaruit bleek dat de waterleiding naar de buren dwars over ons terrein loopt en we daar eenvoudig op zouden kunnen aantakken.

Vervolgens was de grote vraag wat voor soort aansluiting we nodig hebben. Vitens wil namelijk het liefst een watermeter alleen in een officiële meterkast plaatsen. Maar ja, die is er niet. De elektriciteitsmeter zit weliswaar in een kast, maar die voldoet in geen enkel opzicht aan het bouwbesluit. Bovendien moet het hele huisje binnenkort toch vervangen. Dan waren er twee opties: ‘tijdelijk water’ en ‘bouwwater’. Wat het verschil is, is me nooit helemaal duidelijk geworden, maar ik heb de situatie uitgelegd en uiteindelijk kwam ik met de Vitens medewerker overeen dat we bouwwater zouden aanvragen.

Dus ik heb me op 28 maart via mijnaansluiting.nl daaraan gewaagd. Zoals zoveel van zulke overheidswebsites die je verplicht moet gebruiken kan ook deze wel wat gebruikersvriendelijker, maar het is gelukt. Al heel snel daarna nam Vitens contact met me op om te vragen wáár de aansluiting precies geplaatst moest worden. En binnen drie dagen kreeg ik dit bericht:

“Bedankt voor uw aanvraag via www.mijnaansluiting.nl, bijgaand vindt u de bevestiging. We gaan uw aanvraag overdragen naar de combi aannemer, die te zijner tijd contact met u zal opnemen en eventuele vragen, bijvoorbeeld over de planning, kan beantwoorden.”

Bijgevoegd de factuur van €754,- + €15,- per strekkende meter ex BTW.

Vervolgens kregen we de sleutels en verdween het waterdossier even naar de achtergrond. Maar op 21 april bedacht ik dat ik nog niets had gehoord. Dus ik belde Vitens weer.

“Ja, dat ligt nu bij de uitvoerder, firma Baas Stam. U kunt beter hen even bellen.”

De front-office-medewerker van firma Baas Stam reageerde wat verbaasd. “Oh, u heeft nog niets gehoord? Ja… ik weet ook niet precies hoe dat werkt. Maar ligt er wel een waterput?”

“Ja, die ligt er.” (Dat dachten we toen dus nog) “Maar ik wil drínkwater!”

“Nee, ik bedoel een waterput om de meter in te plaatsen.”

“*?*”

Het bleek dat wij een metalen bak, een zogenaamde ‘bouwwaterput’ moesten aanschaffen en ingraven. Hoe diep precies en waar we op moesten letten bij het plaatsen, nee, daar had hij geen tekening van.

“Normaal gesproken gebeurt dat door een aannemer en die weten dat gewoon.”

Als ik een foto zou mailen hoe het er bij lag, zou hij aan de uitvoerder vragen of het zo goed was en dan kon de procedure voortgezet. Waarschijnlijk zou het dan binnen een week of twee wel aangelegd kunnen worden.

Nu blijken bouwwaterputten schaars te zijn. De bouw is de laatste jaren weer flink aangetrokken en er zijn er maar weinig op de markt. Maar voor €450,- wilde een handelsbedrijf in Staphorst wel van een tweedehands exemplaar scheiden. We tilden ons een halve hernia en groeven een diep gat, waar we de waterput in lieten zakken. Foto’s gemaakt en voilà,  op 1 mei gemaild naar firma Baas Stam.

Een week later had ik nog niets gehoord. Bellen en mailen leverde niets op: de betreffende medewerker was er niet, had het te druk of reageerde anderszins niet op terugbelverzoeken of mails. Dan maar een klachtenformulier ingevuld en op 9 mei de Vitens gebeld. Tenslotte betaal ik hen, en betalen zij de firma Baas Stam weer. Dat hielp. Op 10 mei kreeg ik bericht dat de waterput in orde was bevonden en dat men zou proberen ons in week 21 aan te sluiten. Het kon ook een weekje later worden.

Op 29 mei hadden we nog altijd geen datum gehoord. Opnieuw gebeld en gemaild. De medewerker gaf nu aan  niet te kunnen zeggen wanneer ze de aansluiting zouden maken, dat ze te krap in het personeel zaten, dat hij geen invloed op de planning kon uitoefenen en dat hij me ook niet kon doorverbinden met iemand die daar wel invloed op zou kunnen uitoefenen.

Opnieuw de Vitens klantenservice gebeld… Dit keer werd me verteld dat er blijkbaar net rond onze aanvraag een wisseling was naar een andere uitvoerder. Wel een beetje vreemd dat ze daar op 9 mei dan niets over gezegd hadden… Naar later bleek ging dit om het samengaan van de firma’s Baas en Stam. Die gaan gezamenlijk alle gas, water, elektra, data en telecom aanleggen in Friesland en de Noordoostpolder. Er staat een trots persbericht over op hun website.

Even later belde de Vitens terug, met het verbijsterende bericht dat er die ochtend contact met mij was geweest en dat zou zijn doorgegeven dat het water die week of de week erop zou worden aangesloten. Dat was niet wat ik gehoord had. “Nou weet u? U kunt het beste zelf even bellen met firma Baas Stam”.

Diepe zucht.

“Met Geertje Korf”

(aan de andere kant, tegen de collega die ik eerder had gesproken : ) “Oh, daar is ze weer”

“Ik hoor allemaal verschillende berichten over op welke datum er nu water kan worden aangelegd.”

“Ja, het staat voor deze week in de planning.”

“Maar vanmorgen sprak ik uw collega, en kreeg ik de boodschap dat er niets gezegd kon worden over wanneer het uitgevoerd zou worden.”

“Ja, toen hadden we de planning nog niet.”

“Kan ik er nu vanuit gaan dat het wordt aangelegd of niet? Ik zit nu al twee maanden te wachten, moet er telkens zelf achteraan – ik vind het allemaal niet al te vertrouwenwekkend.”

“Ja, weet u, u wilt niet wéten wanneer wij die aanvraag kregen –  hij is heel lang blijven liggen. Wij kregen het pas in mei.”

“Dat kan niet, want ik heb op 21 april contact gehad met uw collega over deze aanvraag.”

“O ja *giechel* maar ik werk hier pas sinds mei!”

“Zucht. Ja kijk, ik wil graag weten wanneer het wordt aangelegd. Ik woon daar nog niet, dus kan er niet op stel en sprong aanwezig zijn, ik moet uit Amersfoort komen.”

“Ooooh. Uit Ámersfoort! Nou, we moeten er dan maar op hopen dat het allemaal goed gaat.”

“Zou ik misschien uw leidinggevende kunnen spreken?”

“Nee, die is er nu niet.”

Enfin. Drie dagen later (toevallig was ik in De Hoeve) stond er opeens een meneer van firma Baas Stam op het erf, die de situatie even in ogenschouw kwam nemen. En de volgende dag kreeg ik uit het niets een sms-je dat de watermeter was aangelegd.

Helaas zodanig dat er voor de installateur nauwelijks aan te sluiten was: met de uitloop strak tegen de wand van de bouwwaterput. Dat kostte ook nog een paar telefoontjes met Vitens.

Het allergrappigst was nog, dat ik een week later opeens gebeld werd door iemand anders van de firma Baas Stam.

“Ja, ik moet hier kijken of die bouwwaterput er wel goed bijligt, dat ze ‘m kunnen aansluiten…”

Ik hoop voor de Vitens dat ze een niet al te langjarig contract met die firma Baas Stam hebben afgesloten. En ik vrees met grote vreze voor de rest van de aanlegwerkzaamheden. Ik begin steeds meer begrip te krijgen voor het autarkische regenwatersysteem.

Maar… er komt water uit een kraan op eigen erf! Nu nog binnenshuis, dat wordt een volgende aflevering.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie