Land van melk en honing

Toen we hier kwamen namen we de bijen mee uit Amersfoort. Voor de bijenkast zocht ik tijdelijk een mooi plekje bij de houtwal uit, in afwachting van het moment dat ik de bijenstal weer zou monteren. Maar ze deden het hier niet zo best. De eerste jaren controleerde ik het volkje nog zorgvuldig. Maar toch ‘kwam er soms een zwerm af’, omdat ik een ‘dop’ over het hoofd had gezien. Die zwerm probeerde ik dan te ‘scheppen’ maar niet altijd met succes.

(Excuses voor het imkerjargon – zoals zoveel van de activiteiten die we hier ondernemen is bijen houden een wereld op zich.)

En toen ik eenmaal schapen had, had ik het helemaal te druk voor de bijen. Want juist in de periode dat de bijen eigenlijk iedere week gecontroleerd moeten worden (om te controleren of er ‘doppen’ in zitten, waar dus een koningin uitkomt die kan gaan ‘zwermen’) moeten ook de lammeren gespeend worden en vervolgens heb ik heel veel melk die verwerkt moet worden. Twee keer per dag melken, al het melkgerei telkens afwassen en ontsmetten, en elke dag kaas maken, waarvoor ook alles telkens moet worden schoongemaakt en ontsmet. En dat in een caravan met een piepklein keukentje.

(Dit jaar gelukkig iets minder melk dan vorig jaar; toen had ik in juni zeven en een halve liter per dag. Nu ‘maar’ een liter of zes. Die anderhalve liter maakt een essentieel verschil, namelijk: past de melk van twee melkmalen net wel of niet in één soeppan? Dat scheelt een hoop geëmmer met pannetjes, die dus allemaal moeten worden schoongemaakt. )

Uiteraard is die periode ook de periode dat de moestuin om aandacht schreeuwt. En het gras tegen de klippen op groeit. En er duizend-en-één andere dingen moeten gebeuren. Dus het bijenvolkje raakte wat op de achtergrond de laatste jaren. En toen ik eind vorig jaar eindelijk de kast wilde transporteren naar de inmiddels in elkaar gezette bijenstal bleek dat er geen bijen meer in zaten. Wel een muizennest.

Dus de bijenstal stond leeg en ongebruikt te wezen. Maar een week of twee geleden dacht ik ‘Hé, dat lijkt wel een zwerm, die daar richting de bijenstal vliegt!’

En ja hoor. Niet alleen was er een bijenzwerm (van een naburige imker?) op mijn land terecht gekomen, ze hadden ook nog eens de lege bijenkast geheel vrijwillig als woning betrokken. En het blijken ook nog lieve rustige bijtjes te zijn.

Dus eigenlijk moet ik nu weer wekelijks gaan controleren, doppen breken en darrenraat uitsnijden… als ik erin slaag ze hier te houden en goed de winter door te laten komen hebben we volgend jaar behalve melk ook honing van eigen land!