Vuur!

Joris heeft zich over de kerstdagen toch gestort op de installatie van een radiator. En een prachtig systeem gebouwd.

De pomp duwt het water de koperspiralen in de kachel in.
Daar warmt het op. Op de temperatuursensors kunnen we aflezen hoe heet het wordt.
Vandaar komt het in de radiator, waar de warmte aan de ruimte wordt afgegeven. Met expansievat als eerste beveiliging.
Aanvankelijk was het systeem helemaal open als tweede beveiliging: vanuit de radiator stroomde het in de zwarte emmer, en vandaar trok de pomp het weer de kachel in. Zo zou er nooit teveel druk kunnen ontstaan.
Maar veel warmer dan 40 graden wordt het (nog) niet. En zo’n open emmer is niet echt handig natuurlijk. Ook omdat we juist het vocht uít het huis willen hebben.
Daarom is het systeem iets vereenvoudigd: T-stukje ertussen, vanwaar een leiding door de muur loopt naar een oud olievat (bewaard uit de ‘erfenis’).
Als de temperatuur / druk oploopt kunnen we dat open zetten. Maar vooralsnog is de kachel nog druk bezig zichzelf warm en droog te stoken. We stoken hem nu 2 keer per dag. Je ziet het oppervlak aardig van kleur veranderen!

Na een stookbeurt loopt de temperatuur in het radiatorsysteem op tot een graad of 30-40 en blijft dat úúúren lang. Op den duur zakt de temperatuur in de radiator weer terug naar een graad of 18. Ook de wanden van de vuurkamer voelen dan nog lauw tot warm aan. Daarmee is het makkelijk genoeg om een nieuw vuur zó weer aan te krijgen.

En hoewel het nog niet echt ‘behaaglijk warm’ in het huis is, zijn de scherpste randjes van de kilte er wel af. Het voelt meteen weer een stuk meer als een huis! Nu die dakisolatie nog….

Toch een belangrijke mijlpaal: rook uit de schoorsteen.Tot de negentiende eeuw, toen de Stellingwerven nog tamelijk woest en ledig waren, gold hier namelijk een ongeschreven regel. Als je in één nacht een bewoonbare plaggenhut bouwde, mocht je er blijven wonen. Nu was de vraag wat ‘bewoonbaar’ is ook toen al rekkelijk en aan interpretatie onderhevig. Daarom gold als hard criterium, dat er ’s ochtends rook uit de schoorsteen moest komen.

Ons huis is niet in één nacht gebouwd. En we streven naar een zo schoon mogelijke kachel, dus zo min mogelijk rook uit de schoorsteen. We moesten dan ook wat meer bureaucratie overwinnen. Maar we zijn er toch maar mooi in geslaagd om een huis neer te zetten!

Warme kerstgroet

Een jaar geleden zaten we op het dak. Nu klussen we lekker binnen, onder dak. En dat is maar goed ook, want het giet met bakken uit de hemel.

Echt warm is het nog niet, onder dat dak. De isolatie stelt dan ook nog weinig voor: verder dan die platen die we er vorig jaar op zaten te schroeven zijn we nog niet. Er moet nog 30 cm vlaswol tussen de sporen komen. Hadden we al lang willen doen. Joris had het ook al lang besteld. Maar….

Het was een hele (!) vrachtwagen vol. Zo’n vrachtwagen die niet bij ons kan komen. We hadden met de leverancier afgesproken, dat de producent het bij de leverancier (in Wolvega) kon afleveren, en dat die het vervolgens met een ‘kooiaap’bij ons zou brengen.

Toen moest Joris voor iets anders bij de leverancier zijn, en keek hij eens op de pakbon. Ze hadden de verkeerde maat besteld. Te dun.

Tja, wat doe je dan? We hebben het maar even aan de leverancier overgelaten. Die heeft eerst nog geprobeerd het aan iemand anders te slijten (de producent wil het niet terugnemen), maar dat is niet gelukt. Nu is de afspraak dat wij het toch krijgen, maar dan aangevuld met méér vlaswol, in de dikte die we moeten hebben om die 30 cm te bereiken. En dat is nog niet gebeurd. Afwachten maar.

Verwarmen kunnen we het huis ook nog niet. De leemkachel is af, maar we durven hem al zes weken niet voluit te stoken. We zijn namelijk bang dat we dan de koperen ‘spiralen’ die erin zijn ingebouwd oververhitten.

Door die spiralen komt het water te lopen dat ons buffervat voor warm water ’s winters gaat opwarmen. Maar als we de kachel stoken zonder dat er water door de spiralen loopt, worden ze misschien te heet en kunnen ze gaan vervormen. We hebben nu nog geen buffervat, maar wel behoefte aan wat extra warmte. Dus het leek een goed idee om daar een oude radiator op aan te sluiten. Die vangt de overtollige warmte van de spiralen af en geeft het af aan de ruimte. Twee vliegen in één klap.

Want nu ik alleen maar een klein vuurtje in de kachel durf te stoken en het buiten ook nat en kil is, droogt de leem natuurlijk voor geen meter. (Er beginnen zelfs plantjes op de kachel te groeien!) Laat staan dat-ie ook maar enige warmte aan de ruimte afstaat.

Alleen is installatietechniek iets waar we allebei geen kaas van gegeten hebben. En dat is toch iets wat met kennis van zaken moet gebeuren, want je werkt met heet water en druk. Als het echt mis gaat ontploft de hele boel. Maar alle installateurs in de regio (ik heb er acht gebeld) zitten tot maart / april volgeboekt, en hebben geen tijd om bij ons een radiator te komen aansluiten.

Een vriend van Joris heeft wel verstand van dit soort kachels en ook van installatietechniek. Maar die heeft het al net zo druk als de installateurs. We hopen nu maar dat hij in de kerstvakantie een gaatje in zijn agenda kan vinden. Joris heeft in voorbereiding vast een muurtje gebouwd en de radiator eraan opgehangen. Afwachten maar…

En tot overmaat van ramp vertoont onze steun en toeverlaat, de pelletkachel in de stacaravan, opeens kuren. Toen we de caravan kochten zat die er al bij. En daar waren we héél blij mee. Hoewel ik ook toen al mijn bedenkingen had bij het principe van pelletkachels. De verbranding mag dan schoon zijn, maar bomen ver weg tot zaagsel vermalen, er pellets van persen, die in plastic zakjes stoppen en in een dieselgestookte vrachtwagen half Europa laten doorrijden leek mij geen efficiënte manier om brandstof te bekomen.

Aan de andere kant, het ding geeft (gewoonlijk) een heerlijke warmte en ook nog enigszins de gezelligheid van een houtvuur. Tegelijkertijd heb je er geen omkijken naar: je kunt ‘m zo instellen dat hij een half uur vóór je opstaat aan gaat (zodat de ruimte al lekker warm is), je kunt hem bij een bepaalde temperatuur laten aan- en uitgaan (de caravan warmt snel op, maar verliest de warmte ook weer snel) en vergeleken met de gaskachel in Joris’ andere stacaravan zijn zakken met pellets véél makkelijker. Gasflessen zijn altijd op het meest onhandige moment opeens leeg en moeten dan acuut vervangen. Het pelletreservoir vul je gewoon elke dag even bij.

Alleen komen de instellingen van de kachel (pellet toevoer, ventilatorstand en temperatuur op allerlei plekken in de kachel…) vreselijk precies. En het ene merk pellets is het andere niet. Ze kunnen net wat schelen in energiedichtheid, hardheid, gebruikte houtsoorten etc. Dus op een ander merk pellets overstappen betekent: de kachel opnieuw instellen. Maar ik kwam de naam van onze pelletleverancier een paar keer tegen in verband met de kap van oerbossen in Estland. Dus het werd tijd om op zoek te gaan naar een duurzamer leverancier.

Tegelijkertijd lieten we de pelletkachel een servicebeurt geven. En sindsdien… wil hij niet meer. Ligt het aan de nieuwe pellets? We hebben van alles geprobeerd aan de instellingen te veranderen: minder pellets, meer lucht, meer pellets, vaker schoonblazen….

Of zou het aan de kachel liggen? De ándere pelletkachel, in het kantoortje, kan namelijk wèl goed uit de voeten met de nieuwe pellets. Heeft de monteur bij de servicebeurt iets verdraaid, vergeten terug te plaatsen of verkeerd terug geplaatst?

De monteur geeft niet thuis. We zouden worden terug gebeld, dat is niet gebeurd. Sindsdien wordt de telefoon niet meer opgenomen en is de firma met kerstvakantie.

Joris heeft een manier gevonden waarop de kachel nog enigszins wil branden, met het deurtje op een klein kiertje, zodat hij wat valse lucht aantrekt. Maar dat wil alleen als je er bij blijft om er een oogje op te houden. Warme wollen truien aan dan maar. En hopen dat de kachel het blijft doen…

Wij wensen iedereen warme kerstdagen en een liefdevol 2021!

Update potdekselwerk

De kalkhennep muren kunnen niet zonder afwerking. Daarvoor regent het in Nederland teveel. Je hebt dan keuze tussen een afwerking met een kalkpleister of met hout. Wij kozen voor hout. Sterker, dat was vanaf het begin het uitgangspunt: een huis van donker potdekselwerk met een rood pannendak. Dat vinden we nu eenmaal mooi. (Misschien dat het feit dat Joris alle vakanties in zijn kindertijd in Zeeuws-Vlaanderen heeft doorgebracht daaraan heeft bijgedragen?)

Lange tijd was nog de vraag: wat voor afwerking geven we die potdekselplanken? Vroeger was dat teer of carboleum, dat kan natuurlijk niet meer. We hebben getwijfeld over de prachtige techniek ‘shou-sugi-ban‘, over kookverf op zetmeelbasis en over gewoon Ecoleum op lijnoliebasis (wat we ook op de werkplaats hebben gebruikt). Onze architect kwam met Xyhlo biofinish aan. En dat hebben we uiteindelijk maar gedaan.

Het bijzondere eraan is, dat het feitelijk een schimmel is, die het hout beschermt tegen andere micro-organismen. Je moet het hout 3 maanden van tevoren bestellen, want het wordt speciaal voor je ge-ent. Het is ook behoorlijk prijzig. Joris heeft daarom in juli, na het storten van de kalkhennep, PRECIES genoeg besteld. Waarschijnlijk iets te weinig, maar we dachten: ‘desnoods bestellen we dan wel een paar planken na’.

Op 21 oktober arriveerde de bestelling en op 8 november ging het eerste plankje tegen de muur!

Uiteraard was het aanbrengen van de tengels waarop de planken zijn bevestigd al een hele klus.

Eerst de kanten die zichtbaar zijn vanaf de weg. En zo zuinig mogelijk met de planken werken, niet zomaar ‘doorzagen’.

Op 22 november waren de zuidwest- en zuidoostkant bijna af! Alleen de bovenste plank nog.

Die bovenste plank is lastig. Sowieso blijft er een opening onder de dakrand. Dat is prima, dan kan de spouw goed ventileren. En wie weet gaan er vleermuizen in wonen. Gezellig. Maar je blijft het witte dampopen, luchtdichte tape zien, waarmee de kier tussen de kalkhennep en het dak is dichtgemaakt. Uiteindelijk hebben we dat maar gewoon zwart geschilderd, net als de koppen van de tengels. En de bovenste plank moet ook rond alle klossen van het dak gezaagd.

Maar: op 20 december schroefde Joris de laatste plank tegen de gevel! 2600 schroeven…

En door zo zorgvuldig te werken is dit ál het hout wat over is!
Dat is dus wat er gebeurt als grondstoffen duurder zijn dan arbeid. In de reguliere bouw is dat andersom. En daar is de verspilling gigantisch!

Alleen aan de kopse gevel ontbreekt nog één (halve) plank. Ooit komt daar nog een brede, diepe en decoratieve dakgoot. Dus die plek verdwijnt sowieso uit het zicht. Tot zo lang timmert Joris er een goedkope plank overheen, zodat het niet kan inregenen.

Dit was de ontwerptekening… het begint er aardig op te lijken!

Ook moeten de aansluitingen rond kozijnen, deuren en ramen nog gemaakt.

Maar het ziet er prachtig uit, en het is een fijn idee dat de kalkhennep nu niet meer nat wordt en rustig kan uitharden!