Leem

Joris heeft hard gewerkt aan de tussenwand tussen kantoor en werkplaats. De elektriciteitsbuizen en stopcontacten zitten op hun plaats. Tijd om de stukadoor in mijzelf los te laten! Lang geleden heb ik een cursus stuken gedaan, maar dat was ‘gewoon’ met gips, van die zakken roodband en geelband van Knauf. In ons nieuwe huis willen we ‘natuurlijk’ leem gebruiken.

Aska vindt dat we veel teveel bezig zijn met saaie dingen, in plaats van met haar te wandelen

Dan valt er nog heel wat te kiezen: leem is te verkrijgen in allerlei kwaliteiten en verschillende kleuren. Met, uiteraard, ook verschillende prijsklassen. Gelukkig geeft Geert de Bock van  de Leemshop uitstekend advies.  Eigenlijk was ik wel gecharmeerd van het idee van witte basisleem (dan kan je er nog eens een stukje af stoten zonder dat het opvalt). Maar die is duur, (nog) niet verkrijgbaar in de sterkteklasse die je nodig hebt voor de onderste laag en komt bovendien van ver weg. Daarom kozen we voor goedkope Nederlandse basisleem. Het wordt bij Emmen gewonnen en zon- en wind-gedroogd: een mooi ‘oer’-product met hele lage milieubelasting dus.

Het enige wat nóg milieuvriendelijker zou zijn, is onze eigen leem hier uit de grond halen. Dat wil ik ook nog wel eens proberen, maar  de proefjes die ik tot nu toe heb gedaan suggereren dat er teveel zand in de leem hier zit. Misschien ga ik het nog wel een keer proberen, als we een grote voorraad hebben, bijvoorbeeld van het graven van de poel.

Al overleggend met de Leemshop bleek dat Geert ook workshops geeft; eigenlijk een dagdeel begeleiding om je op weg te helpen met het stuken. Dat leek me wel een goed idee, tenslotte zijn er heel wat muren te gaan. Hans vond het ook leuk en sloot aan. Dus hebben we afgelopen vrijdag uitgebreid les gekregen.

Omdat de houtvezelplaten iets kunnen werken ten opzichte van elkaar (bijvoorbeeld bij harde wind) gebruik je een wapeningsnet in de leem. Het meest ecologisch is jute, maar dat schijnt erg lastig te verwerken te zijn, zeker rond kozijnen en vensterbanken enzo. Dus toch maar gekozen voor glasvezel.

Joris met even na of de muur nog wel recht staat

De eerste stap is de netten precies op maat te knippen. Vervolgens de leem op de muur smeren. Met een kamspaan met tanden van 1 x 1 cm verdeel je de leem totdat er overal gemiddeld ongeveer precies een halve cm leem op de muur zit. Wapeningsnet ertegenaan hangen, met de hand een beetje in de leem drukken en met de spaan het net goed vast en glad strijken. Dat is de eerste laag, later komt er nog een halve cm leem overheen. Simpel toch?

het glasvezel wapeningsnet geeft ook een leuk visueel effect bij flitslicht…

 

Nee natuurlijk, de leem kwam er aan alle kanten weer vanaf. Vooral boven de ramen. Het maken van de mooie afgeronde hoekjes rond de kozijnen viel ook helemaal niet mee: de leem bleef meer aan de spaan plakken dan aan de muur.  Ondanks dat ik van tevoren de houtvezelplaat had voorgestreken met een speciaal damp-open hechtmiddel voor leemstuc.

mooi afgerond hoekje

Maar oefening baart kunst, en na een heel weekend stuken ben ik niet ontevreden over de eerste paar muurtjes. Het wordt niet superstrak, maar  een klein beetje organisch effect valt binnen onze tolerantiegrens. De eerste laag mag nu drogen (deze week heb ik het te druk met kantoorwerk). Daarna komt er een tweede laag leem overheen. En dan nog drie(!) lagen leemverf, want die Nederlandse basisleem is wel vrij donker van kleur.

Het voorstrijkmiddel maakt de muren meteen wat lichter
Helaas is de leem zelf erg donker van kleur
Maar het begint al te drogen…

Zolder en kelder

De werkplaats is nog niet helemaal af. Maar we hebben besloten de zolder alvast in gebruik te nemen, nog vóórdat hij af is. Dat wil zeggen, we tapen de naden van de OSB-platen aan de binnenkant niet helemaal af. Aan de buitenkant is het dak wel helemaal kierdicht, want er moet natuurlijk geen vocht in komen. Maar dat beetje tocht doordat de naden aan de binnenkant niet kierdicht zijn nemen we voor lief. Misschien is het zelfs wel gunstig voor een beetje ventilatie als het straks vol staat met al onze zooi.

We zijn vast begonnen om het één en ander naar boven te verplaatsen. Zo heb ik eindelijk mijzelf gedwongen de kelder van het oude huisje leeg te halen. Daar stonden maar liefst 54 prachtige oude weckpotten, dik onder het stof, zand, spinnewebben, dode pissebedden en andere viezigheid  – waarschijnlijk al zo’n 45 jaar. Op basis van de oude kranten die we vonden in de bedstee bóven de kelder schatten we dat het kelderluik sinds de vroege jaren ’70 niet meer open is geweest. Het is natuurlijk niet een helemaal waterdichte datering – de kranten kunnen ook later naar de bedstee verplaatst zijn.  De rubber ringen heb ik maar weggegooid: de weckpotten vullen weer twee dozen voor de zolder.

Wel een opluchting om zaken naar een ‘schone’ ruimte  te kunnen verplaatsen. In een doos met kampeerspullen en in verschillende dozen  met (antiek) porselein hebben muizen huisgehouden. Misschien nog van vóórdat we de katten hadden, want die dozen hadden we al uit Amersfoort verhuisd en in de stal gezet vóór onze eigen verhuizing. Verpakkingsmateriaal is aangeknaagd (en onze lakenzakken, opblaaskussentjes en het grondlaken voor de tent ook 🙁 ) en alles zit vol poep en pies. Getver! Alle dozen moeten dus gecontroleerd en zo nodig uitgepakt, de inhoud afgewassen en opnieuw ingepakt.

Beneden is inmiddels de hele muur van de werkplaats met warme houtvezelplaat bekleed. Nog ‘even’ de elektriciteit aanleggen en dan kan de leemstuc erop.