Helofytenfilter

Op de Ratellaan is geen riolering. Dus moeten we zelf voor onze afvalwaterzuivering zorgen. Volgens de gemeente moest dit minimaal een “verbeterde septictank” zijn. Ik vermoed dat ze daarmee bedoelen wat ook wel een “technische IBA” (individuele behandelinstallatie afvalwater) genoemd wordt. Maar wij willen het graag een tandje beter doen en hebben daarom een helofytenfilter aangelegd. Dat mocht ook van het Wetterskip.

Wat is het verschil?

Een septic tank is niets meer of minder dan een grote bak waar afvalwater in komt. De vaste bestanddelen zinken naar de bodem en gaan door bacteriewerking in oplossing. Bij voorkeur bestaat de tank uit drie kamers. In de eerste, grootste ruimte blijft de meeste prut al hangen. Periodiek loopt deze over in de tweede kamer, waar nog wat prut bezinkt, en dan naar de derde kamer. Het water wat uit  de tank komt is rijk aan opgeloste organische stoffen en zwavelverbindingen en stinkt dan ook flink.

Daarom hebben wij ervoor gekozen dit water na te zuiveren door middel van een helofytenfilter. Dat is een bed van zand en grind (heel voedselarm dus), waarin riet groeit. (En eventueel ook andere planten, maar die zullen het op termijn tegen het riet afleggen). Op de wortels van het riet (en de eventuele andere helofyten) leven bacteriën. Die breken de opgeloste stoffen in het water af tot voedingsstoffen die het riet kan gebruiken. Het water wat uit het filter komt is schoon.

Natuurlijk zitten er een aantal technische details aan – die staan op de website van onze leverancier, Kilian Water, duidelijk uitgelegd. Maar belangrijk voor ons is dat het een heel robuust systeem is – mits goed aangelegd. Een “technische IBA” werkt als het goed is prima, maar heeft de nodige pompen en electronica. Dat kan ook stuk gaan. Aan een helofytenfilter kan eigenlijk niets stuk gaan (tenzij je er chloor in gooit – dan zijn de bacteriën in je septic tank dood. Maar dat geldt dus eigenlijk voor alle systemen want die beginnen allemaal met een septic tank). Op deze blog staat meer informatie over de verschillende systemen.

Dus afgelopen donderdag en vrijdag is ons systeem aangelegd. We hebben ervoor gekozen om direct maar een groot systeem aan te leggen: een septic tank van 6 m3 en een helofytenfilter van 40 m2. Dat is eigenlijk véél te groot voor een tweepersoonshuishouden, maar als we onze plannen met verblijfsrecreatie gaan waarmaken hoeven we straks niet meer uit te breiden.

hier ligt het terrein er nog ongerept bij…

Edwin Logtenberg, een loonwerker uit het dorp, heeft donderdag een diepe put gegraven voor de septic tank en de pompput. Daarna hebben we samen de bak voor het helofytenfilter aangelegd. Dat was een precies karweitje want de rand van de bak moest verhoogd aangelegd en exact waterpas, terwijl het maaiveld op die plek hartstikke scheef loopt. Bovendien kan een graafmachine die de grond naar zich toe trekt alleen een rechte zijkant maken  aan het gat wat hij trekt. Gelukkig heb ik lang geleden, toen ik nog archeologisch veldwerk deed, genoeg ervaring met graafmachines en meetmethodes opgedaan. Het was leuk om die kennis weer een keer te gebruiken!

Het graven van de pompput – vlak naast het pompoenenveldje

En de eerste hap uit het weiland voor het filter

En passant deed ik weer wat informatie over het perceel op: op de plek van het filter liep ooit een geul. Daar is veen in gaan groeien, waarschijnlijk tijdens een warmere periode aan het einde van de laatste ijstijd. Tijdens een koudere periode is over het veen weer zand afgezet. Waarschijnlijk is de poel die begin twintigste eeuw nog op ons terrein lag een overblijfsel van die geul. De poel willen we trouwens herstellen, maar dat is een ander onderwerp en daar blog ik een andere keer over.

de donkere vlek in de bodem van de put is de onderkant van de geul; in het profiel is de overstoven geul (slecht) te zien

Aan het eind van de middag lag er een keurige rechthoekige bak, met waterpas rand. Nu maar hopen dat het niet zou gaan regenen ’s nachts waardoor de randen weer zouden kunnen instorten… Gelukkig viel dat mee.

Vrijdag was de grote dag! Om 08.00 arriveerde Gerrit van Kilian Water. In de bak kwam superstevig folie, daarin een geperforeerde drainageslang die via een monsterputje is aangesloten op de afvoer.

Rond de drainageslang grind, wat werd afgedekt met worteldoek.

Op het worteldoek kwam zand, dat ook weer exact waterpas moest worden afgewerkt. Daarop ligt de toevoerleiding, en daarnaast werden de rietplantjes geplant.

De plantjes zien er nog wat miezerig uit. Maar riet is oersterk, dus als het goed is overleven ze het wel.

En het geheel werd weer afgedekt met een laag grind.

Intussen arriveerde de vrachtwagen met de septic tank en pompput. Dat was heel erg spannend, want ons onverharde pad is er door alle regen niet steviger op geworden. En het onvermijdelijke gebeurde dan ook, de vrachtwagen kwam vast te zitten. Gelukkig trok Edwin hem er zo weer uit.

De vrachtwagen heeft een kraan waarmee hij de putten in het gat tilt. Óók een heel spannende operatie!
Mooi speelgoed hoor, zo’n glimmende vrachtwagen met supersterke kraan…

Met één schuin oog op Buienradar hebben we de putten geplaatst. En gelukkig: het ging exact op het moment dat hij weer op het asfalt was pas regenen.

Daarna moesten alle systemen op elkaar aangesloten worden en de gaten weer gevuld. Al met al waren we om 18.30 klaar.

Het helofytenfilter ligt er keurig bij, al zijn de plantjes nog wat zielig. Maar met al het zware materieel hebben ons pad en het terrein  van de hele operatie flink te lijden gehad…

Op de voorgrond de schachten van de pompput en de septic tank. Op de achtergrond het helofytenfilter. Een deel van de betonplaten van de westschuur hebben we er al uit gehaald, om een rijbaan over het modderpad te improviseren.

Sterke mannen

In ruil voor het gras kwam onze boer met zijn broer (en zijn hulp) ons weer een dagje helpen  met het leeg trekken van de laatste schuur. Daar stonden vooral heel veel oude landbouwwerktuigen in en relatief weinig rommel.

Héél zware landbouwwerktuigen…

Van sommige vroegen we ons af hoe de oude meneer ze er in vredesnaam ooit ín heeft gekregen. Zelfs met behulp van de shovel en vier sterke mannen kregen we de betonmolen er maar nauwelijks uit.

De oogst: een hooischudder, kunstmest- of zaadstrooier, hooiswiller (zo schijnt zo’n ding te heten – wij noemden het altijd een ‘pauwestaart’), mestschuif, twee oude melktanks, een prehistorische betonmolen, stapel oude autobanden, héél veel weidepaaltjes, wat balken en planken die misschien nog bruikbaar zijn tijdens de bouw, de onvermijdelijke oude auto-onderdelen en uiteraard de nodige onbestemde rommel.

Veel apparaten nog in verbazend goede staat. De hooischudder hadden de mannen zo weer draaiend. Een paard ervoor is wel handiger.

De hooischudder houden we, een aantal andere apparaten hebben hun weg gevonden naar liefhebbers en schrootcontainer nummer vier zit nu overvol.

Bloedluis!

We vonden al dat de kippen er de laatste tijd een beetje appelig uitzagen. En opeens zag ik het: bloedluis!

Bloedluis komt in vrijwel ieder kippenhok voor. Maar bij warm en vochtig weer (zoals nu) kunnen de mijten (want dat zijn het) zich explosief vermeerderen. Dat valt in eerste instantie niet op, want overdag kruipen ze weg in kieren en spleten. (En die zitten helaas ook in ieder kippenhok). ’s Nachts komen ze tevoorschijn om de kippen te belagen. Die worden helemaal lekgeprikt. Tot de mijten zo talrijk zijn dat er hele korsten van volgezogen rode mijten in het hok ontstaan. En dat was nu het geval. Getverderrie!

Karali zou een dagje komen helpen bramen snoeien, maar dat werd een dag hok ontsmetten. We hebben het hele hok schoongemaakt met kokend sodawater. Daarna met een verfföhn alle kieren goed heet gedroogd, in de hoop de laatste vampiertjes kapot te stomen. (“Burn baby, burn!” riep Karali uit). En daarna al het houtwerk en alle kieren met witkalk behandeld (dat zou de allerlaatste mijten moeten verstikken).

Het hok zag er prachtig schoon en wit uit. Maar toen ik ’s nachts ging controleren zag ik helaas wéér mijten over de muren kruipen…

We grijpen nog niet naar de fipronil (hoewel ik het hele fipronil-dossier een regelrechte soap vind – er zit meer vergif in een glas wijn!), maar gaan het eens proberen met ‘oliebadjes’ waar de mijten doorheen moeten om de kippen op de zitstok te bereiken. Daar kunnen ze niet doorheen en hopelijk worden de kippen dan niet meer belaagd.

 

 

Te hooi en te gras

Vandaag kwam de boer weer ‘te maaien’. Dat is de tweede keer dit jaar. Eind mei is er ook al een snee af gegaan. Ondanks dat het land niet bemest is, groeit het gras op sommige delen toch nog flink. Vooral waar de leem wat meer aan het oppervlak zit, dat kan je nu goed zien. Het heeft natuurlijk ook wel heel veel geregend de laatste tijd.

We merken nu goed, dat de boeren tegen het weerbericht op moeten werken. Zodra er een droog interval van meer dan 24 uur wordt voorspeld (zoals nu) hoor je overal de maaimachines. En daarna de hooischudders.

Tot hooi zal ons gras het niet brengen dit keer, daarvoor ligt het een dag te kort. Het wordt kuilvoer, waar het jongvee van onze boer van de winter een lekkere hap aan heeft. Een fijn idee.

Omdat de maaimachine niet overal bij kon komen (rond de markeerpaaltjes voor onze grondwaterpeilbuizen en in de hoekjes rond de  schrootcontainer) heb ik een handje geholpen aan de randjes. Ouderwets met vrouwkracht en de zeis. Dat is toch weer anderhalve hap extra voor het jongvee 🙂

Omdat er voor dinsdag regen was voorspeld is de boer nog tot ’s avonds 22.15 bezig geweest om het gras op richels te leggen. Dinsdag kwam de loonwerker, die het in 24 prachtige grote ronde balen draaide.

Jammer genoeg heb ik geen foto van de kar met balen die het terrein af reed, omdat ik toen net bezig was een uitbraak van bloedluis in het kippenhok te bestrijden.

 

Drukke dagen

Nu we hier eenmaal wonen is er zoveel te doen dat het schrijven van blogs een beetje achterloopt.

Afgelopen week hebben we een begin gemaakt met het leegruimen van de “westschuur”. Op dinsdag kwam Joop een dag helpen – toen ging het héél hard.

Joop vindt de zelfgemaakte strijkplank erg leuk

De schuur zit heel wrak in elkaar en lekt aan alle kanten. En wat kwam daar weer een hoop zooi uit! Rottend hout, een oud naaimachine-onderstel, kisten met weckpotten, oude kleren vol rattennesten, héél veel schroot, vijf olievaten met onbekende inhoud, bloempotten, geraamtes van fietsen, bromfietsen en landbouwwerktuigen, een oude bungalowtent, auto-onderdelen, emmers met afgewerkte motorolie, een zelfgemaakte strijkplank, golfplaten, kippengaas, oude kranten, weidepaaltjes, onbestemde stukken oud ijzer, dozen met badkamertegeltjes, vele ongelezen (maar wel door de ratten aangevreten) jaargangen van “De Boerderij”, stukken tuinslang en weer drie oude accu’s.

“Die moet je niet wegdoen hoor”, zei een dorpsgenoot. “Die zijn geld waard!”.

“Oud ijzer, ja”, zei ik. “Maar accu’s?”

“Ja joh, vijftig cent de kilo!”

Eens even nagezocht, en inderdaad. Dat is nou jammer. We hebben al  meer dan 30 oude accu’s naar het afvalbrengstation gebracht die allemaal meer dan 10 kg wogen. (En sommige nog wel véél meer). Daar hielden de mannetjes bij het afvalbrengstation wijselijk hun mond over…

Onaangenaam om in deze vieze zooi bezig te zijn. Hulde aan Joop!

Wat zou de oude mijnheer toch met deze doosjes tegels van plan zijn geweest?

Onder een oude bungalowtent vonden we olievaten met onbekende inhoud
metaal, hout, puin, papier, glas, chemisch… alles wordt netjes gescheiden
En de zoveelste kruiwagen schroot

Het volgende project was het ‘kasje’ dat tegen de schuur was aangebouwd. Ook weer een project van allerlei tweedehands materialen, waaronder nota bene glas-in-lood ramen. Waarschijnlijk uit de tijd dat iedereen die dingen weg deed. Door de jaren heen zijn de nodige ruitjes uit de kas gevallen en vervangen door andere (auto)ramen, die er min-of-meer in geklemd zijn. In, achter en rond de kas uiteraard weer de nodige onbestemde zooi. Het geheel stevig overwoekerd door een druif en braamstruiken. Het heeft me heel wat schrammen gekost voordat alles weg en vrij was.

Het ruimen leverde weer een overvolle 10-kuubs container met afvalhout op. Die ik dit keer zonder spijt zag vertrekken: het was echt allemaal vies, oud en rot, nergens bruikbaar voor.

Met de regen van de laatste weken en het verkeer van containerwagens heeft ons toegangspad het zwaar te verduren. Een deel is op zand, daar gaat het prima, maar een deel loopt ook over wat lemiger grond. Binnenkort gaan we eens kijken of we een mini-puinbreker kunnen huren. We hebben al aardig wat puin liggen en met een laagje gebroken puin kunnen we mooi het pad verstevigen.

Intussen heeft Joris de werkplaats van de oude mijnheer ingericht als zijn eigen werkplaats. Nadat ik de muren had witgeschilderd zag het er al een stuk vriendelijker uit. Wat een opluchting dat we nu het meeste gereedschap weer kunnen vinden!

De kittens Minoes en Max groeien voorspoedig. Ze mogen nu ook naar buiten en komen weer terug als ik ze roep. Buiten spelen is leuk, maar de varens in de vensterbank molesteren vinden ze helaas nog véél leuker.

Voor de komende weken staan er nog genoeg projecten op stapel. We gaan het helofytenfilter aanleggen dat ons afvalwater moet zuiveren, we gaan de laatste schuur leegmaken, er moet heel wat snoeiwerk gedaan worden en we gaan het pad verstevigen. Wie komt er helpen?