Alles tegelijk

In mei was het nog lang koud. En juni was heel warm.  Daardoor zijn in de moestuin de vroege groenten laat en de late groenten vroeg. Alles is dus tegelijk.  Met het hete weer schiet alles de grond uit en omdat ik ijverig water geef groeit het meeste goed. We oogsten volop sla, broccoli, meiraapjes, spitskool, koolrabi, tuinbonen, kapucijners, sugar snaps, knolvenkel, verse uien en jonge aardappels. Wat we niet op kunnen geven we weg of vriezen we in. De vriezer zit al halfvol en dan moeten de sperziebonen en courgettes nog komen!

   

   

De bietjes gaan  wat minder dit jaar, vooral omdat de jonge loopeendjes een voorliefde hebben voor bietenblad. En dan eten ze niet de snijbiet (die ook welig groeit, maar waar we niet eens aan toe komen), nee, het moeten natuurlijk de mooie zoete zaailingen van zomerbietjes  zijn. Nou ja, niet alles kan goed gaan.

Met het gedierte gaat het sowieso wat minder. Nel geeft nog altijd niet meer dan een halve liter melk per dag (plus wat de lammeren drinken. Dat moet overigens het nodige zijn, want ze groeien als kool.) De schapen blijken een worminfectie te hebben, die ze waarschijnlijk hebben meegebracht van de verkoper en die zich pas bij warm weer openbaart. In eerste instantie sloeg het ontwormingsmiddel wat ik van de dierenarts kreeg ook nog niet aan: hun wormen zijn er resistent voor. Ik heb ze nu opnieuw ontwormd met een ander middel. Beide keren betekende dat, dat ook dat halve litertje melk een week lang mijn neus voorbij ging (wachttijd).

De lammetjes zijn flink gegroeid. In dit hok zet ik ze ’s nachts apart, zodat ik moeder kan melken. Ze liggen er overdag ook graag in voor de schaduw te herkauwen. Het was een konijnenren. We vragen ons af voor wat voor soort konijn precies, want het hok is zo zwaar, dat het alleen met de trekker te verplaatsen is. Het is in ieder geval lammetjes-proof!

Vanwege de wormen moet ik een streng omweidingsregime aanhouden: ze mogen pas na 3 maanden terugkomen op een plek waar ze eerder hebben gestaan. Op zich hebben we natuurlijk weiland zat, maar het betekent dat we bijna alleen plekken in de zon hebben. De schaarse plekken met schaduw zijn inmiddels ‘verbruikt’ en op de plekken waar nog schaduw is kan ik de elektrische netten niet goed neerzetten. Op echt hete dagen zet ik de dames daarom aan een pen langs het pad.  Dat was even wennen, maar het is te prefereren boven oververhitte schapen in de zon.

Nel en Babette liggen ook graag in de schaduw.

Het omweidingsregime betekent overigens ook dat het gras te lang wordt op de plekken waar de boer niet heeft gemaaid. Ik doe mijn best met de zeis, maar het is niet bij te houden. Daar moeten we echt nog een oplossing voor verzinnen!

Arie staat, in verband met geboorteregulatie, momenteel apart. Maar hij wordt helemaal hysterisch als hij de dames niet in het oog kan houden. Dan stelt een schrikdraadnet weinig voor… Nadat hij zich tot vier keer toe als een soort rollade in het net had weten te wikkelen heb ik besloten dat hij ook aan een pin gaat, buiten het damesweitje. Best handig, eigenlijk. Zo kan hij mooi het gras maaien rond ons opgeslagen bouwmaterieel. Wel goed opletten steeds, dat hij niet binnen bereik van de boompjes staat. Want die eet hij ook graag.

En de kippen zijn, na de eiervloed in maart en april, in de loop van mei weer vrijwel helemaal gestopt met leggen. Binnenkort moet ik de geconserveerde eieren gaan aanbreken. In Amersfoort hebben we nooit problemen gehad met de kippen, maar hier heb ik drie keer nieuwe gekocht en houden ze er na een poosje telkens mee op. Vreemd. Tuinbouw ligt me duidelijk beter dan veeteelt.

Leentje en haar kroost maken de moestuin dus onveilig, maar wagen zich af en toe ook daarbuiten. En dat is dan weer minder, want gisteren liepen er opeens nog maar vier pulletjes achter Leentje aan. Gepakt door een kat, vos, rat of marter? We zullen het nooit weten…

Leentje en de eendjes op 21 juni. Het achterste witte eendje was gisteren opeens weg…