Luchtballon

En opeens stond De Hoeve op de voorpagina van alle kranten!

Wij hebben er niets van gemerkt; Joris was toevallig naar de film en ik heb rond 21.00 de schapen in de nachtkraal gezet. Daarna heb ik met Aska de kliko aan de weg gezet (dat is 500 m lopen). Daarna nam ik een douche (het was bloedheet en drukkend weer). Het viel me op dat ik steeds meer sirenes hoorde en dat er op een zeker moment ook helicopters over ons heen rondjes aan het cirkelen waren. Toch maar even gekeken op de 112-meldingen. En toen bleek dat er vlak achter ons iets was gebeurd. O jee, toch niet bij een buurman? Op een boerderij kan veel fout gaan…

Van mijn voornemen om vroeg naar bed te gaan kwam dus niets. De IJkenweg loopt achter ons langs. Al snel bleek dat het (gelukkig) niet ging om een brand of een ongeluk op één van de boerderijen die daar liggen maar om een neergestorte luchtballon. Die is neergekomen in een weiland op hemelsbreed nog geen kilometer van ons huis!

Een groot drama: al snel bleek dat er in ieder geval één dode was en meerdere (zwaar)gewonden. Ik ben er niet naartoe gegaan; er reden al hele stoeten hulpverleners, ophalers van familie en helaas ook ramptoeristen over de smalle IJkenweg af en aan.

In de loop van de ochtend werd duidelijker wat er gebeurd was. Een buurvrouw vertelde dat de ballon eerst in het weiland achter hen wilde landen (groene stip). Maar toen kwam er een heel heftige windvlaag. Daardoor haalde de ballon de grond niet, voordat hij weer moest opstijgen vanwege de bomen langs de Noordwoldervaart. Vervolgens is hij verderop in het weiland geland (oranje stip), maar door de harde wind had hij nog steeds teveel vaart, waardoor de mand is gaan stuiteren en verschillende van de 34 (!) inzittenden uit de mand geslingerd werden.

Ik heb er dus niets van gezien, want ik was aan de oostkant van ons huis (gele stip) met de schapen bezig. Daar kijk je tegen het bosje aan de noordkant van het huis aan.

Van die heftige windvlaag heb ik ook weinig gemerkt. Wel dat het eventjes ging waaien. Ik dacht ‘Hé, vandaag al een buitje? Die waren voor morgen voorspeld.’ Het was dus echt een heel lokale (val?)wind. Die kunnen in een hete atmosfeer zomaar ontstaan. Toevallig schreef de NRC onlangs een artikel over hoe dat de ballonvaart bemoeilijkt. Het KNMI trouwens ook.

Nu is dit natuurlijk een drama. Afschuwelijk voor alle betrokkenen, dat wat een leuk bedrijfsuitje had moeten zijn zo eindigt.

Tegelijkertijd vind ik het al lange tijd moeilijk om sympathie op te brengen voor de ballonvaart. Die luchtballonnen in de lucht zien er heel vrolijk uit. En het is – daar twijfel ik geen seconde aan – geweldig om het landschap op die manier te beleven. Maar wat de lucht in gaat, moet ook weer naar beneden komen. En daar gaat het vaak mis.

De ballonvaart stelt steevast “Luchtballonnen mogen volgens de wet overal landen“. Dat zou volgen uit artikel 14 van de Luchtvaartwet. Dat artikel is overigens al sinds 2009 vervallen, en vervangen door artikel 8.1a en artikel 8a.50 van de Wet Luchtvaart. Daarin staat, vrij vertaald, dat een onbestuurbaar luchtvaartuig overal mag landen.

Nu is dat vast een heel nuttig wetsartikel als je een Boeing 747 bestuurt en er ontstaat brand in de motor. Dan heb je al genoeg problemen, ook zonder dat je op zoek moet naar een vliegveld om het ding op verantwoorde wijze aan de grond te zetten. Maar een luchtballon gaat willens en wetens onbestuurbaar de lucht in. Dat is toch wel een beetje anders.

Er is een ‘Gedragscode Ballonvaart’ . Dit zijn afspraken die oorspronkelijk in 2005 gemaakt zijn door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart, de Professionele Ballonvaarders Nederland en LTO Nederland vanuit de landbouw. In die gedragscode staat onder andere dat een ballonvaarder bij het landen rekening moet houden met vee in weilanden en stallen. Maar het blijft een onbestuurbaar ding. “De wind is ons stuur” zeggen ze dan.

Het komt dan ook regelmatig voor, dat bij het landen wél paarden, koeien, schapen of honden in paniek raken. Niet alleen bij het landen trouwens. De dingen vliegen vaak heel laag over, je kunt horen wat de mensen in de mand zeggen. Aska raakt altijd al in paniek als er zo’n ding overkomt, en ze is niet de enige hond in het dorp! Paarden, koeien en schapen zijn nog schrikachtiger. Deze mevrouw schreef er in 2021 een duidelijk blogje over.

In 2019 is er een rechtszaak geweest over een geval waarbij een ballon landde in een paardenwei. Daarbij raakten de paarden zo in paniek, dat er een paard uiteindelijk geeuthanaseerd moest worden, terwijl een ander paard blijvend kreupel raakte. In die uitspraak heeft de rechter klip en klaar gezegd dat de Gedragscode Ballonvaart niet boven het recht van de grondeigenaar gaat, om al dan niet toestemming te geven. De ballonvaarders hadden dus toestemming moeten vragen om te landen.

Maar dat deden ze niet, en doen ze nog altijd niet. Je wordt geacht het maar leuk te vinden als er een ballon op je land landt. Je krijgt dan als ‘geschenk’ een fles drank of, als je daar geen prijs op stelt, een ‘schadevergoeding’ van een paar tientjes (richtbedrag is €35 voor een ballon met zes personen, plus €2,50 per persoon extra, een fooi dus). Daarvoor moet je het maar goed vinden dat de opruimploeg je land oprijdt om het gevaarte weg te halen en de passagiers naar huis te vervoeren. Met alle schade aan grond en gewassen van dien.

Dierenartskosten vanwege de paniek onder je vee? Bewijs maar eens dat die abortussen bij je schapen door die luchtballon van de week ervoor kwamen. Of dat die laag overvliegende luchtballon de reden was dat je geit zich verstrikte in het hek (en een hartaanval kreeg).

Bij de herziening van die Gedragscode Ballonvaart in 2013 heeft LTO dan ook niet opnieuw ondertekend. De ballonvaartmaatschappijen wapperen echter nog steeds met hun ‘Gedragscode’ alsof dat een op regelgeving gebaseerd document zou zijn. Het is niets meer of minder dan een sectorale, éénzijdige afspraak, zonder enige rechtsgeldigheid, die bovendien al eens in een juridische uitspraak is ‘nat gegaan’.

Edit: LTO heeft overigens sinds 2012 verschillende keren geprobeerd nieuwe afspraken te maken. Daarbij steekt LTO in op een bedrag van €100 landingskosten, plus €10 per passagier. Persoonlijk vind ik dat nog steeds ontzettend laag. Als je de loonwerker moet laten komen om je weiland opnieuw te egaliseren en in te zaaien ben je een veelvoud kwijt, om van schade aan in paniek geraakte dieren nog maar niet te spreken.

En dan heb ik het nog niet over de paniek onder wilde dieren. Volgens die Gedragscode mag er ook niet laag gevlogen worden boven natuurgebieden en mogen ballonnen daar niet landen. Maar ik zie telkens opnieuw luchtballonnen vlák boven de boomtoppen van het Lindedal zweven. En de plek waar deze ballon eerst probeerde te landen (zie de groene stip) is nota bene ‘natuurland’ van Staatsbosbeheer, dat wordt verpacht.

Een ballonvaart is dus een leuk uitje voor de paar mensen in de mand, maar zorgt voor heel veel overlast en schade voor mens, dier, landbouw en natuur. (“Leuk in de mand, kwalijk op het land”, ik kan er zo een campagne mee beginnen.)

Als je op vakantie gaat parkeer je toch ook niet tegen de avond je auto op een willekeurige oprit, zet je tent op in de achtertuin en installeert je op de bank van iemand anders?

Het is dus de vraag hoe houdbaar deze vorm van vermaak is in een vol land als Nederland. Temeer omdat de ballonnen steeds groter worden, en het landen dus meer schade veroorzaakt en meer risico’s kent. De ballon die gisteravond bij ons achter landde had maar liefst 34 mensen aan boord!

Dat kan dus niet goed blijven gaan. Dat is helaas gisteravond wel gebleken.

Seizoensklus: helofytenfilter maaien

Nu we hier al acht (!) jaar wonen heeft het jaar een herkenbaar ritme. De seizoenen verschuiven langzaam van het schoonmaken van de moestuin naar het zaaien, het water geven, mulchen en mesten, het oogsten en verwerken van de oogst. En van de geboorte van de lammeren naar het spenen, het melken, kaas maken, verkopen of naar de slager brengen van de lammeren en het nieuwe dekseizoen. Ook komen er in ieder seizoen een paar vaste klussen terug. Daarom een nieuwe serie blogjes over deze seizoensklussen.

Te beginnen met ons helofyten- of rietfilter, dat al acht jaar al ons afvalwater zuivert. Hoe het werkt heb ik destijds bij de aanleg beschreven. Om die werking te behouden is het natuurlijk belangrijk het te onderhouden. De eerste paar jaar maaide ik het maar één keer, in oktober of november. Maar eigenlijk is het veel beter als de groei in het riet blijft zitten. Dan neemt het immers de voedingsstoffen uit het afvalwater op, en houd je schoner water over.

Dus sinds een paar jaar doe ik ook in de zomer een maaibeurt. Liefst nog voordat de bloeiwijzen tevoorschijn komen. Maar dat lukte dit jaar niet, want het was (gelukkig!) best wel regenachtig de afgelopen weken. Nu wordt er droog weer voorspeld, dus had ik hier eindlijk maar eens tijd voor gemaakt.

Het riet staat ruim 3 meter hoog en moet zo ‘schoon’ mogelijk, dus zonder snippers, gemaaid worden. Het beste is met een zeis, zei het bedrijf dat het filter aanlegde. Ik heb dat wel eens geprobeerd, maar mijn zeis is daar te licht voor. Die is voor gras, voor riet heb je een lomper exemplaar nodig.

Met de bosmaaier dan maar. Helaas werkt dat ook niet optimaal, als het al zo hoog staat. De rietstengels vallen over elkaar heen, ik sta er blind een beetje in te ‘roeren’ met de maaier, en als ik de gevallen stengels probeer weg te ruimen blijken er altijd nog een paar intact te zijn (en mijn handen open te halen, dwars door de handschoen heen).

Uiteindelijk werkt het nog het beste gewoon met een snoeischaar. Steeds een bos riet bij elkaar pakken en de stengels op ongeveer 30 cm hoogte doorknippen. Dat gaat wel langzaam, maar uiteindelijk is het dan veel makkelijker op te ruimen, dus netto kost het evenveel tijd. Plus het maakt een stuk minder herrie en de boomkikkers hebben tijd om zich uit de voeten te maken.

Al met al is het toch altijd wel een paar uur zwaar en warm werk.

Het riet van deze zomermaaibeurt kan ik drogen en als strooisel in de stal gebruiken. (In de winter kan dat niet, want dan kan ik het niet drogen). Daarvoor moet het wel gesnipperd worden, anders zijn de taaie en lange rietstengels heel lastig bij het uitmesten. In potstallen voor koeien wordt wel riet gebruikt. Maar die worden met een shovel uitgemest, niet met de hand…

De nieuwe parkeerplaats vormt een uitstekende plek om het riet te drogen!

Zoals meestal is het verwijderen van de laatste beetjes riet van het filter het meeste werk. Het is belangrijk dat er zoveel mogelijk snippers en bladafval van het filter verwijderd worden. Hoe minder humusvorming, hoe beter en langer het filter zijn werk blijft doen. Met een hark wordt het niet goed schoon, omdat je dan onvermijdelijk ook grind mee harkt. Maar als het grind (en alles wat er op ligt) goed droog is gaat het met de bladblazer heel aardig! Het kost nog best een paar beurten met de maaier, de hark en de bladblazer om alles weer schoon te krijgen.

En dan heb je vanaf het filter (waar we natuurlijk nooit staan) prachtig uitzicht op alle gebouwen rond het erf die we het afgelopen jaar gebouwd hebben. Met op de voorgrond de volgende seizoensklus: de theestruikjes in de eendensloot snoeien.

Fruitjaar

Het is een raar jaar in de moestuin. Door het kurkdroge voorjaar (en doordat ik nog steeds geen goed watergeefsysteem heb aangelegd) zijn veel van mijn zaaisels mislukt. Vooral de fijnere zaden, zoals worteltjes, prei en kool, zijn heel slecht (of niet) opgekomen, of na opkomst weer doodgegaan. En nu het wat wisselvalliger is geworden zijn veel van mijn late zaaisels (zoals de tweede poging van worteltjes, groenlof en zomersla) wel opgekomen maar onmiddellijk afgegraasd door slakken.

De gezaaide broccoli is wel opgekomen, maar maakt -ondanks goede zorgen en bemesting- nauwelijks knoppen. De uien zijn volledig ten onder gegaan aan uienvlieg. Daarentegen hebben we wel een goede oogst gehad van de asperges, tuinbonen, kapucijners en sugar snaps. En gelukkig zijn er altijd courgettes en sperziebonen (al zijn die dit jaar later dan anders).

Maar daar staat tegenover dat het een fantastisch fruitjaar is! Dat begon al met de aardbeien, die groot en sappig waren (hoewel er wel veel aardbeibloesems bevroren; we hadden nog tot heel laat nachtvorst). Daarna heb ik kilo’s bessen kunnen oogsten. En dat ondanks het feit dat ik vorig najaar de bessenstruiken bijna allemaal verhuisd had van de moestuin naar de nieuwe fruittuin.

Het was een goed idee om één van mijn twee uit Amersfoort meegenomen vijgenstekken tegen de bovengrondse watertank aan te planten (pal aan de zuidkant uiteraard). Door de warmtebufferende werking van de tank zijn de embryo-vijgjes niet bevroren en rijpen ze nu heerlijk af. Vijgen uit eigen tuin… dat is dan toch een (klein) zilveren randje aan de klimaatverandering.

En er zijn bramen! De naar de fruittuin overgeplaatste doornloze braam is nog niet bekomen van zijn verhuizing, maar dit jaar zitten de (vele) wilde braamstruiken helemaal vol met vruchten. De afgelopen tijd is er net voldoende regen gevallen om ze lekker sappig te houden, en het is zonnig genoeg om ze heerlijk zoet te maken. Ik probeer elke dag een kilo te plukken. Een beetje voor over de kwark, en de rest voor de vriezer, om als ik tijd heb (haha) jam of bramen-vlierbessenport van te maken. De vlierstruiken hangen ook mooi vol bessen die over een week of twee rijp zouden moeten zijn.

In 2017 heb ik 50 fruitbomen geplant. Die kregen met de droge zomers van 2018-2019-2020 een waardeloze start. Ze leiden voor het grootste deel een kwijnend bestaan, en sommige hebben het ook niet gered. Tot mijn verbazing hangen er nu toch appels in een deel van de bomen! Nu eens kijken hoe ik kan voorkomen dat de Vlaamse Gaaien ze allemaal aanpikken…

Maar het meest verbazende zijn wel de pruimen! In 2017 heb ik ook drie pruimenbomen geplant. Die heb ik nooit op het voortbrengen van ook maar één enkele pruim kunnen betrappen. Maar dit jaar hangen de bomen vol! Eéntje zo vol, dat de eerste tak al is bezweken onder het gewicht!

Ik probeer dagelijks of ze al rijp zijn, en verzamel intussen recepten voor pruimenjam, pruimentaart, pruimenchutney, pruimenwijn… Misschien moeten we ook maar kijken of je ze kunt drogen!

Bloemetjes!

Op 14 juni vierden we dat we allebei 50 zijn geworden. Met bijna 90 gasten, muziek, dans, fantastische taarten, bloedheet weer, een Syrisch buffet en allemaal tentjes in het weiland. We voelden ons bijzonder jarig.

In de aanloop naar het feest was ik bang dat de hele hof droog en dor zou zijn, maar gelukkig viel dat mee. Als verrassing zorgde de hof voor enorme klaprozen langs de oprit, in de borders bloeiden nog net de margrieten en de toortsen begonnen op te komen. (Al waren de klaprozen niet helemaal bestand tegen temperaturen van 30+ graden, dus aan het eind van de middag lagen de bloemblaadjes van die dag op de grond)

Ook op het achtererf hebben we eindelijk bloemen. De ‘tuin boven de grondwatertank’ kon ik vorig najaar niet inplanten omdat ik toen een knieblessure had. Dit voorjaar heb ik er alle zakjes bloemenzaad voor eenjarigen (die ik altijd overal bij krijg) in uitgestrooid. En er cosmea’s tussen geplant die zich in de moestuinpaden hadden uitgezaaid.

En het mooie wc-raampje van Maud krijgt extra nadruk door de ‘Oostenrijkse’ hanggeraniums.

Intussen breekt het jaarlijkse goudsbloemen- en Oostindische kers-festijn in de moestuin ook aan, en de dahlia’s beginnen bijna. Wat heerlijk om weer overal bloemen om het huis te hebben, na zoveel jaren zonder tuin.


Veranda

In 2018 bouwden we de werkplaats. En toen al bedachten we dat het mooi zou zijn om er een veranda aan de voorkant aan te bouwen. Je hebt op die plek het allermooiste uitzicht van het hele terrein. Maar ja, er moest altijd zoveel meer gebeuren… Dus bleef de zuidoostkant van de werkplaats wat onafgewerkt, terwijl de moestuin langzaam die kant op groeide.

Vier jaar later was wel helder waar de veranda moest komen. Maar er waren nog altijd meer urgente dingen te doen!

In 2022 stond het bankje om van het mooie uitzicht te genieten dan ook nog steeds op een paar oude rubber tegels op een scheef en rommelig strookje niemandsland.

In 2023 hadden we besloten de vlonder dan maar vast te láten aanleggen. Maar de vlonderplanken bleken niet leverbaar! Uiteindelijk kwam de vlonder er pas in februari 2024.

Opeens was het scheve stukje niemandsland een prachtige – en verrassend ruime! – plek met uitzicht geworden!

Dat was al een hele verbetering. Maar nadat in 2024 de nieuwe stal, en in 2025 het Brunohokje waren gebouwd, jeukten Joris’ handen om nu eindelijk dit project ook af te maken!

Eerst maar eens het bankje opgeknapt, dat was intussen volkomen doorgerot (en er waren twee bouwvakkers doorheen gezakt). Het gietijzer mooi schoongemaakt en met Hammerite verf (goor spul, maar wel effectief) geverfd, en een nieuwe zitting en rugleuning uit de prachtige hardhouten balken die we in 2018 (?) kregen toen Joost en Monique hun vlonderterras opruimden. Die balken hebben inmiddels al dienst gedaan als van alles en nog wat (inclusief als bekisting voor de fundering van de stal) , maar na een ritje door de vlakbank en heel veel schuren waren ze weer schitterend. Veel te mooi om te verven!

We hadden al jaren materialen verzameld: de juiste dakpannen en mooie oude gietijzeren dakramen om de veranda (en de werkplaats!) niet te donker te laten worden. En in het ‘gastenverblijf’ stond nog een aantal boomstammen waar ik ooit de bast vanaf heb geschild. Waar die nou ook alweer vandaan kwamen weten we niet meer.

Boomstammen plaatsen blijkt een stuk meer werk dan rechttoe-rechtaan balken. Maar het wordt echt ook veel mooier!

Ook nog lastig om de juiste hoek van het dak te bepalen. Er komt vrij veel blad, takjes, bloeiwijzen en andere prut uit de Grote Eik, dus het moet niet al te vlak. Ook al omdat de dakpannen dan gaan lekken. Maar al te steil ziet er dan weer niet uit. En het moet natuurlijk ook aansluiten bij de pannen die al op het dak liggen. Schoonmaken zal sowieso wel een crime worden…

Passen en meten… We hadden nog een restje folie liggen voor onder de knik in het dak; dat is een zwakke plek wat betreft waterdichtheid.

Mooie boeidelen erop, en dan de panlatten. Toen kon je al zien hoe mooi het ging worden.

De gietijzeren dakramen, die al tijden stonden te wachten om gebruikt te worden, bleken in slechtere staat dan ik me herinnerde. De ruitjes vielen er haast uit, toen ik ze op tweede Pinksterdag tevoorschijn haalde. Dus uiteraard moesten we wachten tot de volgende dag, zodat ik een paar bussen kit kon halen. En toen regende het…

Tussen de buien door de loodzware ramen op het dak gemanoeuvreerd. Uiteraard brak er daarbij nog een ruitje. Ook kwamen we erachter dat de pannen op het dak eigenlijk niet goed liggen. Deze pannen hebben links twee richels, en die moeten allebei onder de rand van de volgende pan liggen. Dat hebben we niet gedaan. En daardoor pasten de ramen eigenlijk ook niet goed.

Ooit zullen we het dak dus nog eens helemaal opnieuw moeten leggen. Maar voor nu is het wel even goed. Wat een plaatje!