Joris heeft de afgelopen week druk getimmerd aan wat we het ‘Bruno-hokje’ zijn gaan noemen. Al zal Bruno er alleen in staan in tijden van een overdosis aan lammetjes, als er te weinig ruimte is in de stal. De rest van de tijd kan het gebruikt worden als ziekenboeg, quarantaine-unit mocht ik een keer een nieuw dier aanschaffen, of gewoon voor tuingereedschap.
Verder gaat het gebouwtje een nieuw zaagseltoilet huisvesten en kan de zitmaaier er staan.
En het wordt natuurlijk weer een echt Joris-bouwsel, zeer zorgvuldig uitgevoerd. Met mooie houtconstructies, een degelijk en waterdicht dak en zelfs een dakraam!
Vorig jaar had ik al op 21 februari het eerste lammetje. Bruno was toen op 1 oktober bij de meiden gegaan. Dat is-ie afgelopen oktober weer. En Puck, Mini en Pippi werden mooi rond en ontwikkelden een uier. Van Nel, die ook bij Bruno in de wei heeft gestaan, is minder duidelijk of ze drachtig is. Zij heeft sowieso een goed ontwikkeld uier, na haar vijf eerdere lactaties, en ze weet het altijd goed te verbergen qua omvang.
Als een schaap gelammerd heeft zet ik moeder en kind(eren) altijd 48-72 uur in een apart ‘kraamhokje’. Dan kunnen ze bekomen van het geboren worden, aan elkaar wennen, elkaar op geur en gehoor leren vinden, en kan ik goed in de gaten houden of de lammetjes voldoende drinken.
De stal is wat klein voor de kudde als er ook nog een kraamhokje af gaat. Daarom hebben we weer eens een geïmproviseerd hokje onder de kapschuur gebouwd voor Bruno. De trekker (die daar normaal staat) is tijdelijk uit logeren gestuurd voor een grote beurt. En voor het onwaarschijnlijke (maar niet helemaal onmogelijke) geval dat er een verdwaalde wolf over ons erf zou lopen sluiten we ’s nachts de voorkant van de kapschuur af met een stroomnet.
(Er is een definitief uitbreidingshokje / ziekenboeg / quarantaineunit onder constructie, dat wordt een volgend blogje.)
Ik slaap al weken met mijn telefoon naast me, zodat ik ’s nachts via de babyfoon kan checken of er iets gebeurt in de stal. Maar de dames houden zich helemaal rustig.
Tot 1 maart. Ik fietste even naar een buurvrouw om wat boodschappen op te halen, en zag Mini met een rode bek staan. En twee kleine donkere hoopjes ernaast. Ja hoor, twee mooie meisjes, die netjes door hun moeder werden ontdaan van bloed en slijm. Lente!
We hebben zowaar een weekje heus winterweer gehad, met vorst en sneeuw. Maar toen sloeg het weer om en werd ineens heel duidelijk dat de lente in aantocht is! En laat dat nu hét moment zijn, om iets te doen aan overtollige opslag van bramen.
Die groeien hier overal waar je ze niet weghaalt. En bramen zijn heus een heel nuttige soort. Al is het maar omdat ze zo geliefd zijn bij de boomkikkers. Maar je kunt ook teveel van het goede hebben.
De bramen maken uitlopers, die stiekem door het gras meters het weiland in kruipen. Tot ze worden afgemaaid als we hooi winnen. De afgemaaide top gaat dan vertakken, groeit nog een beetje verder, en als de dagen eenmaal korter worden maken alle vertakkingen wortels aan, en ontstaat er een nieuwe kluit. Vanwaaruit in de lente nieuwe uitlopers komen.
Andere uitlopers gaan de lucht in, en vinden steun in de takken van het hazelaarsbosje. Met dat extra steuntje in de rug kunnen ze in één seizoen meters ver komen, tot ze de grond weer raken. En daar nieuwe wortels maken. Etcetera. Zo ontstaan er bramenkoepels, die zich het afgelopen (natte) jaar enorm hebben uitgebreid.
Omdat ik een hazelaarsbosje wil met een ondergroei van bosanemonen en boshyacinth, en niet van braam, en graag een weiland wil met gras, en niet met braam, moet ik dus af en toe ingrijpen.
Dus ben ik al dagen bramen aan het uitsteken, en met wortel en al aan het uittrekken. In deze tijd van het jaar gaat dat heel goed, vooral waar de grond goed nat is. Op de hogere stukken is het vaak een heel gepulk om de wortelkluiten met groeipunten er in hun geheel uit te krijgen. Gelukkig is het nog niet al te warm; vanzelfsprekend is dit een klusje wat je goed ingepakt in een stevige overall wilt doen.
Na een aantal dagen werk zijn mijn onderarmen desondanks aan flarden, dreigt mijn rug in staking te gaan en liggen er overal langs het pad grote hopen bramen. Die moeten nu eerst maar een beetje uitdrogen, zodat ik ze daarna veilig in een takkenril kan verwerken, zonder dat ze van daaruit weer nieuwe bramenkoepels gaan aanmaken.
En zonder de bramen zijn de opkomende narcissen langs de oude lijn van het pad (dat liep veel dichter tegen het hazelaarsbosje aan dan het huidig pad) ook weer goed te zien. Jaaaaa, het wordt voorjaar! Laat de lammetjes maar komen!
Als je eenmaal begint met bouwen is het moeilijk stoppen. We komen nog net een beetje schuurruimte tekort. In de vorige stal hadden we ook het zaagseltoilet ondergebracht. Sinds we die stal hebben afgebroken hebben we geen zaagseltoilet meer, en dat mis ik eigenlijk best wel. Het was altijd wel handig om, als je in de tuin bezig was, daar even met je vuile laarzen en kleren naar binnen te banjeren voor een snelle ‘boodschap’. Bovendien is het natuurlijk sowieso fijn om een uitwijkmogelijkheid te hebben, we hebben tenslotte (bewust) maar één wc binnen.
Verder is de stal eigenlijk net een beetje te klein. Ook dat is bewust, we hebben namelijk eigenlijk twee schapen meer dan ik eigenlijk zou willen. Het plan was zes ooien, die dan om het jaar gedekt worden, dus drie per jaar. Dat zou voldoende moeten zijn voor onze melk- en kaasbehoefte. Maar twee jaar geleden heb ik, tegen de plannen in, Puck van Babette en Mini van Nel aangehouden. Nu zijn het er acht, plus Bruno de dekram en Krelis de hamel. Binnenkort zijn de lammetjes weer in aantocht en dan wordt de stal eigenlijk te klein. Daarom is een extra hokje waar Bruno in kan, of een kraammoeder met lammetjes, of eventueel als ziekenboeg, ook wel handig.
En tenslotte hebben we een plek nodig voor de zitmaaier. Die staat nu in wat we de ‘zuidschuur’ noemen, het laatst overgebleven en meest bouwvallige van alle bouwvallige bouwwerken die we hier hebben aangetroffen. Eigenlijk zouden we de zuidschuur al lang helemaal willen weghalen, maar momenteel staat en ligt er nog van alles onder. Heel veel hout wat we nog kunnen gebruiken om (houthokken etc) te bouwen. Maar ook de maaier en de hooischudder. En de platte kar moet eigenlijk ook ’s winters ergens onder staan.
Na heel veel puzzelen – wat komt waar?- hebben we besloten dat de zitmaaier in een schuur op het erf komt, samen met het composttoilet en het extra schapenhokje. Volgend jaar gaan we de ‘zuidschuur’ vervangen, daar komt dan een half zo grote carport (de Nieuwe Zuidschuur’) voor in de plaats, voor de platte kar, de hooischudder en nog wat klein spul.
Nu eerst dus het schuurtje op het erf. We besloten tot een verkleinde versie van de stal-kapschuur, waar dan nog wateropslag achter komt te staan. Dit keer vond Joris het wel leuk om zelf eens de draagconstructie te maken, in plaats van die bij fa Oude Hengel te bestellen.
Tussen de bedrijven door ( we zijn weer op allerlei fronten tegelijk bezig op het moment) hebben we de bijkeuken afgemaakt. Toen de laatste laag leem eindelijk droog was heb ik die geïmpregneerd met lijnolie. Hopelijk maakt dat de leem wat steviger en beter bestand tegen natte jassen aan de kapstok. Daarna geschilderd met KEIM mineraalverf.
Het raampje bleef wat weerstand bieden; iedere keer als ik er afplakband op aanbracht en weer afhaalde (bij het lemen en het sauzen), kwamen er stukjes witte verf mee. Toen we het plaatsten zat het redelijk netjes in de witte verf, die heb ik opgeschuurd en overgeverfd. Maar kennelijk is de oude witte verf, die er al op zat, ooit aangebracht op een lijnolieverf. En dat hecht slecht. De enige echte remedie zou zijn om het helemaal kaal te maken tot op het hout, maar dat is geen doen meer nu het al mooi in de leem is geplaatst. Dus ik heb de zwarte vlekken maar een beetje bijgewerkt… het valt niet heel erg op.
Intussen timmerde Joris een kapstok precies op maat en mooi in stijl. Die kreeg ook de nodige lagen verf en plamuur.
En toen kon die eindelijk opgehangen, en was eindelijk de bijkeuken klaar. Wow! Wat een transformatie en wat is de bijkeuken nu een mooi gestylede ruimte. Nu steken de keuken en de woonkamer daar wel wat schamel bij af…