Water is leven (2)

We hebben een bron!

Het landgoed zucht en steunt onder de droogte. De mooie grote kers laat zijn blaadjes vallen of het herfst is. In de houtwallen is zoveel blad afgevallen dat je er dwars doorheen de huizen van het dorp ziet (vorig jaar was het een groene muur tot eind oktober). De lijsterbessen hebben het meeste last, die zien eruit alsof ze dood zijn.

In de moestuin heb ik verschillende gewassen maar gewoon opgegeven, die zijn niet meer te redden. Het gras op het erf is eerst dood gegaan en toen stuk gelopen. Het erf is nu een zandbak. (Dat wordt weer fijn van de winter, dan zal het weer één modderpoel zijn.) Alles is bedekt met een laagje zwart stof: de humus uit onze grond.

      

En al het water moest uit de waterleiding komen. (Hoe de oude meneer het in vredesnaam deed in een droge zomer met enkel die twee regenbakken en koeien en een moestuin, daar breken we  ons werkelijk het hoofd over…)

Een vriend van me heeft een buurman die hydrotechnicus is. Op aanwijzingen van de buurman had de vriend zelf een bron geslagen in de achtertuin, met onbeperkt prachtig helder, koud water. Dat wilde ik ook wel!  De buurman wilde het zelf ook wel komen doen voor een zacht prijsje, samen met zijn zoon.

   

Vorige week donderdag kwamen ze, gewapend met grote buizen en een aanhanger vol materiaal. Maar in tegenstelling tot Bennekom, waar de vriend en de buurman wonen, bestaat hier de grond niet enkel uit zand, maar uit zand en leem. Keileem. Met keitjes erin dus. Die blijven hangen in de puls. Na een hele dag pulsen (bij 35 graden in de schaduw!), was het nog niet gelukt om een  pakket aan te boren dat voldoende doorlatend was voor een bron.

Afgelopen vrijdag een nieuwe poging, met een ander soort boor. Ze moesten tot 14 meter diep gaan, en zelfs deze boor had moeite met de  keien die hij tegenkwam. Gelukkig geen echt grote blokken. Aan het eind van de dag was het even spannend… we dachten dat hij wéér geen water gaf… maar het lukte! Nu kunnen we eigen grondwater oppompen!

Er zit wat leem in het water, en vrij veel ijzer, maar verder is het goed. Waarschijnlijk kunnen we het, als we er een ontijzeringsinstallatie achter zetten, ook gebruiken voor de wc in het nieuwe huis. Die wilden we met regenwater gaan doorspoelen. Maar dan moet er een tank worden ingegraven op het erf. En de tank en de bezorging en het graafwerk gaan bij elkaar veel meer kosten dan een ontijzeringsinstallatie. (Nog los van alle problemen met vrachtwagens die ons pad niet op kunnen, oude septic tanks die nog in de grond in het erf zitten en dergelijke.) We voeren geen water af van het perceel: al ons afvalwater komt, na zuivering door het helofytenfilter, weer terug in het perceel. Dus feitelijk gebruiken we de grond dan als opslagtank.

De nieuwe locatie is iets moeilijker bereikbaar met de trekker dan de ‘bouwput’ waar het kraanwater zit, dus het blijft een enorm karwei om de boompjes van water te voorzien. We moeten nog een waterleiding aanleggen naar een tappunt waar we goed bij kunnen. Voorlopig is het nog veel heen en weer rijden. Ik vraag me af wat er over blijft van het historische microreliëf. Eén voordeel: ik leer heel goed manoeuvreren met de trekker.

De moestuin is met de tuinslang goed bereikbaar vanaf de pomp. Eens zien of het lukt om die te laten herleven! Jammer genoeg zit er waarschijnlijk nog  teveel zand / leem in het water om de zwenksproeier erop te zetten.