The hole in the bucket

We hebben het weer eens – al maanden – te druk om blogjes te schrijven. Joris besteedt iedere vrije minuut aan het huis. Ik heb in september wat kantoorklussen aangenomen, omdat ik verwachtte wel een paar maanden invalide te zijn door de gescheurde kruisband. Maar dat viel erg mee: ik was na een week of acht eigenlijk weer helemaal op de been (tot grote tevredenheid van zowel de fysio als mijzelf). Maar door het kantoorwerk had ik het dus in oktober en vooral november verschrikkelijk druk. En zijn er talloze klussen blijven liggen. Mijn klussenlijst past intussen nog maar net op het whiteboard.

Dit is uiteraard nog los van de zaken die elke dag of elke paar dagen moeten gebeuren: de schapen melken, de stal aanvegen, afwassen (moet minstens 2 x en op kaasmaakdagen wel 4 x gebeuren anders staat het aanrecht vol) , met Aska wandelen, de pelletkachels schoonmaken en bijvullen, de leemkachel in het huis opstoken, de caravan opruimen en stofzuigen (moet echt elke dag), de dieren voeren, eten koken, de melk verwerken tot kaas (hoeft gelukkig nog maar eens in de 4 dagen) , de was doen, de badkamer schoonmaken, de schapen elke 3 dagen op vers gras zetten, het composttoilet legen, boodschappen doen… Het zijn allemaal kleine klusjes maar ze kosten allemaal tijd. En hoewel ik om 6 uur opsta en doorga tot 21.30 heb ik eigenlijk maar een paar uur per dag ‘over’ voor kantoorwerk of grotere klussen.

Wat ook niet helpt, is dat alles zo ontzettend inefficiënt geregeld is. Het huishouden is zo langzamerhand verdeeld over drie plekken: koken en douchen kan nog altijd alleen in de stacaravan en daar eten we (meestal) en slapen we dus ook. Maar heel veel spullen staan in het huis, in het kantoor of op de zolder boven de werkplaats. Dat is geleidelijk zo gegroeid, maar het gevolg is dat we talloze keren per dag heen en weer lopen om dingen te halen die elders staan (of dingen terug te brengen als de hoeveelheid legruimte in de stacaravan weer eens op raakt).

Ook hebben we intussen een werkplek in het huis ingericht, want met zijn tweeën kantoorwerk doen in het kleine kantoortje was onmogelijk sinds we de helft van de tijd aan het videovergaderen zijn. (Op dagen dat de installateur er is, is het huis overigens ook niet de meest rustige werkplek.) Uiteraard betekent het, dat de kachel in het huis ook één keer per dag gestookt moet worden, om de temperatuur een beetje aangenaam te houden. Dat lukt overigens heel aardig. Om de warmte een beetje vast te houden in het ‘voorhuis’ heb ik gordijnen geïmproviseerd in de deuropeningen. Want aan het maken van mooie eiken deuren van oude vloerplanken komt Joris voorlopig uiteraard ook niet toe.

Het doet allemaal een beetje denken aan het liedje over ‘the hole in the bucket‘. We zijn zoveel tijd kwijt door alle houtje-touwtje oplossingen, dat we nauwelijks aan definitieve oplossingen toe komen. En er moet nog zó vreselijk veel gebeuren voor het huis bewoonbaar is (zelfs met onze vrij lage standaarden voor ‘bewoonbaar’):

  • de installaties moeten afgemaakt en het hele warmwater systeem moet opwarmen;
  • er moet minimaal een deur in de WC zitten (en liefst ook in de badkamer en de woonkamer);
  • de badkamer moet nog gestuukt (en ik wil eerst de kelder stuken, om te oefenen) en het sanitair moet geplaatst en aangesloten;
  • de ‘tijdelijke woonkamer’ boven de uiteindelijke woonkamer en de keuken moet nog deels voorzien van isolatie, voorzien van folie, afgetimmerd en geschilderd;
  • de vloer in de ‘tijdelijke woonkamer’ moet geïsoleerd en afgemaakt en de parketvloer (die we laatst per ongeluk op een online veiling gekocht hebben) moet er op komen;

Maar het is vertraging op vertraging. Al vanaf april. Momenteel heeft de installateur het verschrikkelijk druk (net als alle installateurs in Nederland, het was zelfs op het NOS-journaal). En we hebben de hoeveelheid werk die in onze warm-water-in-de-zomer-van-de zonneboiler-en-in-de-winter-van-de-kachel installatie zit toch wel een klein beetje onderschat. Zo één dag per week weet de installateur voor ons vrij te maken. Dan is hij er ook om half acht (dan hééft hij dus al materialen ingekocht) en hij werkt door tot ver na vijven, en volgens mij doet hij dat nu al een jaar lang zes dagen per week dus aan zijn inzet ligt het zéker niet. Maar ja, personeel is niet te krijgen, en ze krijgen allemaal corona, en materialen worden met vertraging geleverd, en het loopt uit en uit en uit…

Klinkt dit gefrustreerd? Ja, wel een beetje. We gaan tóch weer op naar – inmiddels – de vijfde kerst in de stacaravan… en we hadden zó gehoopt dat we ongeveer nu wel in het huis zouden kunnen wonen. Maar goed, het is niet anders. Gewoon elke dag een klusje van de lijst uitvoeren. (En dan niet bedenken dat ‘nestkastjes schoonmaken’ en ‘kerstkaarten maken’ er nog niet op staat…)

Progressie…

Een jaar geleden werd er regelmatig gevraagd ‘of het al af was’. En dat wordt nog steeds gevraagd. Nee dus. Wat niet wil zeggen dat er niets gebeurd is. De laatste twee maanden is er heel hard gewerkt…

Oktober 2020: Zo zag het er een jaar geleden uit als je de voordeur binnenkwam.
En zo is het nu. Zelfs de toiletpot hangt al! (Al zit er nog geen deur voor…). Links komt binnen een paar weken de trap. Nu moeten we nog telkens de ladder op en af…
Oktober 2020: je keek nog het hele gebouw door…
En vanuit hetzelfde punt (in de aangebouwde schuur / toekomstig gastenverblijf) nu. De trap ligt te drogen na het oliën.
Oktober 2020: Er ontbraken nog wat laagjes aan de vloer…
En die vloer is (hier in de keuken) nu zelfs helemaal af! (En wordt met oude vloerkleden beschermd tegen steentjes, schroefjes en binnengebaggerde modder onder bouwvakkerslaarzen)
Oktober 2020… zo was de keuken, met de kachel in wording
Iets gedraaid perspectief, maar dit ziet er al heel anders uit!
Oktober 2020: dit zag je als je in de keuken omhoog keek…
En dit zie je nu!
Oktober 2020: de kachel nog in aanbouw.
Intussen vol in bedrijf (al zijn we nog wat zuinig met stoken nu we nog niet in het huis wonen)
Oktober 2020: Zo was de bovenverdieping: geen isolatie, geen binnenwanden en de vloer bestond uit losse OSB-platen.
De gebintbalken zijn (bijna allemaal) geschuurd en ge-olied, er ligt een planken plafond, waarboven Joris intussen de zwevende verdiepingsvloer aan het maken is (om de ventilatieslangen heen), er zit heel veel vlaswol in het dak, wat deels al is afgedekt met folie èn er staan (een paar) binnenwanden.
En nog een paar stappen achteruit: in de voorkamer boven is het nu licht, dankzij dakramen en een dakkapel.
Oktober 2020: nog geen buitenbekleding, geen dakkapel, geen dakraam…
En zo ziet het huis er nu van buiten uit.
Kortom, we zijn er nog niet, maar het begin al aardig huiselijk te worden!

Tegels

Hoera, de tegelzetters waren er (eindelijk). En nog harder hoera toen ze weer weggingen. De tegels liggen er mooi in, maar we vonden het geen gemakkelijke heren.

De tegels zijn nogal ‘natuurlijk’ van uitstraling. Dat leek me wel passen bij het huis. Eerlijk gezegd moet ik, nu ze er liggen, wel een beetje wennen; het is wel héél rustiek. Maar dat heeft een heel groot voordeel: je ziet er veel minder op dan op strakke, rechte, gladde tegels. Zelfs als de laagstaande zon er op schijnt.

(We hebben ook nog – heel kort – een gietvloer overwogen. Prijzig, maar prachtig. Alleen heb je er wel een robotstofzuiger bij nodig. Niet praktisch, bij onze levensstijl.)

Ook de badkamerwanden zijn betegeld – voor zover we dat wilden. Nu moet ik echt met kalkstuc aan de slag op de rest van de wanden!

Ventilatie

We doen erg ons best om ons huis volkomen tochtdicht te maken. Alle kiertjes plakken we zorgvuldig af. En er zitten in een huis meer kieren dan je denkt! Dit plaatje (weliswaar van een niet-Nederlands type huis) geeft aan waar zulke kieren typisch kunnen voorkomen.

Daardoor lekt warme lucht ongecontroleerd weg. En ’s zomers, als je het huis koel wilt houden, komt er juist ongewenste hete lucht door de kieren naar binnen. De mannen van Plushuis hebben er heel wat blogjes over geschreven. En een video gemaakt die niets aan duidelijkheid te wensen overlaat.

Maar een beetje frisse lucht in huis is toch juist belangrijk? Ja, absoluut! Maar we willen wel de temperatuur in huis op peil houden. Dus wisten we al vanaf het begin dat we mechanische ventilatie met warmteterugwinning (wtw) wilden. Zogeheten ‘balansventilatie’. Daarbij stroomt de warme lucht die uit het huis wordt afgevoerd, langs de koude, schone lucht die het huis wordt ingezogen. En staat daarbij zijn warmte af, maar natuurlijk niet het vocht en vuil wat er in zit. ’s Zomers net andersom; dan wordt de te warme schone buitenlucht ‘voorgekoeld’ door de koelere lucht vanuit het huis.

Balansventilatie heeft begin deze eeuw een slechte naam gekregen, omdat in nieuwbouwwijken, met name in Amersfoort-Vathorst, het extreem slecht werd aangebracht. Mensen vonden de ventilatieroosters in iedere kamer niet mooi en timmerden ze weg of hingen er keukenkastjes voor. Daardoor ontstond natuurlijk een enorm ongezond binnenklimaat, met schimmel en CO2 ophoping. Intussen heeft balansventilatie in combinatie met een luchtdichte afwerking zich al lang en breed bewezen als enorm belangrijke factor om het energieverbruik te beperken.

Maar kan er dan nog wel een raam open? Ja natuurlijk! Sterker nog, de huidige generatie WTW’s is vraaggestuurd. En slaat alleen aan als de concentratie CO2 of VOS (vluchtige organische stoffen, zeg maar ‘poep- en kookluchtjes’) een bepaalde waarde overschrijdt. Dus zolang het lekker weer is kunnen ramen en deuren open, maar als het koud (of erg heet) is doe je ze dicht, blijft de temperatuur binnen op peil en neemt de WTW ventilatie unit de frisse lucht voor zijn rekening.

Hier komt straks het rooster voor frisse lucht. Jahaa, die spinnenwebben gaan nog weg…

Al toen we alleen nog maar droomden van het huis wat we ooit (wanneer? waar?) wilden laten bouwen verheugde ik me op die balansventilatie. Ik kan namelijk absoluut niet slapen in een muffe slaapkamer. Dus hebben we zomer en winter een raam open staan. In de slaapkamer in ons vorige huis (onder het matig geïsoleerde platte dak en met een muur op het zuiden) kon ’s zomers de temperatuur oplopen tot ver boven de 30 graden, terwijl het ’s winters soms onder de 10 graden was. In de stacaravan is het uiteraard nog slechter; wat isolatie en ventilatie betreft scoort de caravan nog vele malen slechter dan het jaren ’50 huis uit dit blogje.

Dus zijn de mannen van Hoekstra al dagen bezig met het aanbrengen van een heel labyrinth van ventilatieslangen. Het ziet er zeer indrukwekkend uit!

Dit is weer zo’n heel belangrijk aspect van de bouw waar je weinig van ziet, maar dat essentieel is voor de energieprestatie en het comfort. In combinatie met het luchtdicht bouwen, een hoge thermische massa door de kalkhennep en een dikke laag leemstuc èn de vochtbufferende werking van leem, kalkhennep en vlaswol verwachten we dat het huis fantastisch comfortabel gaat aanvoelen. Sterker nog, alle bouwvakkers merken dat al op zodra ze binnen zijn. En dan zit nu de leemstuc er nog niet eens op!

Belangrijk om nu al te bedenken waar er géén ventilatieslangen mogen komen!

Nog meer vertraging…

Maandag zou de tegelzetter komen. Dus moesten uiteraard alle ruimtes die betegeld worden leeggeruimd (gelukkig leggen we niet in het hele huis tegels!) Omdat Joris nog een wandje af moest maken werd het uiteindelijk zondagavond en liepen we met hoofdlampjes op in het donkere huis kasten, tafels en het geïmproviseerde aanrecht te versjouwen.

En toen kwam de tegelzetter niet opdagen. Ziek, zo bleek. Verdorie! De aannemer belooft dat de tegelzetter uiterlijk volgende week (de 18e) komt. Maar boven is de installateur bezig met de ventilatie. Die had speciaal de 11e tot de 15e iets anders gepland zodat hij de tegelzetter niet in de weg zou lopen. En zou vanaf de 18e weer verder gaan. En de ventilatie moet eerst af, vóór we de vloer boven kunnen maken.

Dus alles schuift weer op. Nog meer vertraging…. we beginnen er een hard hoofd in te krijgen dat het ons gaat lukken om vóór het eind van het jaar in het huis te trekken.

In januari spraken we met de aannemer af dat als we in november nog niet zouden kunnen douchen in het huis, we bij hèm zouden komen douchen. Het lijkt erop dat we binnenkort met handdoek en toilettas naar Oldeholtpade gaan…