Tocht en vocht

De dagen vliegen letterlijk voorbij, er is nooit tijd om alles af te maken. Ook hier in Friesland is het kurkdroog. De boer heeft het gras weer gemaaid – waarschijnlijk voor de laatste keer dit jaar. Vorig jaar kwamen er drie sneden vanaf, dit jaar verwacht hij niet meer dan twee.

Toch zijn we erg bezig met tocht en vocht uit de werkplaats te houden. Van binnen naar buiten bestaat die (nu) uit drie lagen: binnenin OSB, dan het houtskelet gevuld met vlaswol en daaromheen houtvezelplaten. Aan de binnenkant komt er nog leem tegenaan; aan de buitenkant potdekselplanken. Daarmee is het mooi damp-open en vocht-regulerend. Maar tocht het niet?

De meeste huizen tochten enorm. Vaak is dat maar goed ook, want die zijn met moderne materialen damp-dicht gebouwd.  Dan moet er dus heel veel ventilatie zijn, om waterdamp, CO2 en andere gasvormige zaken naar buiten te krijgen. Maar met (ongecontroleerde)  ventilatie gaat ook heel veel   warmte verloren. Hoeveel een huis tocht, kan je bijvoorbeeld laten zien door het vol rook te zetten, zoals hier te zien is.

Hoewel we een werkplaats bouwen en geen huis, willen we het zo goed mogelijk doen. Dus dat betekent: zoek de zwakke plekken in de luchtdichte laag op (de OSB laag). De aansluitingen met de kozijnen, de deuren en het houtskelet zijn allemaal afgeplakt met luchtdichte, dampopen tape, voor de isolatie er in ging. En nu doen we hetzelfde voor vocht, want er mag natuurlijk geen vocht in de muren gaan stagneren. Dus de aansluitingen van de houtvezel platen met de kozijnen, de deuren en het houtskelet plakken we ook allemaal netjes af met tape. Daarbij zorgvuldig van beneden naar boven en van binnen naar buiten werkend, zodat nergens plekken ontstaan waar ook maar een druppel water die tussen de planken door waait zou kunnen blijven staan.

En dat is énorm veel werk!

(Want ik schrijf het zo even snel op, maar ladders neerzetten, lijm op de houtvezelplaten aanbrengen, laten drogen,  lijm van je handen af krijgen, met tape de ladder weer op klimmen, tape onder en tussen de daksporen aanbrengen was 1 dag werk. Volgende dag: bovenkant van de houtvezelplaten insmeren en tape aan de bovenkant van de overgang dak-muur aanbrengen. Dan de kozijnen nog. En de hoeken. En…)

Vervolgens brengen we aan de onderkant ‘kantplanken’ aan: de ‘regenlaarzen’ voor de werkplaats. Die zijn niet dampopen; zij beschermen aan de buitenkant de onderkant van de muren tegen spatwater en water dat langs het potdekselwerk naar beneden loopt. En dan zijn we eindelijk zover dat Joris de potdekselplanken kan aanbrengen!

Voor de bouw is het natuurlijk heerlijk dat het zulk droog weer is. Maar al die mooie boompjes die ik afgelopen winter heb geplant staan ernstig te verdrogen. Ongelooflijk dat we een half jaar geleden nog zoveel water op het land hadden!  De regenbakken staan droog en ik kon niet meer slapen omdat mijn schouders zeer deden van het slepen met gieters. Dus hebben we twee IBC containers gekocht. Daarmee kunnen we water naar de boompjes brengen. Daar zijn we iedere avond uren mee in touw.

Leidingwater gebruiken voor irrigatie, en dan ook nog het met diesel ter plaatse brengen… eigenlijk zeer tegen mijn principes. Maar we hebben geen keuze, als we willen behouden wat ik afgelopen jaar geplant heb!