Het vijfde jaar!

Ongelooflijk maar waar: we vieren het eerste lustrum op onze prachtige plek. Wat is er al veel gebeurd! En wat moet er nog veel gebeuren!

Hadden we verwacht dat we na vijf jaar nog steeds niet in het huis zouden wonen? Ja en nee. We hadden wel verwacht dat de bouw van het huis drie of meer jaar in beslag zou nemen. Maar we hadden niet verwacht dat we pas na tweeëneenhalf jaar zouden beginnen met het huis.

En eigenlijk hebben we het huis in maar één jaar van fundering (augustus 2019) tot wind- en waterdicht (september 2020) gekregen, dat is toch een prestatie. Alleen, na wind- en waterdicht moet er nog zoveel gebeuren…

Maar het begint echt al op een huis te lijken, zowel van binnen als van buiten. In huis staat de boekenkast (dat wordt een apart blogje) en de borders rond het terras worden voorbereid door er een jaar aardappels te kweken (dat wordt ook een apart blogje).

In de ‘voortuin’ is eindelijk ruimte voor wat kleur. In de loop van dit jaar ga ik hier een mooie border aanleggen.

En dit jaar bloeien overal de narcissen! De afgelopen jaren bloeiden ze maar matig, waarschijnlijk kwam dat door de droge zomers in 2018, 2019 en 2020. Vorig jaar hebben ze goed water gekregen en dat is te zien!

Om het voorjaarsgeluk te vervolmaken lopen de lammetjes lekker bij de schapen in de wei.

En in de moestuin steken de eerste asperges de kopjes al boven de grond!

Wel hadden we verwacht dat het terrein na vijf jaar al meer begroeid zou zijn. Het voedselbos wat ik van plan was staat er nog niet. Deels omdat de schapen ervoor zorgden dat de plannen toch gewijzigd werden, deels doordat veel aanplant sneuvelde in de droge zomers van 2018-2020. Maar de boompjes die vorige jaar geplant zijn, zijn mooi aangeslagen. En dit jaar ga ik een nieuw ontwerp voor het terrein maken, met ruimte voor zowel een voedselbos als de schapen.

Huisje, boompje, beestjes… het komt helemaal goed.

Daar zijn de lammetjes weer!

In 2020 en 2021 had ik om deze tijd al lang lammetjes. Maar vorig jaar heb ik een nieuwe dekram gekocht. Ik wilde namelijk mijn schapen een beetje ‘soberder’ maken. Friese melkschapen blijken eigenlijk meer geschikt voor een rijke klaverweide op de vette Friese klei dan voor mijn schrale zandgrond. Ik moet ze dus heel veel brok bijvoeren.

Vorig jaar heb ik daarom, op aanraden van schapenmelkers met hetzelfde probleem, een Solognote rammetje gekocht. Dat is een ras wat is gefokt op schrale moerasgrond in Bretagne. En ze zien er leuk uit: de lammeren zijn bruin, maar na verloop van tijd wordt de dikke vacht blond, terwijl de kop en poten bruin blijven.

Een Franse ram moest volgens Joris een Franse naam krijgen. Op numer 35 van de lijst met ‘meest populaire Franse voornamen’ stond Bruno. Tja, dat was wel heel passend.

De andere lammeren moesten destijds een beetje wennen aan Bruno, maar dat kwam snel genoeg goed. Op 1 november is hij bij de ooien gegaan. Die moesten blijkbaar ook een beetje aan hem wennen. Want na 5 maanden min 5 dagen (25 maart) toonde alleen het jongste schaapje, Lisa, een beetje uier. En toen duurde het alsnóg bijna twee weken voor de lammetjes er waren. Maar gisteravond was het dan zover!

Een rammetje en een ooitje, beide bontgevlekt en beide direct in de benen op zoek naar melk. Ze zijn anders dan volbloed Friese melkschapen: ze hebben een dikke staart (melkschapen hebben kale staarten) en het rammetje heeft een zachte vacht, bijna als een geitenlam (melkschaaplammetjes hebben een stug, wollig vachtje). Maar dat schijnt na een paar weken uit te vallen en alsnog wol te worden.

Moeder en kinderen maken het goed. En nu maar afwachten of de andere twee dames nog door Bruno ‘bezocht’ zijn. Nel lijkt aardig rond te worden, maar heeft nog geen schietend uier. En aan Sandra is nog helemaal niets te zien. Afwachten …

Kelder (bijna) af!

Het afwerken van de kelder heeft stiekem toch weer heel veel tijd gekost. Het lag regelmatig een poosje stil omdat

  • mijn elleboog zeer deed;
  • en/of het mooi weer was en het werk in de moestuin dus prioriteit had;
  • (en/of de aanleg van de voortuin en/of verzorging van het weiland en/of het planten van de laatste boompjes en/of het bouwen van takkenrillen van het hazelaarsnoeihout);
  • en/of er bouwvakkers waren die begeleiding behoefden;
  • en/of ik 10 m3 champost had besteld die eerst even uitgekruid moest worden;
  • en/of het zulk mooi weer was dat ik eíndelijk voor het eerst in 5 jaar de stacaravan aan de buitenkant heb schoongemaakt;
  • (en de stal – van binnen dan);
  • en/of we visite kregen;
  • en omdat ik na de eerste laag stuc bedacht dat het handiger was om eerst de vloer te doen en daarná pas de finish, want dat ik egalisatiemortel er nooit in zou krijgen zonder de mooie witte muren vol te spetteren (dat was ook zo);
  • en/of er nog veel meer zaken te doen waren (en stuken kan je nu eenmaal niet even een half uurtje tussendoor gaan doen).

Maar vandaag zijn eindelijk de laatste stukjes ‘finish’ op de muren gegaan. Het was een leerzaam proces; ik heb flink geëxperimenteerd met verschillende mixen en verschillende technieken. De muren zijn dan ook niet allemaal even perfect glad, maar voor de kelder is het zeker goed genoeg. En ik heb in het proces genoeg geleerd om nu de badkamer aan te durven. Al biedt die natuurlijk weer hele andere uitdagingen (bijvoorbeeld geen kalkspetters krijgen op de nette tegels en sanitair die er al in zitten).

Tussendoor heb ik dus ook nog een tegelvloertje gelegd. Ook nog een hele exercitie; de betonvloer had teveel hobbels, dus eerst (volledig niet-ecologische) primer en egalisatiemortel erop. Daarna tegelen – ook in verschillende etappes omdat na de eerste fase eerst de lijm onder die tegels moest uitharden, waarna de trap opzij kon worden getild, zodat ik ook onder de trap kon tegelen. En dan voegen (idem). Ook heel leerzaam allemaal, al was het voornaamste leerpunt dat ik tegelen pokkewerk vind.

(Er zijn allemaal instructieve YouTube-filmpjes met gespierde bouwvakkers die in een handomdraai vloertjes egaliseren en superstrak betegelen. Maar die stappen allemaal gewoon een drempel over naar een andere ruimte. Hoe anders is het als je een trap op moet, of de trap omhoog moet takelen zodat de egalisatiemortel eronder kan vloeien, waarna je – al achter je aan egaliserend – een ladder op klimt die je daarna nog achter je aan omhoog moet trekken, dit alles zonder de geïmproviseerde bouwlamp die voor de noodzakelijke verlichting door het trapgat steekt in de kelder te laten kukelen. Vandaar die spetters.)

Maar het resultaat mag er zijn: de kelder is getransformeerd van donker en tamelijk stoffig betonnen hol naar een frisse en vriendelijke ruimte, waar kazen en voorraden met een gerust hart kunnen worden opgeslagen. Nu alleen de muren nog even een weekje vochtig houden (zodat er geen barsten in de kalk komen), dan kan alles er in!

(En even een echt lampje maken…)

Oproep: Leren leemstuken

Alweer twee jaar geleden werden de muren van ons huis gestort, met een grote groep vrijwilligers. Dat was een enorm vermoeiende, maar ook heel opwindende week. Wat een werk kan je met een groep verzetten!

Nu werd ons verteld dat de kalk in de muren eerst 2 jaar moet ‘carbonatiseren’, vóór je er leemstuc op mag zetten. (Zo niet, dan heb je kans dat je ‘kalkuitbloei’ op de leemstuc krijgt). We hebben dus braaf twee jaar gewacht. Dat betekent dat we dit jaar kunnen gaan stuken. `Héél veel werk om in je eentje te doen. Omdat we met zoveel plezier terugkijken op de kalkhennepweek lijkt het ons leuk om dit jaar ook een ‘stucweek’ te organiseren. Opnieuw onder begeleiding van een vakman, in dit geval Geert de Bock van de Leemshop. Van hem heb ik ook leren stuken toen we met de werkplaats bezig waren.

september 2018: Geert doet in onze werkplaats voor hoe je ronde randjes bij de ramen stuukt

Leem op de muur smeren is niet moeilijk, het is zelfs veel makkelijker dan met gips stuken! Maar in ons huis zitten best veel lastige hoekjes die speciale techniek vereisen. Geert kan ons alle tips & tricks leren. Voor mensen die het leuk vinden om met leem te leren werken dus een buitenkans. 

We gaan proberen of de leem uit de buurt voldoende pakt op de kalkhennep. Voor de OSB-binnenwanden zullen we speciale ‘hechtleem’ moeten gebruiken. Over het geheel heen komt een gladde finishlaag. Maar dat kan pas als de eerste laag droog is.

Wanneer: hetzij de week van 22 augustus, hetzij de week van 29 augustus 2022, afhankelijk van wanneer de meeste mensen kunnen.

Wat vragen we: enthousiasme en bereidheid om 5 dagen mee te werken. Er kunnen vijf personen leren stuken. Daarnaast zoeken we iemand die gedurende de week de catering wil verzorgen. Als het goed is, is er tegen die tijd een wat minder geïmproviseerde keuken…

Wat bieden we: een leuke klus, begeleiding van een vakman om verschillende technieken te leren, koffie, thee, lunch en avondeten èn melk en yoghurt van eigen schapen voor het ontbijt. Ons terrein leent zich het best om te kamperen, maar voor wie liever binnen slaapt is er vast wel een hoekje te vinden (al heb je in je tent waarschijnlijk meer privacy). Lammetjes knuffelen is inbegrepen.

Er zijn al enkele (internationale) aanmeldingen, maar er is nog plek. Hoort zegt het voort!

En ondertussen…

De laatste jaren beginnen telkens met iets wat de geschiedenisboekjes in gaat. In 2020 begon de corona-pandemie, 2021 startten we met een bijna-coup in de VS en intussen lijkt het erop dat we niet meer van een ‘na-oorlogs Europa’ kunnen spreken .

Met zulk zorgwekkend nieuws op de achtergrond wil een vrolijk blogje schrijven niet lukken. We doen erg ons best om zo snel mogelijk het huis in te kunnen. Ik ben de kelder aan het stuken, zo snel als mijn elleboog het toelaat. Daarna tegels op de vloer en dan kan er een heleboel wat nu in de slaapkamer staat weer de kelder in. Joris zorgt intussen voor her en der wat verlichting en voor ventilatieroosters.

En de grote zieke paardekastanje langs ons pad is geveld. Hij had de storm nog doorstaan maar na het vellen bleek dat de stam al aardig was aangetast, een zomerstorm als hij in het blad had gestaan was mogelijk niet meer goed gegaan. Veel zaag- en kloofwerk dus, maar het is een èrg fijn idee in deze tijden om veel volle houthokken te hebben!