Een tijger in de schapenstal

Ik wilde graag de vloer van het toilet aanleggen met kalkbeton. Dat wil zeggen dat het grind en zand (waar beton deels uit bestaat) niet aan elkaar worden geplakt met cement maar met kalk. Tenslotte had ik nog kalk. En het stuken met kalk van de stal was wel zwaar, maar had echt een prima resultaat opgeleverd.

Dus ik heb me goed ingelezen over de juiste verhoudingen kalk, zand en grind, en Jorams betonmolen geleend, en me een hele dag vermaakt. Het was best zwaar, want het mengsel mocht vooral niet te nat zijn. Dat zou voor krimpscheurtjes zorgen. Maar aan het eind van de dag lag het er netjes in, mooi glad gepolijst. Nu rustig laten uitharden.

En dat deed het HELEMAAL niet! Na drie dagen was het nog precies even zacht als toen ik het erin had gelegd. En na een week nog steeds. Alsof er Play-Do op de vloer lag. Ik begrijp nog steeds niet wat er mis is gegaan. Kalk die niet hard wordt – dat zou fysisch niet moeten kunnen. Misschien dat het na héél veel tijd wel hard zou worden. Maar omdat we op 14 juni een heleboel gasten krijgen, heb ik het er maar weer uit getrokken en vervangen door een gewoon vloertje van beton (wel ‘eco’-beton, wat minder CO2 uitstoot schijnt te veroorzaken). Ik moet zeggen, dat ging wel een stuk sneller en makkelijker…

En dat was ook na 48 uur gewoon hard. Hup, de oude toiletombouw erin (die had ik intussen schoongemaakt, geschuurd en opnieuw in de olie gezet). De nieuwe toiletruimte is iets breder dan de oude, dus de ombouw moest een beetje aangeheeld. En omdat er geen deurtje meer aan de zijkant zit moest Joris de boel een beetje verbouwen, zodat de bovenkant van de toiletombouw open kan. Je moet de emmer tenslotte wel kunnen legen…

Mooi lampje in stijl erin et voilá. Is het geen snoeperig toiletje geworden? Ik houd me aanbevolen als iemand nog een lieflijke (houten) wc-rolhouder heeft liggen.

En wat is dat nu met die tijger?

Joris en ik kennen elkaar uit onze jeugdbonds-tijd. Hij was lid van de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie (JNM), ik van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). Voor buitenstaanders zijn de verschillen tussen deze twee onzichtbaar, maar zoals voor alle identiteitsvormende puber-clans zijn het voor de leden zelf twee volkómen verschillende clubs. Maar dat terzijde.

Zoals het een zichzelf respecterende identiteitsvormende puber-clan betreft houden de leden van deze clubs er een eigen jargon op na, met voor buitenstaanders ondoorgrondelijke afkortingen, verbasteringen en terminologie. Eén van de meest bijzondere woorden uit dat jargon is het gebruik van ‘tijger’ voor ‘latrine’ (tegenwoordig ook wel als algemene aanduiding voor toiletvoorziening). Die term dateert van eind jaren 1930, toen de NJN een aantal jaren een afdeling op Java (toen nog Nederlands Indië) had.

Zoals gebruikelijk in die jaren, werd er bij het kamperen eenvoudigweg een groot, diep gat in de grond gegraven om als latrine dienst te doen. Dat deed kennelijk denken aan een val om een tijger te vangen (al neem ik aan dat die nog wel een stukje groter en dieper waren). Zo kwam de term ‘tijgerval’ in zwang. Die term werd meegenomen naar Nederland en al snel viel het ‘val’ eraf. En zo noemen we het 90 jaar later dus nog steeds een tijger. Vandaar. Een tijger in de schapenstal. Maar wel een hele lieve.