Nog niet af…

Veel mensen reageren op de mededeling dat het huis wind- en waterdicht is met de vraag: “Oh, dan gaan jullie er zeker nu ook alvast in wonen?” Of “Slapen jullie daar nu ook al?”

Nou nee… Tijdens de hittegolf van de zomer heb ik wel een week of drie in het huis geslapen, maar dat was meer een manier van ‘buiten slapen’. Het huis mag dan wind- en waterdicht zijn, het is nog gewoon een huis in aanbouw. Er moet nog héél veel gebeuren.

Zo ziet het interieur eruit. Eén grote ruimte. Geen tussenwanden.
De vloer moet nog ruim 25 cm omhoog: zo’n 20 cm schuimbeton en 5 cm cementdekvloer. Wat daarop komt weten we nog niet. We twijfelen ook nog over een vloer van stampleem (vind ik mooi, maar schijnt erg kwetsbaar te zijn).
Maar vóór het schuimbeton kan worden gestort moeten eerst alle leidingen exact op de plaats waar ze moeten komen gelegd. En het handigst is, als dan de binnenwanden, of in elk geval de onderkant van de binnenwanden, al staan. Dan kan je namelijk veel beter zien wáár precies de wastafel, het bad en de wc moeten komen.
Moet je natuurlijk ook weten wát voor bad, wc en wastafel.
En uiteraard moeten de leidingen ook ergens op aangesloten; de riolering buiten naar de septic tank moet ook nog aangelegd.
Buiten ontbreekt trouwens nog een stukje isolatie onder de deuren (isolatie van de fundering. Is Joris mee bezig. Als dat af is, kan de riolering aangelegd en kan de grond weer worden aangestort.
Ondersabelmortel eronder om het netjes op zijn plek te houden…
O ja, de buitenkant van de muren moet nog afgewerkt. (Nadat ik alle kozijnen heb geolied.) Dat gaan we doen met Xyhlo biofinish planken. Heel bijzonder spul: de planken hebben een levende(!) coating die sprekend lijkt op ge(creoso)teerde planken, maar volkomen milieuvriendelijk is. Het is een schimmelsoort, die leeft van lijnolie en het hout beschermt tegen invloed van andere micro-organismen (dus rot). De planken zijn inmiddels gearriveerd. Wanneer zouden ze erop zitten? Met het bekleden van de werkplaats is Joris in 2018 twee weken fulltime bezig geweest. Maar dit is ingewikkelder, omdat de kopse kanten van de planken apart met het mengsel behandeld moeten worden, vóór ze worden vastgezet. Dus na elke zaagsnede ‘verven’.
Of dat nog dit jaar gaat lukken…?
Dit is wat je ziet als je binnenkomt. Ooit zie je links de trap (waar nu de BBQ staat) en recht s de deur naar de wc (waar nu de ladder staat). En binnenwanden…
Op de kelder ligt nu een tijdelijk vloertje. Maar vóór het schuimbeton gestort wordt moet daar nog een wat betere vloer gemaakt. Omdat de kelder iets minder diep is uitgevallen dan eigenlijk de bedoeling was, gaan we daar waarschijnlijk toch met een stalen balk en zwaluwstaartplaten werken, dat scheelt veel hoogte. Om te voorkomen dat alle schuimbeton de kelder in loopt moet er natuurlijk ook een muurtje omheen.
Van benedenaf kijk je nu nog recht de nok in
De verdiepingsvloer bestaat nog uit los liggende platen. Dat kan ook niet anders, totdat ik ál die balken heb geschuurd en geolied. Als we eerst de verdiepingsvloer leggen wordt dat aanzienlijk lastiger!
De dakisolatie bestaat nu enkel nog uit 5 cm Gutex platen. Binnenkort arriveert er zo’n 100 m3 vlaswol. Dat moet tussen de sporen verwerkt, zodat we het dakbeschot aan de binnenkant kunnen aftimmeren.
De vlaswol staat nu nog bij de transporteur te wachten. Per pallet 2.60 m hoog…
Dat aanbrengen van de vlaswol moet dus vanaf die losse platen. Goed opletten waar je staat dus.
Eerst de verdiepingsvloer erop timmeren is geen optie, omdat het schuren van de plafondbalken dan nóg veel moeilijker wordt. Maar we willen toch wel graag ‘snel’ de isolatie afmaken. Als straks de kachel het doet blijft de warmte tenminste binnen. Het huis is nu behoorlijk koud en vochtig.
Ik metsel ijverig verder aan de kachel, maar hij is nog lang niet af. En na het metselen moet hij aan de bovenkant worden afgewerkt met o.a. oude grindtegels (van die loodzware dingen van 40×60) . Dat betekent dus een betonzaag huren, die hier krijgen, opstellen etc. Je bent zo weer een weekendje of twee verder. En dan moet de schoorsteen er nog aan. Dakdoorvoer maken, netjes afwerken… O ja, de kachel moet ook nog gestuukt.

Natuurlijk zijn er ook altijd talloze andere klussen en klusjes, variërend van kleine, zoals het maken van windhaken waarmee de openslaande deuren kunnen worden vastgezet, tot grote, zoals het wegwerken van ongeveer 6 m3 takken en ander materiaal dat bij het baggeren van de sloot is vrijgekomen. En het afmaken van de moestuin, het planten van de broodnodige bomen…

Kortom, voor het huis enigszins bewoonbaar is zijn we nog héél wat maanden verder. En dan hebben we het nog niet over de badkamer, de zonneboiler met buffervat, het aansluiten daarvan op de kachel voor warm water in de winter, het aansluiten van het water zelf überhaupt, aansluiten en aanleggen van elektriciteit, aanleg van een ventilatiesysteem… Laat staan zulke dingen als afwerkvloeren en schilderwerk. En een warmwatervoorziening is voor mij toch echt een voorwaarde voor we erin trekken. Voorlopig is onze slaapkamer in de stacaravan echt een heel stuk gerieflijker!

De Kachel en de Volgorde der Dingen

Een wind- en waterdicht huis is één, een warm huis is twee. Daarom hadden we bedacht dat we binnenshuis zo snel mogelijk wilden beginnen met het bouwen van de rocket-leemkachel. Die moet gaan zorgen voor stralingswarmte in de woonkamer, keuken en badkamer, indirecte warmte via het ventilatiesysteem in de rest van het huis en voor warm kraanwater in de winter (’s Zomers moet de zon het water verwarmen). Als die kachel er is kunnen we mooi de enorme partijen brandhout en resthout die we zo langzamerhand hebben verzameld omzetten in warmte om comfortabel te klussen.

Al eerder blogde ik waarom we voor zo’n systeem kiezen.

Dit plaatje geeft de principes weer: de kachel heeft een superhete verbranding. Hiervoor wordt extra lucht aan het vuur toegevoegd (zodat de kachel niet teveel zuurstof aan de kamer onttrekt), die eerst wordt voorverwarmd via de bodem van de kachel. De hete rookgassen worden door een stelsel van kanalen geleid, waarbij ze de hitte afgeven aan een dikke mantel van steen of leem. Die geeft de warmte vervolgens langzaam af aan de ruimte. Wij hebben de kanalen ook door een bankje laten lopen. Dat wordt een héérlijke plek om uit te rusten na een koude winterdag buitenwerk. Bovendien laten we een deel van de ergste hitte van het vuur afvangen door koperen spiralen waardoor water loopt. Deze warmtewisselaars brengen de warmte over naar het buffervat, waar ons warme kraan- en douchewater straks vandaan komt.

(Dit plaatje is heel mooi en duidelijk wat betreft de ‘massa’werking. Maar het klopt niet helemaal wat betreft het type kachel wat wij hebben: een ‘rocket’. Kenmerk daarvan is dat achterin de vuurkamer de halfverbrande rookgassen door de trek van de schoorsteen omlaag ‘geduwd’ en vervolgens weer omhoog getrokken worden. Op dat punt wordt extra zuurstof toegevoegd, waardoor een werveling ontstaat die ervoor zorgt dat de verse zuurstof optimaal mengt met de halfverbrande rookgassen en er dus optimale verbranding plaatsvindt. Het klinkt ingewikkeld, maar Peter van den Berg legt het op zijn site heel duidelijk uit.)

Je kunt zoiets zelf ontwerpen en bouwen. Maar het is best wel (heel erg) complex, je moet met veel zaken rekening houden. Daarom lieten wij ons begeleiden door een ervaren kachelbouwer. Die heeft de kachel ontworpen en samen met ons in drie dagen heel hard werken de basis neergezet. Nu moeten we hem zelf nog afbouwen.

Eerst de contouren uitzetten op de vloer. Het pijpje wat uit de vloer steekt is de luchtinlaat. Die hebben we vorig jaar al aangelegd, voordat het schuimbeton gestort werd.
Er komt natuurlijk nog 25 cm schuimbeton en dekvloer op de huidige vloer. Dus onder de kachel en het warme bankje komt 25 cm Ytong-blokken, zodat ze op hoogte liggen. Onder de kachel ligt trouwens ook al een dubbele laag wapening in de dragende betonvloer, om het gewicht op te vangen.
Achter de stookkamer zit de hoge toren ingebouwd waar de rookgassen omhoog wervelen.
Intussen metsel ik links van oude bakstenen en leem het bankje, waar de (iets afgekoelde) rookgassen de hoek om geleid worden. Erg fijn dat we daarbij alle oude bakstenen gebruiken, die al tijden op het erf in de weg liggen. Het metselen gaat wel heel langzaam, omdat er allerlei kanalen door de kachel lopen die heel zorgvuldig moeten worden uitgevoerd.
De bovenkant van het bankje wordt afgedekt met 2 lagen dikke grindtegels (dit is de eerste laag). In de toekomst komt daar nog een laag mooi afgewerkte leem overheen. De binnenkant van het metselwerk wordt netjes met leem afgesmeerd zodat de rookgassen in het bankje blijven (en niet de woonkamer in komen). Alleen raken langzamerhand onze pallets met stenen op…
Ook merken we dat de stenen geen water opnemen uit de leem tijdens het metselen, waarschijnlijk omdat ze te nat zijn. De leem moet met veel water aangemaakt worden, zodat het metselwerk goed dichtvloeit en er geen rookgassen doorheen kunnen komen. Maar eigenlijk moeten de stenen direct een deel van dat water opzuigen, zodat de leem droger – en dus harder wordt. Dat is niet het geval en dus wint de zwaartekracht: het metselwerk zakt in.

BBovendien realiseren we ons dat we onvoldoende hebben nagedacht over de Volgorde der Dingen. Want de kachel kan uiteraard pas branden als-ie een schoorsteen heeft. Er zijn nog meer redenen waarom hij nog niet volgende week al aan kan; we moeten ‘m nog afmetselen en dat gaat langzaam, door alle ingewikkelde kanalen die netjes in verband gemetseld moeten worden. Daarna moet hij een aantal weken drogen (maar met ons werktempo komt dat vanzelf goed). En zolang er nog geen buffervat is voor warm water moeten we de warmtewisselaars op een andere manier laten doorstromen. Ook daar valt wel een oplossing voor te vinden.

Maar de schoorsteen moet helemaal naar de nok toe lopen. En daarvoor moet hij wel kunnen worden vastgezet aan een muur. De muur tussen de overloop en de studeerkamer / kantoor, in dit geval. Hij kan niet in het luchtledige hangen (zoals de zakjes eikels die links hangen om houtwormen te lokken)!

Alleen – die muur kan pas gebouwd worden als de verdiepingsvloer er ligt. En de verdiepingsvloer kan pas aangelegd worden nadat ik klaar ben met het schuren en oliën van de plafondbalken (wat echt nog héél veel werk is) èn de onderkanten van de planken voor de verdiepingsvloer zijn geschilderd. (Je kunt ze natuurlijk in theorie ook eerst vastzetten en dan schilderen, maar boven je hoofd schilderen is k*werk en bovendien is de kans dat je dan lelijke verfrandjes op de schoon geoliede balken maakt ongeveer duizend procent.)

En er zijn pas een paar balken geschuurd en geolied. (Ze worden wel heel mooi 🙂 )

En natuurlijk hebben we nog heel veel andere klussen, die eigenlijk allemaal het eerst (lees: vóór de winter) moeten. Al het potdekselwerk aan de buitenkant moet worden aangebracht, de kozijnen moeten geschuurd en geolied (in elk geval aan de buitenkant), de rioleringsbuis moet worden aangebracht en aangesloten zodat we de grond rond het huis weer kunnen aanbrengen en inzaaien. En op het erf liggen ook nog tal van klusjes die moeten gebeuren vóór de winter. Dus we constateren dat we (A) even serieus aan de slag moeten met een planning en (B) dat het nog wel even duurt voor we de kachel aan kunnen steken…