Geen leemvloer

Bij alle voorbereidingen voor de leemvloer in woonkamer en slaapkamer kreeg ik er steeds meer gemengde gevoelens over. Het principe is prachtig: een super milieuvriendelijke (en goedkope) vloer. Maar ik kan nergens iemand vinden die er ervaring mee heeft.

Bij het maken van het grotere testvlak merkte ik al, dat het best lastig is om het goed vlak te krijgen. En zelfs bij dit kleine stukje, dat op een tafel lag en waar ik comfortabel voor kon staan, merkte ik al dat het zwaar werk was. Laat staan een hele kamer die je op je knieën doet. Het moet in één keer, achter elkaar, anders krijg je onvermijdelijk barsten.

Ook in dit ‘testvloertje’ ontstond trouwens een barst, op de overgang tussen het dunnere en het dikkere stuk. (Dat was nog vóórdat ik het dunnere stuk had ge-olied, dus daar lag het niet aan.)

De cementdekvloer op de kelder ligt een paar cm hoger dan in de slaapkamer. Maar een reepje van die hogere vloer steekt onder de muur tussen slaapkamer en inloopkast door, de slaapkamer in. Daarom had ik ook in de testvloer een overgang tussen dun en dik gemaakt. Die barstte dus. Ik ben er vrij zeker van dat in een leemvloer op die plek ook een barst zou gaan ontstaan.

En afgezien van Arne en Ellen kon ik geen mensen vinden die hierbij een dagje willen helpen. Met z’n drieën is te weinig voor zo’n klus. Ik lees overal dat het ‘back-breaking work’ is. Uitbesteden is ook geen optie, want dit is (in Nederland) geen gebruikelijke vloer.

Bovendien was ik, ook na de nodige tests, nog niet helemaal overtuigd van het leem-mengsel. De laatste batch bevatte wat meer klei en droogde daardoor wel heel glad op (misschien zelfs iets tè glad) maar nam relatief weinig olie op. En die olie is het belangrijkst, dat houdt alles bij elkaar.

Het iets minder gladde oppervlak van mijn eerste test vond ik eigelijk mooier en het nam ook meer olie op.

We zagen er bovendien enorm tegenop dat eerst de slaapkamer en vervolgens de woonkamer zeker zes weken onbegaanbaar zouden zijn. Zal je net zien dat het juist als we weer boven moeten slapen opeens bloedheet is.

En eigenlijk… vinden we hout op de vloer gewoon het mooist. Zeker mooier dan een bobbelige leemvloer vol barsten. De leemvloer zou hoe dan ook behoorlijk donker worden.

Dus we besloten dat we er niet gelukkig van gingen worden. Einde experiment.

Op zoek dus naar een tweedehands lamelparketvloer. Die in de woonkamer ook met vloerverwarming moet kunnen. En de juiste ondervloer om de vloer weer op de juiste hoogte te krijgen. Het was gemakkelijker geweest als we dit al hadden bedacht toen we de cementdekvloer lieten storten. Die hebben we juist lager gelaten om meer leem te kunnen toevoegen. Tja… voortschrijdend inzicht.

Nu eerst de laatste muren stuken. Joris heeft de muren tussen de woonkamer en keuken en tussen de inloopkast en de slaapkamer afgemaakt. En het laatste stuk van de bijkeuken, waar de (nu nog geïmproviseerde) kapstok hangt. En de gebarsten muur in de hal moet ook nog eens bijgewerkt.

Maar nu ik niet meer het gevoel heb dat er óók nog een leemvloer gelegd moet worden, voelt dat allemaal een stuk acceptabeler.

Afzuigkap (en de rest van de keuken)

De afzuigkap zorgde voor veel hoofdbrekens.

Om te beginnen al: wat voor soort? Toen we de installaties van ons huis aan het uitwerken waren (dat was al voordat we überhaupt aan dit project begonnen) , zagen we al vrij snel in dat een balansventilatiesysteem eigenlijk niet verenigbaar is met een afzuigkap die naar buiten afvoert. Ten eerste is het ventilatiesysteem er juist op gebaseerd dat er evenveel lucht het huis in komt als er uit gaat. En ten tweede is zo’n doorvoer naar buiten een enorm koudelek. En we doen zó ons best om die te voorkomen!

Dus dat leidde tot de keuze voor een recirculatieafzuigkap. Volgende vraag: koolstoffilter of plasmafilter? Hier vind je de voor- en nadelen.

Daarna: hoe gaan we de afzuigkap ophangen? Toen we eenmaal hadden bedacht hoe de keuken er ongeveer uit moest gaan zien dachten we eerst dat we beter een kookplaat met ingebouwde afzuiging konden kopen. Dan heb je niet zo’n blok aan het plafond hangen. En vanwege ons balkenplafond is zo’n blok nog wat lastiger om mooi in te passen. Maar die ingebouwde afzuigdingen hebben toch wel nadelen (lastig schoon te houden, ook al zeggen de fabrikanten van niet) en ze werken minder goed dan een afzuigkap boven het fornuis. Hoorden we van vrienden die ervaringsdeskundige zijn.

En het belangrijkste: ze vreten de ruimte onder je kookplaat op. Die motor moet toch ergens zitten. Dus dan moet je daar weer de lades gaan inkorten etc. En we hebben al relatief weinig bergruimte in de keuken (nou ja, alles is relatief natuurlijk, het is een hartstikke grote keuken, met dat enorme aanrechtblad, maar we hebben geen bovenkastjes en een vaatwasser, een gootsteenkastje en een oven onder het aanrecht, dus dan houd je relatief weinig bergruimte over).

Toch maar ophangen dus. Joris heeft weken gepuzzeld hoe hij dat ongeveer kon oplossen en wat dat betekende voor het apparaat wat we wilden. Want één ding stond vast: hij moet zo stil mogelijk zijn én zo goed mogelijk filteren. Uiteindelijk viel de keuze op een Atag inbouwunit.

Dus nu is hij een koof aan het bouwen waarmee we de kap zo strak mogelijk wegwerken, maar zonder al teveel rare holtes tussen de koof en de balken (waar zich spinnenwebben gaan verzamelen) en mèt voldoende vrije uitlaatruimte (want die lucht moet natuurlijk wel weer terug de ruimte in).

Om het extra te compliceren loopt de horizontale balk bovenaan het muurtje niet helemaal parallel met de keuken. De keuken is netjes haaks, maar de horizontale balk loopt iets scheef (als gevolg van een onterechte correctie bij het plaatsen van het gebint drieëneenhalf jaar geleden…)

Het plasmafilter moet er in passen, de koof moet logisch aansluiten bij het balkenplafond, èn recht boven de kookplaat hangen èn niet te hoog of te laag (want dan hangt-ie voor de raampjes) èn voldoende uitlaat hebben voor de lucht èn je moet nog bij het plasmafilter kunnen.

Daarna de muur waar de afzuigkap aan hangt netjes afwerken, de raampjes plamuren en schilderen, de muur stuken met leem (en verven natuurlijk), deurtjes maken voor de koelkast en het kastje waar de kruiden en de theedoeken in moeten en een plint onder de keuken maken.

Pfff… er zijn momenten dat ik spijt heb van onze keuze om een tweedehands keuken aan te vullen en op te knappen in plaats van ‘gewoon’ een nieuwe te kopen.

(En ja, eindelijk is het definitieve aanrecht gearriveerd. Maar ook daar hebben we wat bedenkingen bij. Het is wel heel nadrukkelijk en glimmend aanwezig. Zo in het groot ziet het er toch wat anders uit dan dat kleine staaltje. Maar goed, het zit er nu en het gaat niet meer vervangen worden. En hete moet gezegd worden, praktisch is het wel.)

Het zesde jaar

Het is 11 april, de kersenbloesem staat op het punt van bloeien en kondigt daarmee weer het begin aan van een volgend jaar op onze hof. En het jaarlijkse evaluatiemoment. Wat hebben we het afgelopen jaar bereikt?

We wonen in het huis! Dat is natuurlijk het belangrijkste. Wat was het heerlijk om deze winter door te brengen achter dikke muren en ons geen zorgen te hoeven maken over bevroren leidingen!

Het huis is nog láng niet af. Afwerking kost meer tijd dan je denkt. Altijd meer tijd. En we worden het een beetje zat. Tja, dan hadden we ook niet zo’n enorm huis moeten bouwen.

De groentetuin is wel af. Die ziet er prachtig uit. En het streven om jaarrond uit eigen tuin te eten is aardig gelukt. We hebben de aardappels, pastinaken en pompoenen van afgelopen jaar nog niet op. Er zijn nog kapucijners en tuinbonen in de diepvries. De bietjes zijn pas onlangs op gegaan en er staat nog steeds prei en boerenkool (die gaat nu bijna bloeien). Eigenlijk is het enige wat ik regelmatig heb moeten kopen kool (voor winterse salades) en uien. Die zijn moeilijker te telen op zure zandgrond en al helemaal moeilijk om dan lang te bewaren.

Ook de zelfvoorzienendheid qua zuivel is aardig gelukt. We hebben net de laatste harde ‘Goudse’ kaas aangesneden. Er ligt nog wat Manchego en Pecorino op de planken te rijpen. De laatste ‘verse’ kaas (uit de vriezer) is rond kerst opgegaan. En er liggen nog een paar stukjes halloumi in de vriezer. Samen met het vlees van de rammetjes van vorig jaar… in lijn met de algemene trend eten we steeds minder vlees dus wat dat betreft zijn we ook vrijwel zelfvoorzienend.

Langzamerhand krijgt het erf meer vorm. De eendenwei is uitgebreid, zodat de eendjes meer ruimte hebben en een groter stuk moestuin tegen slakken beschermd is. Dit jaar hopen we de veranda aan de werkplaats te bouwen (of te laten bouwen…). En eind dit jaar willen we eigenlijk beginnen aan de nieuwe stal. Fijn om langzamerhand de stukjes min of meer braakliggend erf allemaal een functie te kunnen geven en in te richten.

Wat vorig jaar aardappelveld was, wordt nu een bloementuin. En naast het terras ligt het volgende stuk om te ‘ontginnen’ door middel van een jaar aardappelteelt. Dan kunnen er weer nieuwe bomen en struiken de grond in. Er blijft altijd wat te doen!

Leemvloer (3)

De testvloertjes die ik had gemaakt waren geen van alle gebarsten. Maar de vloertjes waar 2 of 3 delen zand in zat waren wel erg stoffig. Dat was duidelijk niet genoeg klei.

Het vloertje van 1 op 1 leem en metselzand heb ik voor de helft met de ‘verbeterde houtolie’ van de Cokerije behandeld. Tjonge, wat gaat daar een hoop olie in! Maar daarna voelt het inderdaad heel prettig. En het ziet er wel mooi uit.

(Hij brak toen ik ‘m van de leemplaat afhaalde. Nou ja, dat is te verwachten…)
(Daardoor kan je nu ook zien tot hoe diep de olie er in getrokken is. Eigenlijk helemaal niet zo diep, maar een paar mm. Waarschijnlijk moet ik dus nóg meer olie gebruiken.)

Intussen had ik ook contact met firma Oskam van de leemproducten. Rokus van Oskam wilde wel meedenken. Hij had zelf ook al testjes gemaakt en was uitgekomen op een versie met meer klei en grover zand.

Dus half maart ben ik naar Emmen op en neer gereden om daar een zakje van zijn mengsel op te halen voor de volgende testvloer.

Ik heb nu op een leemplaat een ‘vloertje’ gemaakt dat deels 4 cm dik en deels 1,5 cm dik is. De slaapkamer ligt namelijk deels op de kelder (en daar is nog maar 1,5 cm ruimte voor de vloer) en deels niet (en daar moet de vloer wel 4 cm dik worden).

Tot mijn teleurstelling ontstonden er direct de dag erna al scheurtjes in het dunnere deel. Eigenlijk vreemd, want als het door een teveel aan klei komt zou je juist scheurtjes in het dikkere deel verwachten. Bij drogen werden de scheuren ook eigenlijk nauwelijks groter. Misschien heb ik het mengsel daar gewoon onvoldoende aangedrukt?

Intussen is de dunne testvloer bijna droog en kan ik met de olie aan de slag. Erg positief is dat er geen problemen lijken op te treden waar de dunne en de dikkere mix aan elkaar zitten. Deze mix lijkt dus aardig de goede kant op te gaan. Tijd om te gaan plannen!

Het leggen van een leemvloer is zwaar werk, en het moet in één keer (op één dag) gebeuren. (Anders drogen de randen van het deel wat al gelegd is teveel uit, en dan hecht de volgende batch daar niet goed aan.) Daar is dus hulp bij nodig. Mijn inschatting is dat we met vijf personen moeten zijn. Dan kunnen er drie of vier mensen tegelijk de vloer leggen en één of twee mensen zorgen voor de aanvoer van nieuwe vloermixen andere hand- en spandiensten. Waarbij je uiteraard regelmatig afwisselt. En dan is er nog iemand nodig om iedereen van de nodige koffie en lekkers te voorzien, want dat is heel belangrijk op zulke dagen.

Wie vindt het leuk om een dag met dit experiment te helpen? Ik weet nog niet wanneer. Oorspronkelijk was het idee om dit begin april te doen, maar dat gaat in ieder geval niet meer lukken… Het zal er dus van afhangen wanneer ik voldoende mensen bij elkaar kan krijgen en wanneer die tijd hebben.