Stront scheppen

De schapenstal begon weer aardig vol te worden. En het is kerst’vakantie’. Vorig jaar hebben we ook met de kerst de stal leeg geschept. Blijkbaar is dat het ritme, met deze stal: één keer rond de kortste dag, en dan nog een keer eind april. In de winter vult de stal zich sneller, omdat de schapen er dan meer tijd in doorbrengen en er dus vaker opgestrooid moet worden. Zeker in de lammetjestijd zorg ik altijd voor een dikke laag schoon strooisel.

Dus het werd weer tijd voor de stal-workout. Stap één is niet de stal, maar ruimte maken in de composthoop. Vanuit de stal gaat de mest op een hoop, die ik met pallets op zijn plek houd. Na verloop van tijd zakt de mest behoorlijk in elkaar. Gelukkig maar, want ik heb die ruimte hard nodig om er tuinafval en de inhoud van de keukenafval-emmer bovenop te gooien.

Voor ik kan gaan uitmesten moet de hoop halfverteerde-mest-en-wat-minder-verteerd-tuinafval dus omgezet naar stadium twee van de compostering. Daarvoor gebruik ik oude aardappelkisten. Die kregen we in 2020 met de dakpannen die op het huis liggen. Er stonden nog jarenlang restanten in (eerst) drie (later twee, en tenslotte nog één) aardappelkist(en) op de achterweitjes, Op de stal en het kleine schuurtje hebben we vorig jaar en afgelopen voorjaar de (bijna) laatste pannen gelegd. De allerlaatste liggen nu op een stapeltje elders, dus ik heb drie kisten beschikbaar om composthopen in te maken. Gat in de zijkant, wat ik kan dichtstapelen met plankjes – perfect!

Die kisten had ik al grotendeels leeg gemaakt bij de aanleg van de border. Het omscheppen van het compostmateriaal is voor mij twee keer ruim een halve dag zwaar werk.

Sommige gedeelten zijn al bijna perfect verteerd, andere bevatten teveel zaagsel (koolstof) of zijn teveel uitgedroogd geweest om te verteren. En helemaal onderop is de mest zo in elkaar gedrukt dat er geen zuurstof beschikbaar was voor de vertering. Ik schep alles luchtig door elkaar en zorg ervoor dat het minst verteerde materiaal onderop komt te liggen, dat laagjes stikstofrijk- en koolstofrijk materiaal elkaar goed afwisselen en dat alles licht vochtig is (niet te nat, want dan ontstaat er methaan).

Tenslotte dek ik de hoop af met een dikke laag schapenwol, om de warmte van het verteringsproces vast te houden, en een laagjes landbouwplastic, om de vochtbalans goed te houden. Dat is over twee maanden perfecte compost voor de moestuin!

Mijn rug moet dan minimaal een dag bijkomen, daarna is het tijd voor de grote uitmest-dag! Dat doen we met ons tweeën, want anders lukt het niet in één dag. Schapen op tijd in de wei, en terwijl Joris de hond uitlaat begin ik vast met het strooisel wat nog enigszins droog is opzij te leggen. Gek genoeg is het aan de randen en in de hoeken eigenlijk nog prima te gebruiken. Maar in het midden is het echt verzadigd van mest en urine en flink in elkaar getrapt. Dat moet eruit; alles wat nog opnieuw gebruikt kan worden (toch wel ongeveer veertig procent!) leg ik tijdelijk opzij in het ‘werk’gedeelte van de stal.

En dan veertig centimeter natte mest afgraven en wegkruien. Fijn dat er nu een straatje is aan de buitenkant van de mestdeur! Ik zorg altijd voor veel zaagsel en/of vlas onderin de potstal. Dat bevat veel koolstof en neemt de urine op. Daardoor is het niet kletsnat en valt de ammoniaklucht mee. Al blijft het natuurlijk niet het meest welriekende klusje.

Als de stal leeg is (geen foto) gaat het her te gebruiken strooisel er weer in. Daaroverheen een laag vlas en zaagsel en dan wat schoon stro om de boel af te dekken. Aan het eind van de dag liggen de schapen weer dertig cm lager op lekker droog strooisel en is de compostbult vol. Na een paar dagen zie je de stoom er al uit opstijgen!