In september vorig jaar begon het te regenen, en sindsdien is het eigenlijk nauwelijks meer opgehouden. In mei werden er een paar droge dagen voorspeld. Toen heb ik snel een stuk gras gemaaid om hooi van te maken.
Hoe langer het gras wordt, hoe meer het in bloei schiet en hoe minder voedingswaarde (suikers en eiwitten) het bevat. Voor mijn melkschapen heb ik eigenlijk voedingsrijk, maar goed droog hooi nodig. Ik moet dus maaien vóór het gras in bloei schiet, maar wel met droog en zonnig weer.
Als het gras te vochtig wordt ingekuild kan er namelijk weer een ander probleem ontstaan: listeriose. De Listeriabacterie zit vrijwel overal in de grond. Maar in het klimaat van een pak kuilvoer kan hij zich explosief vermeerderen. Dat kan bij schapen en geiten leiden tot buitengewoon akelige hersenvliesontstekingen en abortus. En hoe natter het voer wordt ingekuild, hoe meer grond er aan blijft plakken (mét bacteriën, dus).
(Koeien hebben hier overigens veel minder last van. Vandaar dat koeienboeren het gras veel sneller inkuilen: vandaag gemaaid, morgen in het pak. Het is waar dat de voedingswaarde dan hoger blijft. Maar voor kleine herkauwers maak je dus een andere afweging.)
(Eigenlijk houd je schapen dus het liefst jaarrond buiten. Dat is ook het makkelijkst: ze lopen op eigen pootjes naar het verse gras en je hoeft het niet naar ze toe te brengen. Maar met de komst van de wolf heb ik ze ’s nachts toch liever op stal. Zo ‘hep elk voor ze tegen’. En de nieuwe stal wordt prachtig, maar zonder hooi in de ruif vinden de schapen er niets aan!)
Helaas klopte het weerbericht half mei van geen kanten. Op woensdag 8 mei werd er gezegd: van nu t/m zondag mooi weer, vanaf maandag weer regen. Dus heeft Joris op stel en sprong al zijn vergaderingen afgezegd en de maaier van Arnaud geleend, terwijl ik de loonwerker belde of hij zaterdag of zondag kon komen.
Maar op donderdag scheen de zon nauwelijks. Geen goed droogweer. Op vrijdag hebben we het gras op rillen geharkt met de Strela harkmachine. Die laat veel liggen (omdat ons land nogal hobbelig is), dus moesten we alles nog met de hand naharken. Gelukkig kreeg ik versterking van Jan uit Oldeholtpade, voor wie het harken nostalgie opriep naar vroeger tijden. Toen deed hij dat op de boerderij van zijn vader.
Op zaterdag kondigde de loonwerker aan dat hij al rond 12.00 zou komen. Dat werd uiteindelijk toch het eind van de middag. Maar daardoor was het gras toch lang niet zo droog als ik graag had gewild. Enfin, drie grote ronde balen kuilvoer, hopelijk droog genoeg.
(We hebben er zes á zeven nodig, plus nog wat kleine pakjes voor het begin en eind van het stal-seizoen. Dan krijgen ze zo’n grote baal niet op voor hij gaat schimmelen.)
En vervolgens: tien dagen stralende zon… Had ik toch beter nog een paar dagen kunnen wachten met hooien. Het blijft gokken!
Daarna keerde de regen terug. En hoewel ook dit jaar duidelijk wordt dat de meeste buien langs De Hoeve trekken, hebben we vanaf 20 mei tot nu (17 juni) vrijwel elke dag regen gehad en daar lijkt voorlopig geen einde aan te komen. Alles ziet er enorm groen en weelderig uit en het volgende stuk gras kan alweer gemaaid worden. Maar dan moet het dus wel droog en zonnig weer worden!
Dus dit jaar hoef ik niet gestresst met gieters rond te rennen. Dat scheelt heel veel. Bovendien ziet de hof er schitterend uit. Maar nu maak ik me weer zorgen of ik wel voldoende voer heb voor de winter. Zo is er altijd wat!