Start van ons nieuwe huis!

Een mijlpaal: vandaag de eerste werkzaamheden  ‘aan het nieuwe huis’!  En wel het graven van de kelder. Een origineel verjaardagscadeautje voor Joris…

Om half acht stipt was Bert Elsinga uit Nijeholtpade er, met Grote Kraan (15 ton! Werd het puinpad ook meteen weer een beetje goed aangereden.)

Eerst de ene waterput eruit. Die bleek veel groter dan we hadden gedacht! Er zat ook nog aardig wat water in. Toen Bert eenmaal al het beton uit de modder had gevist zat de puincontainer die we hadden laten komen al bijna vol.  Daar hadden we ons toch een beetje op verkeken…

(De putten zijn van gewapend beton. Dat kan niet gebroken voor op het pad, want dan krijg je allemaal stukjes wapening die uit je pad steken. Dat is vragen om lekke banden.)

Vervolgens de werkplaats. De werkplaats bleek veruit het meest degelijk gefundeerde stukje van de boerderij. Dus daar kwam ook nog heel wat onder de grond vandaan.

Daarna de oude kelder. Waarschijnlijk het oudste stukje van het oude huisje… en het laatste wat moet wijken. Een beetje jammer is het wel.

Daarna maakte Bert het vlak mooi glad zodat we het gat voor de nieuwe kelder konden uitmeten.

Op de foto is te zien dat we precies drie oude ingravingen (de donkere plekken) aansnijden. Oude waterputten? Daarvoor lijken ze te ondiep, ze zitten vèr boven het grondwater. Misschien zijn het zandwinputten, om mooi wit zand uit te halen.

Het lijkt een enórm gat. Maar het gat wordt veel groter dan de kelder zelf. De vloer van de kelder moet, in verband met de stevigheid, namelijk een stukje uitsteken. En je moet ook nog rekening houden met de dikte van de muur van de kelder. Dus de kelder zelf wordt van binnen maar 3 x 3 m, maar het gat is wel 4,5 x 4,5 m.

De onderkant blijkt precies op de grens van zand en leem uit te komen. En het gat is droog, dus geen last van grondwater. Dat is plezierig.

In een halve dag  heeft het terrein een volkomen ander aanzien. De laatste resten van de boerderij zijn weggevaagd, in plaats daarvan ligt er een berg zand, een enorm gat en een enorme berg puin.

Alleen bleek ’s middags, dat de oude ingravingen de wand van het gat instabiel maakten. Dat had ik natuurlijk kunnen weten…  Bert moet dus nog een keer terug komen, vóór  we aan de keldervloer kunnen beginnen.

Klaar voor de start…

Vóór morgen de graafmachine gaat beginnen, moest er nog wel het één en ander gebeuren. Het loodzware eiken gebint lag nog steeds op de betonvloer. Want wáár sla je dat op (op een plek war het niet in de weg ligt en je er ook weer bij kunt als het nieuwe huis gebouwd is) en hoe verplaats je het?

Uiteindelijk werd het een plek buiten het erf, aan de rand van het voedselbos. Ik baal er wel van dat we een steeds grotere ‘vlek’ met zooi aan het maken zijn. Maar dat is onvermijdelijk. In elk geval komen de plastic (wat zijn het? brandstoftanks van vrachtwagens?) die we hier in de rommel aantroffen nu goed van pas. Zo lang ze het houden…

En naast de waterput (die ook verwijderd wordt) lag nog een stapel blad, die we hadden gekregen  van de buren, als mulch voor het voedselbos. Dat moest ik dus nog even snel verplaatsen. Gelukkig een stuk lichter dan de eiken balken.

Met Fokko heb ik een paar weken geleden al de contouren van het nieuwe huis uitgezet en ingemeten. Dus alles ligt nu klaar voor de start!

Verder hebben we afgelopen weekend met ons tweeën het resterende puin gebroken èn het meeste uitgeharkt over het pad.  En zondag kwamen Renée en Simon langs. Simon wil graag meedenken over de details van ons installatieconcept. Want wij merken dat we daar eigenlijk geen ruimte meer voor in ons hoofd hebben. Wat fijn dat er dan mensen zijn die dat wel leuk vinden! (Vooral als het een werktuigbouwkundige betreft die ooit Chief Engineer op de Rainbow Warrior was… 🙂 )

En tenslotte hebben we zondagmiddag nog even een camera gemonteerd om de bouw vast te kunnen leggen in een ‘time lapse’ film. (Ook dit hebben we stiekem afgekeken van Peter en  Marleen. Hun project lijkt in veel opzichten erg op het onze…)

Helaas is de ‘gewone’ camera stuk, dus onscherpe foto’s. Wordt aan gewerkt…

 

Eindelijk!

Na een week is het kwartje gevallen: Nel heeft door dat ze haar kinderen ook kan voeden ín de wei (en niet alleen op de melktafel). Dat levert schattige plaatjes op. Willemien (die samen met Bart een middagje kwam helpen om het voedselbos te mulchen) vond het echter nog niet meevallen om schattige plaatjes te schieten.

En nog iets gaat “eindelijk” beginnen: aanstaande woensdag komt de graafmachine voor de eerste graafwerkzaamheden. Het verwijderen van 2 oude kelders, 2 waterputten en de betonvloeren en het graven van het gat voor de kelder!

Gebroken nachten en gebroken puin

Dan heb je geen kinderen en kom je er toch nog achter hoe dat voelt als je er iedere nacht uit moet voor een voeding… En dan stonden de kinderen niet eens in een wiegje naast mijn bed maar moest ik eerst een trui, een overall, sokken en laarzen aantrekken en naar de stal. Nellie vindt het namelijk prima als ik haar melk, maar weigert stil te staan als de lammetjes drinken. Het is erg belangrijk dat lammeren de eerste paar dagen voldoende ‘biest’ drinken. Daar zitten belangrijke antistoffen in, die ze nodig hebben voor het immuunsysteem. “Biest: Vlug, Vaak, Veel en Vers” leren ze op de landbouwopleiding. Dus molk ik braaf om de vier uur Nel om flesjes te voeren. Ook ’s nachts.

Na drie dagen was ik het zat. Als Nel op de melktafel stil kan staan zodat ik haar kan melken, moet dat ook kunnen als de lammetjes drinken. Intussen was de biestperiode toch afgelopen en geeft Nel ‘gewone’ melk. En het werkt. Dat maakt het leven al iets makkelijker. Maar nog niet helemaal: ik moet er nog steeds aan te pas komen om de stal open te doen en de lammetjes onder Nel te zetten.

   

Bovendien begon Nel zich aardig te vervelen in het stalletje. Dus hebben we de hele familiekudde maar verenigd. Arie en Babette moesten even wennen aan de lammetjes, maar schapen schijnen minder lelijk te doen tegen andermans lammetjes dan geiten (die kunnen vreemde lammetjes zó op de horens nemen en door de stal zwiepen).

Maar het concept ‘buiten voeden’ wil mejuffrouw nog maar niet snappen. Dus moet ik nog steeds vier keer per dag Nel ophalen uit de wei (waarbij Arie en Babette natuurlijk de kans te baat nemen om te proeven of het gras elders niet lekkerder is), met de lammetjes naar de stal brengen, op de melktafel zetten, wachten terwijl het grut zich vol lebbert en daarna de hele kudde weer in de wei proberen te krijgen. Jammer dat Aska nog altijd geen volleerde schapenhond is.

In elk geval kan ik weer doorslapen. En dat is fijn, want zaterdag hebben we weer met veel mensen veel werk verzet: bijna alle hopen puin door de puinbreker gehaald. Zwaar, lawaaiig en stoffig werk. Heel veel dank Jenny, Joop, Jos, Rob, Izie en Barbara  voor jullie spierballen! En ook heel veel dank Karali voor de catering en Marja voor het op Aska passen!

   

 

 

Lammetjes!

Nellies uier werd groter en groter. En gisteren dacht ik ‘het zou wel eens kunnen gaan gebeuren’. Vannacht heb ik haar maar in het goed schoon gemaakte lammerstalletje gezet. Om 12 uur mijn bed uit… nog niets. Maar om 4 uur hoorde ik waar ik in mijn slaap de hele nacht op lag te wachten: een kreunend schaap.

Tegen de tijd dat ik in de stal was, was er al een piepklein ooitje geboren. En even later kwam haar broertje eruit. Helaas snapt Nellie niet helemaal wat de bedoeling is, in plaats van ze schoon te likken en ze te laten drinken staat ze een beetje vreemd te kijken.

Gelukkig bood Arnaud direct een warmtelamp te leen aan. Ik had niet gedacht dat ik die in mei nog nodig zou hebben. Maar Nellie heeft (hopelijk) de laatste echt koude nacht van het jaar uitgezocht: vannacht zijn de mooi opkomende aardappelplanten tot de grond toe afgevroren en had de mais zelfs onder vliesdoek schade. De baby’s liggen nu lekker onder de warmtelamp, na allebei een paar ml biest te hebben gedronken.

Nu maar hopen dat Nellies moederinstincten wel nog op gang komen..

    

Update: Nellie is best vriendelijk naar haar kinderen, maar ze wil ze niet laten drinken. Raar beest: als ik haar melk vindt ze dat prima, ze springt zelfs enthousiast op de melktafel, maar de lammetjes aan haar uier, dat vindt ze maar een raar idee. Meestal is het andersom…

De kinderen krijgen dus genoeg te drinken, maar het moet allemaal via mij en een flesje. Voordeel is natuurlijk dat ik goed kan bijhouden hoeveel ze krijgen, dat Nellie een volleerd melkschaap wordt en dat de kinderen  heel mak worden. Maar het zorgt voor veel werk, afwas en gebroken nachten. En dat was eigenlijk niet de bedoeling.