Joris heeft de afgelopen maanden goten gemaakt aan de veranda en het maaier-en-Bruno-hok. Nog even aansluiten en dan kunnen we nog 3000 liter regenwateropslag realiseren. Gezien alle droogte een welkom idee!
Maar nu de bijgebouwen (bijna) af zijn wordt het weer tijd om binnen verder te gaan. Tot nu toe was de zolder onderverdeeld in een stuk waar de studeerkamer is aan de ene kant, een stuk waar ooit de slaapkamers van het gastenverblijf moeten komen (en nu heel veel zooi staat) aan de andere kant en daar tussenin een heel grote onbestemde ruimte. Die willen we onderverdelen in een overloop, een technische ruimte en een logeer- of tv-kamer.
Eerst de wand tussen de overloop en de nieuwe kamer maken.
Dat gaat weer verbazend snel. Het ruimt ook lekker op; een groot deel van de opgeslagen zooi aan het eind van de zolder zijn bouwmaterialen. Schrootjes om het dak af te timmeren, parket om op de vloer te leggen en isolatie voor in de muren. Zijn we die straks alvast kwijt!
De technische ruimte moet natuurlijk wel goed bereikbaar blijven. Uiteindelijk heeft Joris besloten er twee grote deuropeningen in te maken. Daarin komen dan (bij uitzondering) geen zelfgemaakte deuren, maar kant-en klare vlakke deuren, zodat het zo veel mogelijk op een gewone witte wand lijkt.
Tussen de nieuwe kamer en de overloop, en tussen de overloop en de studeerkamer komen wel nog zelfgemaakte deuren. Weer met glas-in-lood, zodat het licht van de dakramen erdoor kan vallen. Want het is wel meteen een stuk donkerder op de overloop!
En dan nu maar weer schrootjes verven zodat Joris verder kan met het aftimmeren…
Het is weer zover… Al sinds februari valt er te weinig regen. Het grondwater staat superlaag. De poel (die een belangrijke indicator is voor de grondwaterstand) heeft nog nooit zo laag gestaan sinds hij in 2018 werd gegraven! Ik maak me dan ook al vanaf april zorgen over het gras.
Tot nu toe viel er telkens nét op tijd wat regen, zodat het bovenste laagje grond weer nat werd, het gras weer een beetje ging groeien en ik steeds nét genoeg gras had om de schapen op te zetten. Maar we hebben nauwelijks hooi kunnen maken (een héél klein beetje van slechte kwaliteit in juli en een paar kruiwagens tijdens het maaien rond de poel), en de boer heeft ook maar één snee van het verpachte stuk kunnen halen. Daarna moesten mijn schapen erop.
En nu is het sinds begin augustus weer droog, en we hebben behoorlijk wat hete dagen gehad. Het gras dat eind juli nog een beetje gegroeid was zag je gewoon voor je ogen wegschroeien. De schapen eten er de groene sprietjes tussenuit, ze hebben in twee dagen een wei leeg waar ze normaal tien dagen mee vooruit kunnen. Ik loop dus permanent met de weidenetten te zeulen.
De rest maai ik dan maar kort met de zitmaaier, want anders groeit het helemaal niet meer uit. Maar de afgelopen tien dagen komt er ook na de zitmaaier-beurt niets meer op. En zo langzamerhand ligt al het gras er bij als een versleten camping in Zuid-Frankrijk aan het eind van het seizoen.
De melkgift van de schapen is in een paar weken gehalveerd. Ik voer ze bij met takken (hazelaar, wilg en acacia) en wat slechte kwaliteit hooi van het maaien rond de poel. Maar ik zie ze vermageren, vooral de oudere Friese melkschapen.
Zelfs het laaggelegen verpachte stuk begin geel te kleuren.
Er moet nu wel snel regen komen, voordat de herfst echt intreedt en het daglicht ook een beperkende factor wordt voor het gras! Maar tot nu toe is het weer het bekende liedje: er komen buienfronten aan, maar vlak voor De Hoeve lossen ze op of splitsen ze. Of ze ontstaan pas te noorden of oosten van De Hoeve. Zo gaan we niet goed de herfst in…
Tussen de moestuin en het helofytenfilter loopt een sloot. ’s Winters staat er water in, ’s zomers staat hij meestal droog. Een fantastische plek voor slakken. Dus hij maakt deel uit van de ‘loopeenden-zone’ rondom de moestuin. De loopeenden houden de slakken onder controle.
Maar! Het is een behoorlijk diepe en steile sloot. De oevers zijn begroeid met een spirea-soort, die volgens mijn vader ‘theestruikje’ heet (al krijg ik iets anders als ik daarop Google). Een exoot, maar hij bloeit leuk roze in juli en augustus, er komen dan veel insecten op af , en met hun wortels houden de spireastruikjes de oevers vast. Maar de eenden prikken ’s winters met hun snavels in de steile oevers. En dan spoelt de aarde tussen de struiken weg. Dat is riskant, want het ondermijnt aan de ene kant het helofytenfilter, en aan de andere kant het hek rond de moestuin
Daarom heb ik iets bedacht. Ik moet sowieso ieder jaar de ‘theestruikjes’ snoeien, om te voorkomen dat ze zich uitbreiden, en om ze leuk te laten bloeien. Sinds een paar jaar leg ik daarbij de afgesnoeide twijgen (met blad en al) horizontaal achter en tussen de stompjes die blijven staan. Goed aanduwen tegen de grond. En zo ontstaan er een soort ‘mini-terrassen’ , die de uitspoelende grond opvangen en vasthouden. En dat werkt bijzonder goed! De slootkanten, moestuin, helofytenfilter en theestruikjes blijven allemaal waar ze zijn.
Ieder jaar leg ik bovenop de ‘terrassen’ van vorig jaar weer nieuw afgesnoeide twijgen. Het hele spulletje goed naar beneden drukken, want anders spoelt de aarde er natuurlijk tussendoor.
Het is altijd een warme klus, die ik uitvoer in augustus, bij droog weer. De sloot moet droog zijn, en de struikjes liefst ook! Dit jaar was de sloot wel heel erg dichtgegroeid (hij stond dan ook al heel lang droog). Eerst brandnetels maaien…
En dan eerst de ene kant, dan de andere kant. Gelukkig kwam ik dit jaar geen wespennest tegen. (Vorig jaar wel, toen moest ik de klus een paar weken onderbreken want de wespen vonden deze opschoningsactie volkomen onnodig.)
Tot slot de slootbodem netjes aanharken en voilá. Het regenseizoen mag weer aanbreken, dan kunnen de eendjes weer zwemmen. Liever vandaag dan morgen regen trouwens, want dit stukje van het land is nog wel mooi groen, maar bovenaan is het kurk- en kurkdroog.
De poel is het meest biodiverse stukje van ons terrein. De grond loopt er van hoog (en vrij droog) bij het pad naar beneden, waar het vochtig tot nat is. De poel heeft een heel brede overzone, die ’s winters onder water staat maar ’s zomers droogvalt, en er zijn stukjes lemige zandgrond en stukjes met veen. Heel gevarieerd dus, en voor nog meer variatie voeren we een ecologisch maaibeleid.
Drie keer per jaar wordt rond de poel een deel van het terrein gemaaid met de balkmaaier. Daarbij wordt telkens maar een deel gemaaid, en worden zoveel mogelijk bloeiende planten gespaard.
Eind mei wordt vooral een snee voedselrijk gras weggehaald. Ook wordt dan een deel van de kattestaart en wederik gemaaid, die dan nog niet in bloei zijn. De gemaaide stukken herstellen zich, maar bloeien later dan de niet-gemaaide stukken. Daardoor profiteren insecten er langer van.
Boven de maaibeurt in mei 2024; onder in mei 2025. Je kunt wel zien wat het droogste voorjaar was!
Eind juli (“als het zaad van de ratelaar gevallen is”) is het tijd voor de tweede maaibeurt. Daarbij gaat het vooral om het weghalen van een deel van het gras en de pitrus, en van het riet en de lisdodde die in het laagste deel groeien. In juli / augustus staat het water laag genoeg om daarbij te kunnen (zeker dit jaar!). Maar er zitten dan ook nog heel veel beestjes in de vegetatie, dus het is zoeken naar het evenwicht: wat maai je weg, wat laat je staan?
Eind oktober is de derde en meest rigoureuze maaibeurt. Tegen die tijd staat er meestal al weer het nodige water in de poel. Dan wordt ongeveer de helft gemaaid, om veel biomassa te verwijderen. Wat blijft staan is belangrijk voor dieren om in te overwinteren.
En bij iedere maaibeurt wordt er deels een ‘nieuw’ stuk gemaaid, deels een stuk wat bij de vorige maaibeurt ook is gemaaid, en sommige stukken blijven ook minimaal een jaar ongemaaid, zodat planten en dieren er een hele levenscyclus kunnen voltooien. Zo ontstaat de grootste variatie.
Bij elke maaibeurt moet zorgvuldig gekeken worden hoeveel en wat er gemaaid moet worden, en wat er juist moet blijven staan. Ik heb het geluk dat ik TWEE ecologische hoveniers in de buurt heb wonen die oude NJN-vrienden zijn die ik al meer dan dertig jaar ken. Dus als Hans (van De Groene Stap) het te druk heeft kan ik Jaap (van Mekelogisch Beheer) bellen en andersom. Aan hen kan ik het met een gerust hart overlaten.
Maar het maaisel opruimen doe ik zelf. En dat is drie keer per jaar een forse klus. Soms kan ik een deel gebruiken om hooi van te maken. Maar van riet en lisdodde maak je geen bruikbaar hooi. Bovendien is het vaak toch geen geschikt hooiweer. Gebruiken als mulch in de moestuin is me slecht bevallen. Het is te grof (met riet, lisdodde en wilgjes) en er schieten gras, kattestaart en andere planten uit op. Prachtig bij de poel, maar niet noodzakelijkerwijs in de moestuin. Wat geen hooi kan worden gebruik ik daarom als mulch rond de aanplant van boompjes op het hogere deel van het land. Daar komen we juist biomassa tekort!
Dat is dus wel het enige moment dat ik eventjes minder blij ben met de hoogteverschillen op de hof : kruiwagens vol maaisel moeten tegen de helling op naar de andere kant van ons land gebracht worden.
Wat de klus wel leuk maakt, is dat je dan ook het land , huis en tuin weer eens vanuit een nader perspectief ziet. En het gezoem van insecten en de lekkere geur van hooi en watermunt natuurlijk.
En als ik dan naar het resultaat kijk, is het alleszins de moeite waard!
En opeens stond De Hoeve op de voorpagina van alle kranten!
Wij hebben er niets van gemerkt; Joris was toevallig naar de film en ik heb rond 21.00 de schapen in de nachtkraal gezet. Daarna heb ik met Aska de kliko aan de weg gezet (dat is 500 m lopen). Daarna nam ik een douche (het was bloedheet en drukkend weer). Het viel me op dat ik steeds meer sirenes hoorde en dat er op een zeker moment ook helicopters over ons heen rondjes aan het cirkelen waren. Toch maar even gekeken op de 112-meldingen. En toen bleek dat er vlak achter ons iets was gebeurd. O jee, toch niet bij een buurman? Op een boerderij kan veel fout gaan…
Van mijn voornemen om vroeg naar bed te gaan kwam dus niets. De IJkenweg loopt achter ons langs. Al snel bleek dat het (gelukkig) niet ging om een brand of een ongeluk op één van de boerderijen die daar liggen maar om een neergestorte luchtballon. Die is neergekomen in een weiland op hemelsbreed nog geen kilometer van ons huis!
Een groot drama: al snel bleek dat er in ieder geval één dode was en meerdere (zwaar)gewonden. Ik ben er niet naartoe gegaan; er reden al hele stoeten hulpverleners, ophalers van familie en helaas ook ramptoeristen over de smalle IJkenweg af en aan.
In de loop van de ochtend werd duidelijker wat er gebeurd was. Een buurvrouw vertelde dat de ballon eerst in het weiland achter hen wilde landen (groene stip). Maar toen kwam er een heel heftige windvlaag. Daardoor haalde de ballon de grond niet, voordat hij weer moest opstijgen vanwege de bomen langs de Noordwoldervaart. Vervolgens is hij verderop in het weiland geland (oranje stip), maar door de harde wind had hij nog steeds teveel vaart, waardoor de mand is gaan stuiteren en verschillende van de 34 (!) inzittenden uit de mand geslingerd werden.
Ik heb er dus niets van gezien, want ik was aan de oostkant van ons huis (gele stip) met de schapen bezig. Daar kijk je tegen het bosje aan de noordkant van het huis aan.
Van die heftige windvlaag heb ik ook weinig gemerkt. Wel dat het eventjes ging waaien. Ik dacht ‘Hé, vandaag al een buitje? Die waren voor morgen voorspeld.’ Het was dus echt een heel lokale (val?)wind. Die kunnen in een hete atmosfeer zomaar ontstaan. Toevallig schreef de NRC onlangs een artikel over hoe dat de ballonvaart bemoeilijkt. Het KNMI trouwens ook.
Nu is dit natuurlijk een drama. Afschuwelijk voor alle betrokkenen, dat wat een leuk bedrijfsuitje had moeten zijn zo eindigt.
Tegelijkertijd vind ik het al lange tijd moeilijk om sympathie op te brengen voor de ballonvaart. Die luchtballonnen in de lucht zien er heel vrolijk uit. En het is – daar twijfel ik geen seconde aan – geweldig om het landschap op die manier te beleven. Maar wat de lucht in gaat, moet ook weer naar beneden komen. En daar gaat het vaak mis.
De ballonvaart stelt steevast “Luchtballonnen mogen volgens de wet overal landen“. Dat zou volgen uit artikel 14 van de Luchtvaartwet. Dat artikel is overigens al sinds 2009 vervallen, en vervangen door artikel 8.1a en artikel 8a.50 van de Wet Luchtvaart. Daarin staat, vrij vertaald, dat een onbestuurbaar luchtvaartuig overal mag landen.
Nu is dat vast een heel nuttig wetsartikel als je een Boeing 747 bestuurt en er ontstaat brand in de motor. Dan heb je al genoeg problemen, ook zonder dat je op zoek moet naar een vliegveld om het ding op verantwoorde wijze aan de grond te zetten. Maar een luchtballon gaat willens en wetens onbestuurbaar de lucht in. Dat is toch wel een beetje anders.
Er is een ‘Gedragscode Ballonvaart’ . Dit zijn afspraken die oorspronkelijk in 2005 gemaakt zijn door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart, de Professionele Ballonvaarders Nederland en LTO Nederland vanuit de landbouw. In die gedragscode staat onder andere dat een ballonvaarder bij het landen rekening moet houden met vee in weilanden en stallen. Maar het blijft een onbestuurbaar ding. “De wind is ons stuur” zeggen ze dan.
Het komt dan ook regelmatig voor, dat bij het landen wél paarden, koeien, schapen of honden in paniek raken. Niet alleen bij het landen trouwens. De dingen vliegen vaak heel laag over, je kunt horen wat de mensen in de mand zeggen. Aska raakt altijd al in paniek als er zo’n ding overkomt, en ze is niet de enige hond in het dorp! Paarden, koeien en schapen zijn nog schrikachtiger. Deze mevrouw schreef er in 2021 een duidelijk blogje over.
In 2019 is er een rechtszaak geweest over een geval waarbij een ballon landde in een paardenwei. Daarbij raakten de paarden zo in paniek, dat er een paard uiteindelijk geeuthanaseerd moest worden, terwijl een ander paard blijvend kreupel raakte. In die uitspraak heeft de rechter klip en klaar gezegd dat de Gedragscode Ballonvaart niet boven het recht van de grondeigenaar gaat, om al dan niet toestemming te geven. De ballonvaarders hadden dus toestemming moeten vragen om te landen.
Maar dat deden ze niet, en doen ze nog altijd niet. Je wordt geacht het maar leuk te vinden als er een ballon op je land landt. Je krijgt dan als ‘geschenk’ een fles drank of, als je daar geen prijs op stelt, een ‘schadevergoeding’ van een paar tientjes (richtbedrag is €35 voor een ballon met zes personen, plus €2,50 per persoon extra, een fooi dus). Daarvoor moet je het maar goed vinden dat de opruimploeg je land oprijdt om het gevaarte weg te halen en de passagiers naar huis te vervoeren. Met alle schade aan grond en gewassen van dien.
Dierenartskosten vanwege de paniek onder je vee? Bewijs maar eens dat die abortussen bij je schapen door die luchtballon van de week ervoor kwamen. Of dat die laag overvliegende luchtballon de reden was dat je geit zich verstrikte in het hek (en een hartaanval kreeg).
Bij de herziening van die Gedragscode Ballonvaart in 2013 heeft LTO dan ook niet opnieuw ondertekend. De ballonvaartmaatschappijen wapperen echter nog steeds met hun ‘Gedragscode’ alsof dat een op regelgeving gebaseerd document zou zijn. Het is niets meer of minder dan een sectorale, éénzijdige afspraak, zonder enige rechtsgeldigheid, die bovendien al eens in een juridische uitspraak is ‘nat gegaan’.
Edit: LTO heeft overigens sinds 2012 verschillende keren geprobeerd nieuwe afspraken te maken. Daarbij steekt LTO in op een bedrag van €100 landingskosten, plus €10 per passagier. Persoonlijk vind ik dat nog steeds ontzettend laag. Als je de loonwerker moet laten komen om je weiland opnieuw te egaliseren en in te zaaien ben je een veelvoud kwijt, om van schade aan in paniek geraakte dieren nog maar niet te spreken.
En dan heb ik het nog niet over de paniek onder wilde dieren. Volgens die Gedragscode mag er ook niet laag gevlogen worden boven natuurgebieden en mogen ballonnen daar niet landen. Maar ik zie telkens opnieuw luchtballonnen vlák boven de boomtoppen van het Lindedal zweven. En de plek waar deze ballon eerst probeerde te landen (zie de groene stip) is nota bene ‘natuurland’ van Staatsbosbeheer, dat wordt verpacht.
Een ballonvaart is dus een leuk uitje voor de paar mensen in de mand, maar zorgt voor heel veel overlast en schade voor mens, dier, landbouw en natuur. (“Leuk in de mand, kwalijk op het land”, ik kan er zo een campagne mee beginnen.)
Als je op vakantie gaat parkeer je toch ook niet tegen de avond je auto op een willekeurige oprit, zet je tent op in de achtertuin en installeert je op de bank van iemand anders?
Het is dus de vraag hoe houdbaar deze vorm van vermaak is in een vol land als Nederland. Temeer omdat de ballonnen steeds groter worden, en het landen dus meer schade veroorzaakt en meer risico’s kent. De ballon die gisteravond bij ons achter landde had maar liefst 34 mensen aan boord!
Dat kan dus niet goed blijven gaan. Dat is helaas gisteravond wel gebleken.