Kweeperen

Eén van de bomen die ik in 2017 had geplant was een kweepeerboompje . Na een paar jaar bleek het op een onhandige plek te staan en verplaatste ik het naar een plek in de nieuwe border. Vorig jaar kwamen er zowaar vruchten aan. Wel drie!

Maar dit jaar zat het boompje helemaal nokkievol met vruchten. Zou dat wel goed gaan? Nee dus. Tijdens een paar winderige dagen in september scheurde het boompje uit elkaar onder het gewicht van de vruchten.

Ik heb ze nog zo lang mogelijk aan de boom laten rijpen, toen geplukt en binnen laten afrijpen. Al wekenlang geuren de hele bijkeuken en kelder naar kweeperen. Heerlijk!.

Kweeperen kan je niet rauw eten, maar kort gestoofd zijn ze heerlijk! Dus ik maak potten en potten kweeperen in. En kweeperenjam, kweeperentoetjes, kweeperentaart… Een werkelijk fantastisch kweeperenproduct is ‘ dulce de membrillo’, lang ingekookte en gedroogde kweeperenmoes. Maar daar heb ik de tijd nog niet voor gevonden.

Deze winter maar een nieuwe kweeperenboom planten, je hebt nooit teveel kweeperen.

Seizoenklus: herfstmaaibeurt

Het wordt herfst! Langzamerhand verkleuren de bomen, de laatste tomaten versnotteren in de moestuin (hoog tijd om ze eruit te halen en er tuinbonen te zaaien) en het is tijd voor de laatste maaibeurt rond de poel. Dat is de meest ingrijpende; er zitten nu niet zoveel beestjes meer in de vegetatie, dus het is nu de beste tijd om veel biomassa af te voeren.

Het water in de poel staat nog altijd vreselijk laag. Maar voor het maaien en weghalen van riet is dat wel gunstig. Hans is er bijna een halve dag mee bezig geweest. Hij laat nog wel wat plukken staan, zodat er nog schuilgelegenheid blijft voor de boomkikkers, salamanders, sprinkhanen, muizen en ander gedierte.

En nu weer opruimen dus…

Boven verder

Joris heeft de afgelopen maanden goten gemaakt aan de veranda en het maaier-en-Bruno-hok. Nog even aansluiten en dan kunnen we nog 3000 liter regenwateropslag realiseren. Gezien alle droogte een welkom idee!

Maar nu de bijgebouwen (bijna) af zijn wordt het weer tijd om binnen verder te gaan. Tot nu toe was de zolder onderverdeeld in een stuk waar de studeerkamer is aan de ene kant, een stuk waar ooit de slaapkamers van het gastenverblijf moeten komen (en nu heel veel zooi staat) aan de andere kant en daar tussenin een heel grote onbestemde ruimte. Die willen we onderverdelen in een overloop, een technische ruimte en een logeer- of tv-kamer.

Eerst de wand tussen de overloop en de nieuwe kamer maken.

Dat gaat weer verbazend snel. Het ruimt ook lekker op; een groot deel van de opgeslagen zooi aan het eind van de zolder zijn bouwmaterialen. Schrootjes om het dak af te timmeren, parket om op de vloer te leggen en isolatie voor in de muren. Zijn we die straks alvast kwijt!

De technische ruimte moet natuurlijk wel goed bereikbaar blijven. Uiteindelijk heeft Joris besloten er twee grote deuropeningen in te maken. Daarin komen dan (bij uitzondering) geen zelfgemaakte deuren, maar kant-en klare vlakke deuren, zodat het zo veel mogelijk op een gewone witte wand lijkt.

Tussen de nieuwe kamer en de overloop, en tussen de overloop en de studeerkamer komen wel nog zelfgemaakte deuren. Weer met glas-in-lood, zodat het licht van de dakramen erdoor kan vallen. Want het is wel meteen een stuk donkerder op de overloop!

En dan nu maar weer schrootjes verven zodat Joris verder kan met het aftimmeren…

Droogtedrama

Het is weer zover… Al sinds februari valt er te weinig regen. Het grondwater staat superlaag. De poel (die een belangrijke indicator is voor de grondwaterstand) heeft nog nooit zo laag gestaan sinds hij in 2018 werd gegraven! Ik maak me dan ook al vanaf april zorgen over het gras.

Tot nu toe viel er telkens nét op tijd wat regen, zodat het bovenste laagje grond weer nat werd, het gras weer een beetje ging groeien en ik steeds nét genoeg gras had om de schapen op te zetten. Maar we hebben nauwelijks hooi kunnen maken (een héél klein beetje van slechte kwaliteit in juli en een paar kruiwagens tijdens het maaien rond de poel), en de boer heeft ook maar één snee van het verpachte stuk kunnen halen. Daarna moesten mijn schapen erop.

En nu is het sinds begin augustus weer droog, en we hebben behoorlijk wat hete dagen gehad. Het gras dat eind juli nog een beetje gegroeid was zag je gewoon voor je ogen wegschroeien. De schapen eten er de groene sprietjes tussenuit, ze hebben in twee dagen een wei leeg waar ze normaal tien dagen mee vooruit kunnen. Ik loop dus permanent met de weidenetten te zeulen.

De rest maai ik dan maar kort met de zitmaaier, want anders groeit het helemaal niet meer uit. Maar de afgelopen tien dagen komt er ook na de zitmaaier-beurt niets meer op. En zo langzamerhand ligt al het gras er bij als een versleten camping in Zuid-Frankrijk aan het eind van het seizoen.

De melkgift van de schapen is in een paar weken gehalveerd. Ik voer ze bij met takken (hazelaar, wilg en acacia) en wat slechte kwaliteit hooi van het maaien rond de poel. Maar ik zie ze vermageren, vooral de oudere Friese melkschapen.

Zelfs het laaggelegen verpachte stuk begin geel te kleuren.

Er moet nu wel snel regen komen, voordat de herfst echt intreedt en het daglicht ook een beperkende factor wordt voor het gras! Maar tot nu toe is het weer het bekende liedje: er komen buienfronten aan, maar vlak voor De Hoeve lossen ze op of splitsen ze. Of ze ontstaan pas te noorden of oosten van De Hoeve. Zo gaan we niet goed de herfst in…

Seizoensklus: onderhoud eendensloot

Tussen de moestuin en het helofytenfilter loopt een sloot. ’s Winters staat er water in, ’s zomers staat hij meestal droog. Een fantastische plek voor slakken. Dus hij maakt deel uit van de ‘loopeenden-zone’ rondom de moestuin. De loopeenden houden de slakken onder controle.

Maar! Het is een behoorlijk diepe en steile sloot. De oevers zijn begroeid met een spirea-soort, die volgens mijn vader ‘theestruikje’ heet (al krijg ik iets anders als ik daarop Google). Een exoot, maar hij bloeit leuk roze in juli en augustus, er komen dan veel insecten op af , en met hun wortels houden de spireastruikjes de oevers vast. Maar de eenden prikken ’s winters met hun snavels in de steile oevers. En dan spoelt de aarde tussen de struiken weg. Dat is riskant, want het ondermijnt aan de ene kant het helofytenfilter, en aan de andere kant het hek rond de moestuin

Daarom heb ik iets bedacht. Ik moet sowieso ieder jaar de ‘theestruikjes’ snoeien, om te voorkomen dat ze zich uitbreiden, en om ze leuk te laten bloeien. Sinds een paar jaar leg ik daarbij de afgesnoeide twijgen (met blad en al) horizontaal achter en tussen de stompjes die blijven staan. Goed aanduwen tegen de grond. En zo ontstaan er een soort ‘mini-terrassen’ , die de uitspoelende grond opvangen en vasthouden. En dat werkt bijzonder goed! De slootkanten, moestuin, helofytenfilter en theestruikjes blijven allemaal waar ze zijn.

Ieder jaar leg ik bovenop de ‘terrassen’ van vorig jaar weer nieuw afgesnoeide twijgen. Het hele spulletje goed naar beneden drukken, want anders spoelt de aarde er natuurlijk tussendoor.

Het is altijd een warme klus, die ik uitvoer in augustus, bij droog weer. De sloot moet droog zijn, en de struikjes liefst ook! Dit jaar was de sloot wel heel erg dichtgegroeid (hij stond dan ook al heel lang droog). Eerst brandnetels maaien…

En dan eerst de ene kant, dan de andere kant. Gelukkig kwam ik dit jaar geen wespennest tegen. (Vorig jaar wel, toen moest ik de klus een paar weken onderbreken want de wespen vonden deze opschoningsactie volkomen onnodig.)

Tot slot de slootbodem netjes aanharken en voilá. Het regenseizoen mag weer aanbreken, dan kunnen de eendjes weer zwemmen. Liever vandaag dan morgen regen trouwens, want dit stukje van het land is nog wel mooi groen, maar bovenaan is het kurk- en kurkdroog.