De hoogte in – dag 1

Firma Oude Hengel had binnen een week nieuwe balken op maat gezaagd. En maandag ging het dus echt de hoogte in. Spectaculair!

Het gebint bestaat uit vier portalen van ieder drie staanders. Eerst plaatsen de mannen de achterste drie portalen. Het voorste portaal is op deze foto  wel gemonteerd en alvast neergezet, maar de kraan kon niet de totale lengte van het huis bereiken. Dus eerst werd de achterkant zoveel mogelijk afgemaakt, toen werd de kraan opnieuw opgesteld en werd ook de voorkant gemaakt.  De liggers over de breedte zijn 9 m lang!

De portalen worden verbonden met lengtebalken,m waar de balklaag voor de verdieping op rust. Volgens mij heet dit ‘moer- en kinderbalken.’

 

Het past allemaal precies in elkaar. En waar het niet helemaal past wordt de grote houten hamer gebruikt tot het wel past.

Het is heel spectaculair om de gigantisch zware balken over je hoofd door de lucht te zien zweven op weg naar hun bestemming.

En aan het eind van de dag kon je al een beetje zien hoe de boerderij eruit zou gaan zien.

Gebintgedoe

En maandag was dus De Dag Dat We De Hoogte In Gingen! Irritant genoeg had de time-lapse camera het net begeven. Teveel regen, waarschijnlijk. Joris heeft ‘m weer aan de praat gekregen en opnieuw veilig droog opgesteld achter het zolderraam van de werkplaats.

Het gebint wordt het dragend skelet van ons huis. Heel belangrijk dus. Daarom hebben we besloten het plaatsen niet zelf te doen, maar ervaren gebintmannen via fa. Oude Hengel (die het gebint levert) in te schakelen.

De mannen moesten uit Duitsland komen en de snelwegen stonden vol met boze boeren (waarover ik ook een heel blog vol zou kunnen schrijven, maar dat is een beetje off-topic).  Dus ze begonnen wat later.

Maar toen ging het eigenlijk bijzonder snel. Ze hadden duidelijk vaker met zo’n bouwpakket van doen gehad. Met behulp van de kraan de onderdelen op werkbankjes hijsen, in elkaar zetten en met de kraan op zijn plaats manoeuvreren. In no time stond het eerste portaal overeind.  En het tweede. En het derde. En toen begonnen ze aan de balklaag voor de verdieping. “Waarschijnlijk kunnen we morgen al de kap erop maken”, zeiden ze.

Spannend! Opeens kreeg het huis vorm om ons heen. Hoewel…

“Ik vraag me af hoe hoog het nu eigenlijk wordt”, zei Joris. Er moet namelijk ook nog een laag schuimbeton op de vloer, plus de cementdekvloer en de afwerkvloer (tegels of parket). Dus we hadden verwacht dat het nu overdreven hoog zou ogen. “Het lijkt helemaal niet zo hoog.”

Ik stond intussen peinzend te kijken naar de dakhelling, die in het gebint ook al goed zichtbaar wordt, en trok die in gedachten door naar de plaats waar de buitenmuur komt. Bleef er wel voldoende ruimte over voor de buitendeuren? (Bouwbesluit verplicht 2.12 m vrije doorgang).

Rolmaat erbij gepakt, opgemeten, tekeningen gecheckt, andere tekeningen gecheckt, het Sketchup model gecheckt… en inderdaad. We hebben de tekeningen in april geaccordeerd. Daarna is er een wijziging aangebracht: toen zijn de metalen pootjes eronder toegevoegd. Die dienen enkel als stevige verankering van het gebint aan de constructieve betonlaag. Maar daarbij is de hoogte van de metalen pootjes van de lengte van de staanders afgetrokken. Alsof de metalen pootjes in het zicht zouden moeten blijven bóven de afgewerkte vloer. Dat was natuurlijk níet de bedoeling.

Na een middag heel druk heen en weer bellen was duidelijk dat er nieuwe kolommen gezaagd zullen moeten worden. Wat zonde! Probeer je zo zuinig mogelijk met grondstoffen om te gaan, krijg je dit. Maar er zit niets anders op. Dus de bouwvakkers konden weer naar huis (en Joris weer naar zijn werk). Het gebint staat nu veelbelovend te wezen… volgende week verder!

Gebint gearriveerd!

Vorige week werden we opeens gebeld dat de fa. Oude Hengel het gebint een week eerder moest komen plaatsen. Op zich prima. Alleen de opstaande rand van het beton is nog niet gemaakt, dus we hopen dat de gebintbouwers een beetje voorzichtig met de bekisting kunnen omgaan.

Dat betekende wel dat we snel moesten uitmeten wáár precies de gebintpalen komen te staan. Die palen worden geplaatst op metalen voetjes, die met chemische ankers aan de laag constructiebeton vastzitten. We moesten dus (op de cm nauwkeurig) uitmeten wáár die voetjes moesten komen.

(Eigenlijk was de afspraak dat het gebint pas gezaagd zou worden nádat wij die voetjes op hun plek hadden staan. Zodat ze rekening konden houden met een centimeter afwijking hier of daar. Maar ja, dat ging dus even anders…)

Het lijkt iets wat je ‘even’ doet, maar geheel naar verwachting kostte het ons ruim een halve dag voor alle voetjes exact op de juiste plek stonden. Meten, nog eens meten, alles lijkt te kloppen, diagonale controlemeting: 6 cm afwijking… opnieuw meten…drie lengtes op een rij die afzonderlijk allemaal kloppen maar in totaal niet…etc.

Daarna stonden de voetjes in de stromende regen, de fundering was een waar zwembad. Woensdag moesten we het water met dweilen en een bladblazer zoveel mogelijk wegwerken zodat de aannemer en Joris ze met chemische ankers konden vastzetten.

En donderdag werd het gebint gebracht! De vrachtwagen kon natuurlijk niet de 3 m brede Ratellaan op, dus we hadden Bert en zijn kraan weer gecharterd om de gebinten naar ons erf te brengen. Alleen had Bert niet helemaal van ons begrepen om hoeveel hout het ging… Het was namelijk niet alleen het gebint zelf (heel veel loodzwaar eikenhout), maar óók de dakconstructie.

Hulde aan Bert, die snel een tweede platte kar regelde en er (met de nodige zweetdruppels!) in slaagde om alle 15 ton hout op ons erf te krijgen. De bochten in ons pad zijn niet makkelijk, met dit soort groot en zwaar materieel!

En zwaar is het: de 15 ton zware kraan kan de 9 meter lange gebintbalken maar net tillen. Hij kantelt erbij!

En daar ligt dan het bouwpakket wat ons huis moet worden. Spannend hoor!

 

… en nog meer beton!

Na het vorige  weekend betonvlechten lag de bekisting er prachtig bij. Eigenlijk had er toen meteen beton in gekund. Maar de betonleverancier kon pas op vrijdag. En op donderdag kregen we te horen dat er op vrijdag ook geen pompauto beschikbaar was. Dus het werd maandag. En dat was jammer.

Want intussen was het gaan regenen. Héél veel regen.  En de bekisting, die immers tijdelijk is, is gemaakt van platen multiplex, die vervormen als ze (te) nat worden. We hadden hem supernetjes en superstrak gemaakt, maar toen het beton eenmaal werd gestort was dat niet meer zo.  Voor de stevigheid zal het weinig uitmaken, maar de randen van het beton zijn wel een beetje minder strak. Dat kan bij de volgende stappen lastiger werken zijn, waardoor kleine koudebruggen kunnen ontstaan. Helaas…

Maar goed, op maandag was dan eindelijk de pompauto er. Dat er een heel zwembad aan water binnen de bekisting lag maakt voor het beton niet uit: dat is zwaar genoeg om het water weg te drukken. Alfred heeft het met de trilspaan netjes glad gemaakt. Dat is wel prettig, want dit is de vloer waarop we voorlopig gaan bouwen. Hierboven komt nóg een laag schuimbeton en een cementdekvloer, maar dat komt pas als  het huis en de muren staan.

Nog meer betonstaal…

Afgelopen weekend hebben we enorm hard gewerkt. Bovenop het schuimbeton komt de laag gewapend beton, de eigenlijke constructief dragende laag. Die wordt iets kleiner dan de laag schuimbeton (het schuimbeton steekt een paar decimeter onder het huis uit) dus daarvoor moest een nieuwe bekisting gemaakt worden. Eigenlijk was het plan om daarvoor de platen die we voor het schuimbeton hebben gebruikt opnieuw te gebruiken. Maar we wisten niet goed hoe we de bekisting dan konden vastzetten. Uiteindelijk toch maar nieuwe platen gekocht. We zullen ze nog wel een keer nodig hebben tijdens de bouw…

De architect en de constructeur hebben ons voor flinke uitdagingen gesteld in deze laag. Het is namelijk niet gewoon een 13 cm dikke betonplaat. Ter plaatse van de staanders van het gebint en van onze zware leemkachel moet de laag 20 cm dik zijn – dus 7 cm onder de bovenkant van het schuimbeton, met een tweede wapeningsnet erin. En rondom moet een extra opstaande gewapende rand komen. (Daarbinnen zal uiteindelijk de laatste laag schuimbeton gestort worden, maar dat gebeurt pas over een héle tijd).

Die extra verzwaring ter plaatse van de staanders en de leemkachel, daar gaan we wel in mee. Tenslotte draagt het gebint het hele gebouw en de kachel weegt ook wel een paar ton. Maar de opstaande betonrand onder de muur begrijpen we eigenlijk niet. De buitenmuren worden namelijk niet dragend. En houtskeletbouw met kalkhennep isolatie, dat weegt (in termen van bouwwerken) bijna niets. Is de constructeur toch uitgegaan van een bakstenen muur?

(Dat is dus iets waar we vragen over hadden moeten stellen toen we vorig jaar de tekeningen van de constructeur terugkregen. Maar daar hadden we toen al drie maanden op zitten wachten en we waren al lang blij dat we door konden. We gingen er vanuit dat het zo zou zijn als we met de architect besproken hadden. En nu is de vergunning op deze manier verleend en moeten we het dus netjes op deze manier uitvoeren. Wat we dan maar doen. Jammer als je probeert zo min mogelijk staal en beton te gebruiken. Nou ja, de fundering wordt in ieder geval héél stevig. Dat is fijn als iemand over honderd jaar, als wij allang dood zijn, het huis nog eens wil verbouwen.)

Joris is begonnen met rondom planken vast te zetten die exact de buitenmaat van de betonnen rand volgen (plus 2 cm, omdat er nog platen tegenaan komen). Daarna heeft hij rondom balkjes exact op maat gezaagd (uit oude balken van de sloop) en tegen de ‘oude’ bekisting van het schuimbeton vastgezet. Daarbinnen hebben we samen de platen (de bekisting voor de betonnen rand dus) met de laserwaterpas op exact de juiste hoogte ingemeten. Nu is te zien tot waar het beton precies komt.

Daarna heeft hij de ‘kooiwapening’ voor de betonnen rand aangebracht, terwijl ik het schuimbeton ter plaatse van de geplande poeren 7 cm verdiepte. Dat was allebei erg zwaar werk. Het schuimbeton is een soort puimsteen, relatief zacht dus, maar ook weer niet zo zacht als zand. En het is lastig om de bodem van de uitdiepingen mooi vlak te krijgen. Eigenlijk zou het het makkelijkst zijn als je al tijdens het storten van het schuimbeton  uitsparingen kon maken met een soort zwevende bekisting. Maar het is natuurlijk  onmogelijk om dat goed en op de juiste plek te krijgen. ‘Gewoon wegscheppen’, zei de aannemer. Het levert een beeld op wat me aan een Pompeïaanse opgraving doet denken. En spierpijn.

Intussen worstelde Joris met meters en meters loodzwaar betonstaal. De kooiconstructie was gelukkig al voorgeproduceerd, maar de segmenten moesten natuurlijk wel rondom aan elkaar gezet en er moesten ook nog L-vormig stekken doorheen gestoken. Daarna moest alles aan elkaar gezet met ijzerdraadjes. En daarbij controleren of het staal nergens dichter dan 2 cm tegen de bekisting zit (dat zou zorgen voor onvoldoende betondekking en dus betonrot.)

Kortom, na het weekend waren we allebei blij dat er weer wat kantoorwerk te doen is. Volgend weekend nog één laag wapeningsnetten aanleggen en dan kan de constructieve betonlaag gestort.