Dakramen!

Pfff… toen we eind 2019 begonnen met het dak er op te leggen dachten we nog dat we in de zomer van 2020 wel dakramen zouden kunnen plaatsen. Maar dat liep dus allemaal even anders. Er dienden zich telkens andere prioriteiten aan en toen we eindelijk serieus met de dakramen bezig gingen stapelde vertraging zich op vertraging. Het dak was dus nog altijd helemaal gesloten, op de dakkapel na. (Wat wel heel traditioneel boerderij oogt.)

Maar afgelopen maandag en dinsdag was het dan eindelijk zover. Joris had in het weekend vast de pannen van het dak gehaald en de isolatie eruit. Erg spannend weer, een gat maken en een raveel maken. En wat een boel licht is er dan opeens op zolder!

Ik kon natuurlijk niets bijdragen (ben intussen net in staat om met krukken naar de voorkant van het huis te lopen, maar ik kan niets tillen en al helemaal niet de ladder op). Dus het was extra hard werken voor Joris. De mannen van de aannemer hebben namelijk wel enige coördinatie nodig. Dakramen plaatsen hebben ze vaker gedaan, maar niet in een huis wat damp-open en luchtdicht moet zijn. Het afwerken van alle kieren met luchtdichte dampopen tape is onbekend terrein.

‘Frits! Die balk zit verkeerd!’ hoorde ik Joris roepen.’Kijk, zo kan ik hier dus geen tape meer aanbrengen. En als er híer dan water komt….’

‘Joris denkt ook overal over na!’ zei Frits later half mopperend, half bewonderend tegen me.

Enfin – het waren twee uiterst drukke dagen. Joris moet mij ook helpen ’s ochtends met het ophalen van de schapen voor het melken, de rammen voeren, de kippen en eenden los laten en de kat voeren. En ’s middags om 17.00 moet hij de schapen opnieuw voeren. Zelf kan ik 20 minuten staan of lopen en dan moet mijn manke pootje weer een uur omhoog. Gelukkig hebben lieve dorpsgenoten Aska uitgelaten; dat scheelt snel twee uur op een dag!

En uiteraard kwamen de mannen van de installateur ook nog even langs om de meterkast voor te bereiden voor als die volgende week wordt aangesloten.

Maar nu hebben we een groot raam in de toekomstige werkkamer (tijdelijke woonkamer) en twee kleine boven elkaar (één lange bestond niet) boven de vide in de hal. Ik kan niet wachten tot de trap er is, zodat ik ook naar boven kan om het van binnenuit te bewonderen.

Auw!

Het ging allemaal een beetje zijn gangetje, de afgelopen weken. Joris was weer aan het werk in het kantoor en werkte van vrijdag t/m zondag aan de dakkapel en de binnenwanden boven (foto’s volgen). Ik was druk met de moestuin, verwerken van oogst, de schapen, verwerken van de melk, gasten ontvangen (het mag weer! en wat is het leuk dat er dan ook allemaal mensen weer langs komen!) oefenen met zeisen (op 28 augustus was het NK zeisen. Zelf deed ik niet mee maar de groep waar ik mee oefen deed met twee teams mee en werden vierde en tweede!), aanleg van het regenwateropvangsysteem en andere klussen. Kortom, zijn gangetje. Tot afgelopen dinsdag.

Ik reed met Aska aan de fiets, na het dagelijkse rondje lopen. Er kwam een andere hond aan, waarvan ik weet dat ze elkaar niet mogen. (Aska was als pup een allemansvriend, maar nu kan ze behoorlijk bitcherig zijn.) Meestal gaat dat wel goed, maar dit keer vlogen de beesten elkaar in de haren. Voor mijn wiel. Ik stak mijn linkerbeen uit om mijn evenwicht te bewaren, maar dat lukte niet meer en het been klapte binnenstebuiten, met de rest van mij, de fiets en twee grauwende honden er bovenop.

‘Pok’, zei er iets in mijn knie. ‘AAAAH F*CK MIJN KNIE IS GEBROKEN!’ brulde ik.

Gelukkig kwam er net nog een andere buurman aan, ook met een hond die Aska niet mag. De honden werden alle drie op veilige afstand van elkaar aan het hek vastgebonden en ik werd overeind gehesen. Maar ik zakte direct weer door mijn knie heen, kon er geen moment op staan. ‘Bel maar een ambulance’ zei de buurman.

Uiteraard bevond ik me op een fietspaadje een heel eind van de weg af, op de enige plek waar we nog langs de Linde kunnen fietsen. ‘Goh, wat is het hier mooi!’ merkte de ambulancemedewerker op, toen hij langs de de Noordwoldiger vaart naar me toe gewandeld was ‘Ik moet hier toch ook eens gaan fietsen.’

Enfin, mijn broek, laars en dure steunkous werden netjes van me afgeknipt, ik kreeg een pijnstiller die volgens mij een paard kon vellen ingespoten en na wat overleg werd ik op een brancard gegespt en de ambulance in geschoven. In het ziekenhuis bleek dat het been niet gebroken was, maar dat er waarschijnlijk wel één of meer kniebanden gescheurd zijn. Dat schijn je pas na een weekje goed te kunnen vaststellen met een MRI, dus ik werd in het gips gezet met het advies om maar in het rond te vragen of ik ergens een paar krukken kon lenen. ‘Want die ga je wel een week of zes nodig hebben…’

Gelukkig waren in ons buitengewoon behulpzame dorp in no time twee paar krukken beschikbaar. Dus tja, nu zit ik op de bank. Letterlijk.

Na twee dagen is het gips gelukkig vervangen door een (futuristisch ogende) brace en daarmee kan ik heel voorzichtig een paar stapjes schuifelen. Buiten alleen met de krukken, want ons terrein is natuurlijk hartstikke ongelijk en onbegaanbaar en ik mag me absoluut niet verstappen. Ik kan dus niets dragen of vervoeren. Lastig hoor, vooral voor Joris, die moet nu heel veel doen wat ik normaal gesproken doe. Maar de schapen beginnen al aan ‘m te wennen.

Nu maar even afwachten wat de MRI gaat uitwijzen en wat voor behandel- en hersteltraject we tegemoet gaan. Ons bouwproject zal er niet sneller door gaan…

UPDATE 10 september: Uit de MRI bleek dat de voorste kruisband inderdaad volledig afgescheurd is. De binnenste knieband waarschijnlijk niet, maar wel flink ingescheurd. De achterste kruisband lijkt ook beschadigd. En een scheur in de meniscus, maar daarvan is nog moeilijk te zeggen hoe ernstig dat is.
Om een beter diagnose te stellen moet de knie eerst nog wat verder tot rust komen. Dus de eerstkomende 5 weken: veel rust nemen en beginnen met fysiotherapie om de spieren niet te veel achteruit te laten gaan.