Verhuizen…deel 1

Het is niet de eerste keer dat we verhuizen, maar wel de meest ingewikkelde. De vorige keer hebben we eenvoudigweg een verhuisbedrijf ingeschakeld en dat waren we dit keer ook van plan.

Maar ja, dit huisje is een stuk kleiner dan ons huidige huis. De stal is ruim genoeg om spullen op te slaan, maar in verband met vrieskou,  vocht en ongedierte is dat niet  voor alle huisraad even aantrekkelijk. Dus de piano, antieke servieskast, grote eettafels, schilderijen, boekenkasten, Joris’ mooie werkbank en dozen met boeken zouden in de opslag moeten.

Maar dat kan wel eens lang gaan duren, tenslotte moeten we helemaal een nieuw huis bouwen. En dan wordt opslag bij een verhuisbedrijf best wel duur.

Gelukkig hebben we familieleden met ruimte genoeg, waar onze spullen een poosje mogen logeren. Ook fijn, want dan kan je nog eens een doosje boeken omruilen. Alleen… die wonen natuurlijk over het hele land verspreid. En dan wordt een verhuisbedrijf inschakelen ook weer (te) prijzig.

Kortom, het wordt een ouderwetse doe-het-zelf-verhuizing. Een hele planning, want niet alleen moet de huisraad naar drie verschillende adressen, we moeten ook de kippen en de eenden nog verhuizen.

We zoeken wel nog hulp met in- en uitladen! Wie heeft er tijd om te helpen?

  • op donderdag 6 juli ’s ochtends met inladen in Amersfoort
  • op vrijdag 7 juli met inladen in Amersfoort
  • op zaterdag 8 juli met uitladen in De Hoeve
  • en op zondag 9 juli met inladen in Amersfoort èn uitladen in De Hoeve

 

Ode aan de werkplaats

Langzamerhand beginnen we al het één en ander te verhuizen naar onze Friese stek. Met name de dingen die we niet zo vaak gebruiken natuurlijk. De woonkamer, slaapkamer en studeerkamer in Amersfoort zijn nog gezellig, maar de overige kamers worden steeds leger. Daarmee wordt het wel steeds ‘echter’. En gaan we steeds meer voelen wat we achterlaten. De leuke straat, het comfortabele huis, de mooie tuin… ach, we komen weer in een leuk dorp, we bouwen een nieuw huis en ik heb straks 5 ha om mijn groenpassie op los te laten. Maar één ding zullen we toch wel héél erg missen en dat is De Werkplaats.

Joris bouwde de werkplaats van 2009 tot 2011, voor het grootste deel in de zomer van 2010. Samen met de aannemer zette hij een kalkzandsteen binnenblad en de dakplaten erop. Daarna maakte hij hem zelf verder af met isolatie en een buitenblad van potdekselplanken. In een afvalcontainer hadden we prachtige meranti ramen met roedenverdeling gevonden. En het geheel werd bekroond met hergebruikte tuile-du-nord-dakpannen. In één woord: prachtig.

Ook heel functioneel, goed geïsoleerd, voorzien van massa’s stopcontacten en natuurlijk krachtstroom.  We zeiden wel eens tegen elkaar “er zijn mensen die in minder goed geïsoleerde huizen wonen”. (En dat is zéker waar van ons nieuwe huis!)

Daarom: een ode aan De Werkplaats. En aan de man die hem bouwde natuurlijk. ♥

November 2009: de fundering wordt gestort
april 2010: het bouwen van het binnenblad
april 2010: dakplaten erop
Werk aan de nok
folie over de dakplaten
mei 2010: Joris brengt de isolatielaag aan
… en in juni 2010 volgen de potdekselplanken

 

 

augustus 2010: het dak dekken met mooie schoongemaakte oude pannen
november 2010: de overkapping wordt afgemaakt

maart 2011: zwart geschilderd met Ecoleum

ook in april 2017 steekt de pruimenbloesem er mooi tegen af

 

detail
spantconstructie

 

In 2012 bouwde Joris in dezelfde stijl ook nog even een kippenhok en een ‘potting shed’ (tuinschuurtje)
Ja, dit zullen we wel missen. Maar op 5 hectare kan nog veel meer moois gebouwd worden!

 

Een dak boven je hoofd

Het weghalen van het plastic uit de tasruimte

En nu zijn we dan eindelijk zover, dat we álle ruimtes in de stal leeg hebben. Ook de grote stukken landbouwplastic, die her en der in de ruimtes hingen om het water dat door het dak sloeg enigszins tegen te houden zijn (voor het grootste deel) weg. Dus kunnen we eindelijk zien wát we eigenlijk gekocht hebben en in wat voor staat dat is.

In de stal zit veel houtworm, maar dat hadden we niet anders verwacht. Ook wat boktor. We moeten nog even kijken in hoeverre dat nog actief is en in hoeverre de gebintstructuur zelf is aangetast.

Er zijn een aantal bouwfasen te onderscheiden. Het oudste gedeelte lijkt te bestaan uit de middelste kamer van het huisje en de twee zijkamertjes. De ‘eetkamer’ lijkt er later te zijn aangebouwd. Op oude kaarten is te zien dat er tot de jaren ’50 twee gebouwen stonden. Waarschijnlijk was het huisje toen een typisch ‘woudboerderijtje’: één kamer van nog geen 3 x 4 m, met twee bedsteden erachter, twee piepkleine zijkamertjes er aan, een iets naar achter liggende entree en een stal waar hooguit een paar koeien in pasten. Later is er een andere stal naast gebouwd. Na de oorlog zijn de stallen vervangen door één ‘grote’ stal (nou ja, wat heet groot, 10 x 17 meter, dat is natuurlijk niets vergeleken met de stallen ‘op de klei’). Daardoor kwam het huisje dwars op de stal te staan. En omstreeks die tijd is ook de entree vervangen door een ‘riante’ woonkamer / eetkamer van 3 x 3,5 m in (hergebruikte?) roze baksteen.

[UPDATE: bij de afbraak vonden we uit hoe het zat. Naast het woudboerderijtje stond een houten hooikap. Omstreeks 1965 is de stal van het woudboerderijtje deels afgebroken en is het gebint van de hooikap doorgetrokken tot in de stal van het boerderijtje. Over het geheel is toen een stelpdak gelegd, met bakstenen muren en met de nokrichting dwars op de oorspronkelijke nokrichting. Daarbij zijn de werkplaats, de ‘bijwerkplaats’ en de grupstal ontstaan rond de hooitas. De oorspronkelijke stal van het woudboerderijtje is wat wij de smeerputschuur noemen.
De ‘kantine’ is al in een eerder stadium aan het woudboerderijtje gebouwd, in elk geval nog vóór 1950.]

Bij de bouw van de grote stal lijkt veel gebruik gemaakt van hergebruikte materialen. Balken eindigen op rare plaatsen of je kunt aan inkepingen zien dat ze ooit een ander doel dienden: op planken zit nog oud behang en krantenpapier, wat aangeeft dat ze ooit een wand in een woonkamer vormden.  Toch staat het allemaal nog redelijk recht.

Het schot tussen de hooitas en de ‘bijwerkplaats’ hebben we weggehaald. Nu is het één grote ruimte.

Er zitten wel erg veel gaten in het pannendak. Vooral bij de aansluiting van het huisje op de grote stal. Dat is ook de plek waar het water rechtstreeks één van de bedsteden in liep.

Dus heeft Joris dat (provisorisch) gerepareerd: eenvoudigweg van binnenuit het asfaltpapier opengeknipt waarmee de kap van binnen beschoten was, de rotte panlatten vervangen door stukjes uit de houtstapel en de pannen weer teruggelegd. Het resultaat is wel dat het huisje nu ook een (deels) onbeschoten kap heeft, maar aangezien de kap van het huisje in open verbinding staat met de zolder van de stal, die in zijn geheel onbeschoten was, zal dat voor de temperatuur niet veel uitmaken.

Van de buitenkant durven we niet het wrakke dak op. Dan maar er doorheen!
Op deze foto is ook goed te zien hoe klein het huisje eigenlijk is.
Pannen eraf, panlatten vervangen, pannen er weer op…

De volgende fase is de asbestsanering. We zijn heel druk bezig om die te regelen, want werkelijk overal zit asbest en dat moet deels weg vóór we er kunnen gaan wonen. Dat betekent komend weekend nog flink opruimen, zodat de saneerders overal goed bij kunnen. En daarna wordt het heel hard  gaten dichten, zodat we de komende winter tenminste een dak boven ons hoofd hebben.

EHQS

Bij onze vorige verbouwing kletsten we wel eens met de bouwvakkers, die dan vertelden over de verbouwingen aan hun eigen huis. Steevast kwamen ze dan met een keur aan ‘handige vriendjes’ op de proppen. “Een maat van me is stukadoor, dus die heeft de wanden gedaan, en een andere maat is glaszetter, en die had nog wat ruiten liggen, dus…”. Wij mopperden dan tegen elkaar dat al onze vrienden maar saaie kantoorberoepen hebben. Daar kan je niet echt een beroep op doen bij een verbouwing.

Maar bij de ontwikkeling van zo’n landgoed als dit zijn er wel degelijk zaken waar wij nuttige vrienden voor hebben!

Om het oude cultuurlandschap èn de natuurwaarde van de locatie te herstellen, zoals wij willen, moet je weten hoe de fysische geografie van de plek in elkaar zit. Ik had zelf al het één en ander opgezocht over onze stek op websites als topotijdreis.nl en ahn.nl. Daar kan je respectievelijk alle oude stafkaarten en een gedetailleerde hoogtekaart raadplegen.

Maar onze oude jeugdbondsvrienden Rob en Roos, beiden met een fysisch-geografische achtergrond, zijn er nog wat dieper in gedoken. Ze hebben een zogeheten ‘ecohydrologische quick-scan’, afgekort een EHQS gedaan. En vier peilbuizen geplaatst en bodemprofielen van de boringen opgesteld. Nu kan ik monitoren hoe hoog het grondwater staat in de verschillende jaargetijden. En weet ik dat:

  • in de zandgrond op veel plaatsen leem zit;
  • op het lage deel van ons perceel vroeger een poel lag, die (waarschijnlijk in de ruilverkaveling eind jaren ’60) tot sloot is ‘genormaliseerd’, maar nog steeds als poel functioneert omdat water daar stagneert op de leem;
  • en er bovendien kwel optreedt vanaf het Drents Plateau;
  • het hoge deel van ons perceel op sommige plekken is opgehoogd met heideplaggen met mest uit de potstallen van de verschillende boerderijtjes die hier begin twintigste eeuw hebben gestaan;
  • op dat hoge deel dus op sommige plekken een heel dikke bouwvoor zit (maar op andere plekken, waar gebouwen hebben gestaan, juist niet);
  • het grondwater daar in elk geval dieper dan 2 m onder maaiveld zit.

2017-05-07 13.38.19

2017-05-07 13.39.06

2017-05-07 13.42.39

Zéér nuttige informatie. Dank jullie wel Rob en Roos!

Ruimte!

We zijn een druk en ontzettend warm Hemelvaartsweekend verder en hebben (bijna) een mijlpaal bereikt: alle ruimtes in de stal zijn leeg! (In één ruimte moet nog wel wat gebeuren, maar daarover verder).

Bart, Willemien, Wiesje, Robert, Dorien en Ruth kwamen helpen en gezamenlijk hebben we weer 6 m3 schroot, 10 m3 restafval en een hele berg wormstekig hout uit de stal getrokken. Alle ruimtes in de stal hebben we nu namen gegeven:

  • de entree (een erg chique naam, maar je komt er inderdaad binnen)
  • de smeerputschuur (want daar is een smeerput)
  • de werkplaats (want dat was, en is nu weer, een werkplaats)
  • de wagenschuur (want die heeft hoge deuren waar in het verleden de hooiwagen naar binnen kon rijden
  • de ‘hooitas’ (de centrale ruimte waar in het verleden het hooi werd ‘opgetast’)
  • de ‘bijwerkplaats’: oorspronkelijk een deel van de tas, maar daarvan afgeschoten met een schot en bereikbaar via de werkplaats
  • de grupstal (want, inderdaad, daar is een grupstal).
Dit was de entree zoals we ‘m aantroffen

Het lijkt heel veel, maar de hele stal is in totaal ‘maar’ 10 x 17 m. Voor een boerenbedrijf een alleszins behapbare afmeting. Het zijn dan ook niet al te grote ruimtes. Toch kwam er weer verbazend veel uit. Afgezien van de tasruimte blijken ze, nu ze leeg zijn, allemaal een betonnen vloer te hebben, die goed schoon te maken is.

De grupstal vóór opruimbeurt
En uit dezelfde hoek, erna. 
De grupstal uit een andere hoek, vóór het opruimen
De ‘bijwerkplaats’ vóór het opruimen
En erna

En dan over die hooitas… daar werd dus hooi opgetast. Op een onverharde vloer, bovenop een luchtig opgestapeld ‘vloertje’ van takken. Op die manier kan het hooi luchten aan de onderkant en gaat het niet schimmelen. In Roemenië hebben we geleerd om op dezelfde manier hooibergen buiten op te bouwen.

Maar in dit geval is de tas niet leeggehaald toen de laatste dieren uit de boerderij waren. Mijn inschatting is dat dat begin jaren ’80 was (ik vond een krant uit 1982). Toen is wel zo’n beetje ongeveer het meeste hooi er uit gehaald. Maar lang niet alles. En daarna is over het hooi eens een keer een tapijtje uitgerold, zijn er spullen opgeslagen, is er een plank neergelegd om over te lopen toen het geheel te onbegaanbaar werd, zijn er nog meer spullen op de andere spullen gestapeld, kwam er een dakpan naar beneden en begon het dak te lekken, is er min of meer een stuk landbouwplastic onder het plafond gespannen, zijn de touwtjes waarmee het plastic werd opgehangen gebruikt om weer andere zaken aan op te hangen, zijn er touwtjes doorgerot, zijn er nog meer spullen neergezet….

Dus wij begonnen met spullen weghalen. En nu zijn we bezig met het weghalen van een laag van 40 cm beschimmeld stof-met-hooi, vermengd met stukjes plastic, oude kleerhangers, strotouwtjes, heel veel vermolmd hout, scherven asbestcement, stukken dakpan, oude kleren, vergane voederzakken, bunzing- of rattenkeutels, gemummificeerde mollen, stukken tapijt, glas, oude jeneverflessen, emmers en ondefinieerbare zaken.

Jummie…

En tenslotte: nieuwe deuren in de smeerputschuur!

Nu alles leeg is kunnen we eindelijk zien hoe goed of slecht de constructie nu eigenlijk is. En plannen gaan maken wat we willen behouden.