Zomerdrukte

De zomer is (zoals voor elke hobbyboer of (moes)tuinier) razend druk. Dit jaar nog meer dan anders….

De hete en droge periode in juni zorgde voor heel veel stress en extra werk. De schapen (Sandra en Nel lacterend en Babette hoogdrachtig) stonden in de verzengende zon… en er was niets te eten. Ze krijgen ’s ochtends en ’s avonds brokjes; daarnaast bracht ik ze vier keer per dag hooi (de ‘grote wintervoorraad’ slonk als sneeuw voor de zon met een baaltje per dag!) en sneed ik één keer per dag takken met bladeren voor ze, zodat ze tenminste iets groens te eten hadden. Vreselijk arbeidsintensief dus, maar het was bij lange na niet genoeg en ze gingen zienderogen achteruit. Vooral Sandra met haar drieling had het zwaar en zag er uit als een derdewereldschaapje.

Intussen moest ik natuurlijk ook elke dag water geven in de moestuin en aan de potten op het terras. En oogsten en de oogst verwerken (al was dat een stuk minder werk dan vorig jaar, het groeide natuurlijk ook niet zo hard…)

Uiteindelijk beviel Babette op 22 juni toch ook nog van een dochter. Nadat ze al drie dagen en nachten hoogst ellendig had staan kreunen en ik er zelfs weer de dierenarts had bijgehad. Dit wordt dus haar laatste lammetje. Omdat ze voor veel consternatie in de midzomernacht heeft gezorgd noemen we haar Puck.

Vanaf eind mei begon ik het lam van Nel te spenen. Dat was ook ingewikkeld, omdat het maar één lam was. Bij mij gaan de lammeren als ze drie weken oud zijn ’s nachts apart van de moeder, dan melk ik ’s ochtends de moeder en gaan ze er weer bij. Na een week gaan ze een uurtje langer apart en zo voer ik dat op tot ze op een leeftijd van acht weken helemaal bij de moeder weg gaan.

Maar daar zijn ze het natuurlijk Buitengewoon Niet Mee Eens, vooral in het begin. Dus dan slaap ik een week niet omdat ze de hele nacht aan het schreeuwen zijn. En daarna twee weken slecht en te kort. Om half vier begonnen moeder en kind ze alweer te schreeuwen. Het feit dat het lam in haar eentje was, zonder steun van leeftijdsgenootjes, hielp natuurlijk niet.

En toen wat Nel en haar Mini betrof de rust weer enigszins was weergekeerd moest ik aan het volgende ‘klasje’, de drieling, beginnen. En tenslotte Puck, die ook over goede longen bleek te beschikken. Af en toe was ik zó moe, dat ik vlekken voor mijn ogen zag…

Het hielp wel enigszins toen ik toestemming van de boer kreeg om de schapen op het verpachte stuk te zetten. Daar is tenminste nog gras en schaduw.

Intussen ben ik ook eindelijk bezig om samen met een permacultuur-ontwerper een ontwerp te maken om de hof klimaatbestendiger in te richten. Want dat dat nodig is, is wel duidelijk. We moeten meer regenwater vasthouden in tanks voor bewatering, maar daarnaast ook gewoon in en op het land. Daar komt veel uitzoekwerk bij kijken. Offertes voor plaatsing van tanks en regenwatersystemen en uitzoeken hoe de waterhuishouding van het land precies is. Ik heb een hele ochtend een bevriende hydroloog en een hydroloog van Wetterskip Fryslân over het terrein geleid en met hen gebrainstormd over inzijgingspercentages, bodemweerstand, afstromingsdebieten en mogelijke maatregelen om water vast te houden.

En uiteraard melk ik nu drie schapen en moet die melk verwerkt, dus dat betekent regelmatig kaas maken en heel veel schoonmaken om de vliegen onder controle te houden. En natuurlijk gewoon het huishouden en kantoorwerk.

Op 5 juli kwam storm Poly over. Gelukkig bleef het bij afgewaaide takken en wat rommel in de moestuin. Helaas kregen we er weinig regen bij. Het blijft bizar hoe de buien telkens om De Hoeve heen trekken.

Aan klussen kom ik niet toe, met dit alles. Joris wel! Die heeft in de hal de eerste van de mooie eiken vensterbanken gemaakt, van het hout wat we in 2020 hebben laten zagen. Dat is echt een finishing touch! Iedere keer dat ik door de hal kom geniet ik van de aanblik. Het is wel heel veel werk nu; het was natuurlijk gemakkelijker geweest om de vensterbanken te plaatsen vóór het stuken en ze dan in te stuken. Maar ja, toen kwam het niet uit…

Verder is hij muren in het achterhuis aan het plaatsen, zodat we daar alles uit de noordschuur heen kunnen verplaatsen, zodat we de noordschuur kunnen afbreken, zodat we komende winter de definitieve stal kunnen bouwen. En we slapen weer tijdelijk boven, zodat hij de inloopkast en slaapkamer kan afmaken. Dat betekende ook dat eindelijk de oude kleerkast uit elkaar ging, zodat de achterwanden vrij kwamen, zodat we de bijkeukenkast in elkaar konden zetten.

Nu (eind juli) valt er eindelijk weer wat regen. En ik heb de drieling verkocht. Hopelijk wordt het nu wat rustiger. En zo hobbelen we de zomer door…

Klimaatstress

Precies sinds we hier wonen laat de klimaatverandering zich ongenadig gelden. In 2018 maakten we voor het eerst mee hoe hitte en droogte de aanblik van deze plek binnen de kortste keren volledig veranderde. In 2019 en 2020 opnieuw die verbijsterende metamorfose. 2021 was een adempauze, een ‘gewone’ Nederlandse zomer zoals we die vroeger kenden, waarin het nog geen week droog was en het gras groen bleef. Maar in 2022 keerden hitte en droogte weer terug.

Op 1 juni kopt de NOS: ‘Natste lente sinds 2006’
En nog geen twee weken later: ‘Recordjaar droogte in zicht’

Dit jaar is het helemaal extreem. Tot half mei was het nat en koel. De moestuin schoot niet op, maar de rest van de hof zag er weelderig uit (al kwamen de bomen laat uit) en de poel stond vol met water. Vanaf half mei werd het opeens droog, maar bleef er een kille noordoostenwind waaien. De hof droogde zienderogen op, maar bleef dankzij het koele weer nog wel groen. Maar opeens is daar verandering in gekomen: de tropenzon beukt sinds dit weekend weer 16 uur per dag op het land en de hof verschiet in een razend tempo van groen naar geel.

(Niet alleen onze hof trouwens, álles ziet er uit zoals dertig jaar geleden alleen in augustus, na een lange hete zomer. En dan nog niet eens elk jaar augustus…)

Sommige bomen laten alweer blaadjes vallen – ze zitten er nog geen twee maanden aan! Het lijkt net alsof er een stop uit de poel is getrokken, zo snel trekt het water zich terug. In werkelijkheid verdampt het natuurlijk gewoon.

Dit was eind mei
… en twee weken later!

En zoals ieder jaar zorgt de plotselinge droogte voor veel extra werk. Iedere avond uren gieten in de moestuin. De pas aangelegde siertuin komt er karig vanaf. Zowel de gezaaide inheemse planten als de vele stekjes van sierplanten die ik van Bart gekregen heb staan te verdrogen.

De schapen en lammetjes staan zielig te hijgen. Ik heb wat schaduw voor ze gemaakt met een oud schaduwdoek en controleer vier keer per dag de wateremmers. Lekker gras is er niet meer, ik moet ze (nu al!) bijvoeren met hooi. Ze zijn mager en geven maar weinig melk, vooral Sandra heeft het moeilijk met haar drie dochters. (Als ze nou gewoon in april hadden gelammerd, zoals gepland, hadden ze zich in deze fase helemaal rond kunnen eten aan het gras wat er toen was!)

En dit is nog maar juni, juli en augustus moeten nog komen! Hoe moet dat, met de bomen, de bloemen, de insecten, de vogels? Er vliegen nu al nauwelijks vlinders en veel minder zweefvliegen dan afgelopen jaren.

Het zorgt voor stress en slaapgebrek, ondanks dat onze slaapkamer heerlijk koel is (goed ontworpen met de slaapkamer op het noorden, door twee deuren gescheiden van de ‘warmte-ontvangende zones’ in het huis).

‘We rijden op een snelweg naar de klimaathel, met onze voet op het gaspedaal’, zei secretaris-generaal António Guterres van de VN in november. Hij had volkomen gelijk. Waar is de rem?!

Familiespektakel

Zes weken later dan gedacht begon Sandra’s uier toch wel duidelijk te zwellen. Dus er waren lammetjes onderweg. Maar wanneer ze nou zouden arriveren…?

Afgelopen weekend hadden we een familiekampeerweekend hier. Het zou natuurlijk wel heel leuk zijn als er dan meer lammetjes zouden zijn dan Nel d’r mini. En verrek, op vrijdagmiddag begon Sandra voortekenen te vertonen: apart staan van de kudde en hoefschrapen. Dat zou leuk zijn! Maar toen de familie er was waren er nog geen lammetjes . De nichtjes (7 en 9) moesten zich tevreden stellen met het voeren van de kudde. En ook toen we ’s avonds naar bed gingen waren er nog geen lammetjes.

Sandra in de stal gezet (de nichtjes beloofd dat ik ze wakker zou maken als er iets gebeurde) en ik er ’s nachts een paar keer uit dus. Maar nee… En toen ik ’s ochtends (behoorlijk brak) Nel molk en de overige schapen voerde kwam Sandra gewoon met de kudde mee naar de wei.

Maar een kwartier later, toen ik mijn ontbijt stond klaar te maken kwamen de nichtjes aanrennen “We hebben het lammetje gezien, het ligt in het gras en Sandra is het aan het schoonlikken!”

Verrek!

Eén mooi klein ooitje. En toen maar afwachten of er nog meer ging komen. Intussen was de hele familie uit de respectievelijke tentjes gekropen.

Na anderhalf uur (waarin Sandra het lammetje inderdaad héél driftig schoonlikte) kwam er wel een waterblaas. Maar er gebeurde niets. Toch maar even voelen. Ja hoor, er lag nog een lam achter. Nou ben ik niet zo van het ingrijpen, maar dit duurde wel erg lang. Dus toch maar geholpen. Wies hield het schaap in bedwang. Gelukkig lag het lam op zich goed, ik hoefde niet de ligging te corrigeren. Maar het zat helemaal verstrikt in de placenta.

En daarachter kwam er nóg één… met de hakjes vooruit. Een stuitligging. Dus nog een keer assisteren, want dat moet niet te lang duren. Als de navelstreng breekt terwijl de kop van het lam nog in de moeder zit krijgt het zuurstofgebrek.

Drie ooitjes!

Wat een spectaculair begin van het weekend!

De rest van de het weekend hebben we de kuilbaaltjes opgestapeld, de kippen verplaatst, de moestuin water gegeven, gefietst, geluierd en pizza gebakken. Een goed weekend al met al!

Hooi!

Mei begon nat en koud, maar toch groeide het gras flink. En toen werd het ineens droog… en hoog tijd om te gaan maaien vóórdat de witbol helemaal in het zaad zou schieten. (Dan gaat de voeding vanuit de plant naar het zaad, en wordt het gras zelf een stuk minder lekker, terwijl het zaad allemaal uit het droge hooi valt.)

Dus op 22 mei weer de maaier geleend van Arnoud. Het schudden en ‘op zwil’ (of: ‘op ril’) harken kunnen we zelf, met de Strela schudder. In theorie althans. In de praktijk pakt de Strela niet alles mee omdat ons land niet zo’n glad biljartlaken is. En omdat ik natuurlijk wel àl het hooi wil oogsten komt er altijd het nodige harken bij kijken.

Dit jaar ging het nog een beetje meer mis. Bij de tweede ronde harken klapte de band van de Strela. Joris toog met het wiel naar de winkel om een nieuwe te bestellen terwijl ik vlijtig met de hand en Roemeense hooivork 2 ha hooi keerde.

(Ergens in mijn boekenkast staat een boek met de geweldige titel ‘Geertje, ’t hooi moet om’. Daar moest ik wel aan denken…)

Op donderdag moest ik weg vanwege werk. ’s Middags was het nieuwe wiel er. Maar toen Joris eindelijk de Strela had gerepareerd (met veel moeite èn hulp van buurman van der Draai) begaf de trekker het…

Het was niet duidelijk wat er aan de hand was, dus ik heb de loonwerker gebeld of hij een dagje later met de pers kon komen. Joris moest vrijdag weg. Vrijdag de hele middag en avond tot zonsondergang geharkt. Het is maar goed dat ik dat leuk werk vind…

Zaterdag kwam dan de loonwerker, plus de man van de wikkelaar. Die bleek ook een Renault trekker te bezitten, dus moest natuurlijk even kijken of hij het euvel kon oplossen. Helaas kreeg hij de trekker ook niet meer aan de praat.

Intussen schoot zijn collega met de pers over het land. Vorig jaar hadden we 20 pakjes. Het leek ons dat het er nu wel een paar meer zouden zijn.

En jawel: 100 stuks maar liefst! Ze zijn wel een stuk lichter dan vorig jaar. Het gras heeft eigenlijk twee dagen te lang gedroogd en we hadden onvoldoende ‘dikke’ rillen liggen. Dan kan de machine het minder efficiënt verwerken. Maar hier kunnen we even mee vooruit!

Blij in mei

Het is mei, het regent veel, de temperatuur stijgt, het gras spuit de grond uit en het groen de bomen uit. De boomkikkers geven iedere avond concerten. Libellen en meikevers vliegen in het rond, af en toe zó onoplettend dat ze ons aanzien voor een landingsbaan.

Spontaan uitgezaaide bladrammenas en bijenvoer steken prachtig af tegen het potdekselwerk van het huis.
De aardappels ‘Vitanoir’ komen al mooi op tussen het maaisel van de poel
Voor het eerst hebben we ook een stukje ‘echte’ tuin. De palen voor de schaduwdoeken blijken nog niet helemaal goed te staan; de schaduwdoeken kunnen nu nog niet optimaal hangen zodat we op het heetst van de dag schaduw op het terras hebben. Helaas loopt op de plek waar ze zouden moeten staan de rioolbuis (daarom staan ze daar niet). Hmmm… nog een puzzeltje.
De tulpen zijn bijna uitgebloeid, de akeleien nemen het over.
De gouden regen naast het regenwaterbassin omlijst prachtig het beeld van de ijsvogel.
De moestuin wordt elke dag mooier.
Plaatje van onderuit de moestuin.
Over de moestuin heen naar de poel.
Een week geleden waren de bomen nog vrijwel kaal!
Het gras spuit omhoog in het weiland.
Heel veel pinksterbloemen in het gras.
En een biesje (kleine veldbies?) dat vooral in de zone langs de sloot groeit, samen met heel veel veldzuring.
Verzonken in ons paradijs…

Het enige wat nog aan het geluk ontbreekt zijn méér lammetjes. Nel d’r mini is intussen ruim tien dagen oud en wil heel graag samen met andere mini’s rennen en rondspringen. Maar al d’r tantes laten het afweten en lopen alleen maar gezapig te grazen en te herkauwen. Nu heeft Babette vorig jaar ook niet gelammerd (ivm de horrorbevalling twee jaar geleden) en Sandra was vorig jaar óók niet drachtig (het jaar daarvóór wel). Zouden ze het überhaupt niet meer worden? Want zo lijkt het een karig jaar qua melk, kaas en yoghurt te gaan worden. Nou ja, dat scheelt ook werk…

Dan heb je nog eens tijd om bij de poel naar de magische zonsondergang te kijken terwijl het kikkerconcert begint…
(Met dank aan Renée voor de foto)