Warmte (2)

Begin november zijn de collectoren voor de zonneboiler op het dak gelegd. Het was nog even puzzelen wáár ze precies moesten komen. Bij het ontwerp van het huis waren we er vanuit gegaan dat alleen aan de voorkant van het huis één dakraam zou komen. Alle ruimte dus op het dak voor zonnecollectoren en zonnepanelen.

Maar sinds we regelmatig allebei hardop zitten te Zoom/Teams-vergaderen zijn twéé werkkamers toch wel handig. En daarvoor is dus ook een tweede dakraam nodig. Bovendien hebben we (na bij héél veel mensen informatie ingewonnen te hebben) uiteindelijk niet drie, maar vijf zonnecollectoren geplaatst. En er moet natuurlijk ook nog ruimte blijven voor de zonnepanelen. Goed dat Joris het hele huis in Sketchup heeft staan.

Intussen draait de hele installatie van zonneboiler, kachel en buffervat een maand. Het grootste deel van die maand was het bewolkt, en moest alle warmte van de kachel komen. Maar op de paar dagen dat de zon scheen zagen we dat het buffervat dan een enorme impuls krijgt. (Ondanks dat het ongeveer de kortste dagen van het jaar waren en dat het intussen vroor!). Dat is fijn: het betekent dat we in het voor- en najaar bij zonnig weer misschien überhaupt niet hoeven te stoken, of alleen maar om de dag. De warmte van de zon is dan voldoende om het buffervat op te warmen en via de vloerverwarming (en invallend zonlicht natuurlijk) de woonruimte te verwarmen. Mits we niet teveel warm water verbruiken natuurlijk.

Het vinden van de juiste balans daarin wordt nog een kunst. Maar de afgelopen maand heeft de temperatuur van de woonruimte gefluctueerd tussen de 18 en de 20 graden. En dat is nog zónder deuren, grotendeels zónder isolatie in de binnenmuren en zónder de toegevoegde warmte van bewoners en apparatuur. Met één keer per dag een uurtje de kachel branden! (Maar natuurlijk ook nog zónder warm water-verbruik.)

Het aanbrengen van isolatie in de binnenmuren heeft ook enorm geholpen – je voelt steeds meer verschil tussen het voorhuis en het achterhuis.

Uiteraard is de houtvoorraad bij dit alles heel belangrijk. Hout hebben we zat (we moeten deze winter nog verschillende zieke bomen rooien`), maar het klein maken is veel werk en we hebben nog onvoldoende houthokken om het te laten drogen. Ooit moeten die komen waar nu nog de stacaravan staat. En ik moest iets anders vinden dan een bijl om het hout te kloven. Vonden mijn elleboog en schouder.

Ik was daarom erg blij, toen ik op Marktplaats een zelfgemaakte houtklover aantrof. Zo’n klover zonder elektriciteit stond al lang op mijn verlanglijstje. Maar ze zijn niet te koop, je moet ze zelf maken. En lassen kunnen we geen van beiden. En we hebben al zoveel projecten…

Hij is iets minder krachtig dan ik eigenlijk had gehoopt, dus voor het echte grote werk moet er misschien toch nog een hydraulische klover komen. Maar voor het nog kleiner maken van relatief kleine stukken (de kachel werkt het best met hele kleine houtjes) is dit een stuk minder belastend voor rug, schouder en elleboog dan de kloofbijl. Van hout word je drie keer warm, zeggen ze dan…